Flinke verschillen in inkomen tussen veehouderijsectoren

Pluimvee- en varkenshouders in Nederland zien hun inkomen dit jaar dalen, maar gemiddeld dekt die nog heel ruim de kosten. Dat blijkt uit de inkomensramingen van Wageningen Economic Research, die op woensdag 18 december zijn gepubliceerd.

Flinke+verschillen+in+inkomen+tussen+veehouderijsectoren
© Marcel Berendsen

Aan het eind van ieder jaar maakt Wageningen Economic Research (WEcR) – op basis van de cijfers van alle deelnemers binnen het bedrijveninformatienet – een inschatting van de inkomsten voor het nog lopende jaar. Deze bedrijven vormen een goede afspiegeling van alle landbouwbedrijven in Nederland. Uit de inkomensraming over 2024 blijkt dat de meeste veehouders een daling in het inkomen moet incasseren.

Varkenshouderij

De standaardopbrengst op een gemiddeld varkensbedrijf in Nederland – een bedrijf met 441 zeugen en 2.231 vleesvarkens – komt dit jaar volgens WEcR uit op 1,33 miljoen euro. Uitgedrukt in onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) gaat het om een daling van 48 procent ten opzichte van een jaar eerder: van circa 406.000 euro in 2023 naar zo'n 211.000 euro in 2024.

De rentabiliteit daalt weliswaar met 17 procent, maar komt gemiddeld toch gunstig uit op 110 procent. De betaalde en berekende kosten op een gemiddeld varkensbedrijf worden volgens de onderzoekers daarom nog steeds ruimschoots gedekt door de opbrengsten.

Doordat de opbrengsten van biggen dit jaar zo'n 12 procent lager waren dan in 2023, is het inkomen van gespecialiseerde zeugenhouders met 58 procent gedaald. Bij vleesvarkenshouders bedraagt die afname 20 procent. Dat verschil komt onder meer doordat de lagere biggenprijzen deels de gedaalde vleesvarkensprijzen (-9 procent) hebben gecompenseerd.

Het inkomen op vermeerderingsbedrijven komt uit op 230.000 euro per onbetaalde aje. Bij vleesvarkensbedrijven is dit 184.000 euro. Varkenshouders met een (deels) gesloten bedrijf behalen met 232.000 euro per onbetaalde aje het hoogste gemiddelde inkomen.

Varkensbedrijven waren in 2024 gemiddeld 5 procent minder kwijt aan betaalde kosten, inclusief afschrijvingen. De lagere kosten voor voer (-13 procent) en energie (-10 procent) lagen daar vooral aan ten grondslag. Kostenposten als financieringslasten, betaalde arbeid, materiële activa en overige kosten (waaronder mestkosten) zijn wel gestegen. De totale mestkosten bedroegen dit jaar op een gemiddeld varkensbedrijf zo'n 104.000 euro.

Pluimveehouderij

Een gemiddeld vleeskuikenbedrijf behaalt dit jaar volgens WEcR een inkomen van 275.000 euro per onbetaalde aje. Een leghennenbedrijf komt tot 230.000 euro. Bij de leghennen verdienen de 20 procent bedrijven met het laagste inkomen minder dan 19.000 euro per onbetaalde aje.

'Dit zou 78.000 euro moeten zijn; dat is het bedrag dat nodig is om een vervanger van het niveau van de pluimveehouder in te huren', stelt econoom Peter van Horne. De bovenste 20 procent bedrijven haalt die grens met gemak. Zij komen tot een inkomen van 430.000 euro per onbetaalde aje.

Bij de vleeskuikenbedrijven zit tussen de 20 procent laagste en 20 procent hoogste inkomens een verschil van maar liefst 350.000 euro. Het gaat om een gemiddelde van reguliere kuikens en Beter Leven-kuikens. De verschillen in opbrengst tussen deze twee zullen volgens Van Horne altijd klein blijven. 'Bij te grote verschillen zullen vleeskuikenhouders overstappen naar de andere sector.'

Melkveehouderij

De gemiddelde melkprijs neemt dit jaar met 8,5 procent toe en komt daarmee uit op 51,50 euro per 100 kilo. Dit zorgt er samen met een daling van de voerkosten (-6 procent) voor dat melkveehouders een beter arbeidsinkomen realiseren, ondanks de stijging van andere kosten. Het inkomen komt volgens de inschatting van WEcR gemiddeld uit op 74.000 euro.

De 20 procent bedrijven met het laagste inkomen zit onder de 22.000 euro, de hoogste 20 procent zit boven de 104.000 euro. De rentabiliteit in de sector ligt op 99 procent; dat wil zeggen dat een ondernemer alle kosten (inclusief arbeid) kan betalen.

Ondanks een lagere waardering van de ruwvoervoorraden nemen de opbrengsten met gemiddeld 29.000 euro toe. Dit komt door de hogere melkprijs. De totale kosten stijgen gemiddeld met 14.000 euro, met name door hogere prijzen voor gebouwen, machines en werktuigen, betaalde rente en mestafzet.

De mestafzetkosten zijn met 5.700 euro (+68 procent) gestegen naar 14.000 euro. De diergezondheidskosten stijgen gemiddeld met 4 procent, onder meer door vaccinatiekosten op 30 tot 40 procent van de bedrijven.

De biologische melkprijs is dit jaar met 0,50 euro gestegen naar 60 euro. Hierdoor stijgen de melkopbrengsten met 4.000 euro, meldt WEcR. Door een lagere ruwvoervoorraad dalen de opbrengsten bij biomelkveehouders wel met ruim 5.000 euro.

De totale kosten stijgen met 21.000 euro, dit is vooral een gevolg van de kosten voor vaste activa en rente. Dit heeft tot gevolg dat het inkomen per onbetaalde aje met 16.500 euro afneemt naar 33.000 euro. Het verschil met gangbare bedrijven loopt op tot bijna 42.000 euro.

Geitenhouderij

Het inkomen van een gemiddeld geitenbedrijf in Nederland – een bedrijf met 1.080 melkgeiten – halveert dit jaar volgens WEcR ruwweg van 101.000 euro per onbetaalde aje in 2023 naar zo'n 50.000 euro in 2024.

Belangrijkste oorzaak is het feit dat de melkprijs 6 procent lager ligt dan een jaar eerder. Minder geleverde liters als gevolg van blauwtong versterken het effect daarvan. Ook de kosten voor gebouwen en machines, mestafzet, betaalde arbeid, betaalde rente en diergezondheid nemen toe, in totaal met 19.000 euro.

De voerkosten – 44 procent van de totale kosten – nemen daarentegen dit jaar juist af, met 25.000 euro. Met name de prijs van geitenbrok is gedaald (-10 procent). Samen met de lagere kosten voor energie nemen de totale kosten daardoor 'slechts' met 1.000 euro toe.

Kalverhouderij

In de kalverhouderij stijgen de opbrengsten in 2024 harder dan de kosten, verwacht WEcR. Het inkomen van producenten van blank kalfsvlees op contract komt 10.000 euro hoger uit, op 68.000 euro per onbetaalde aje. Dat is 24.000 euro hoger dan het langjarig gemiddelde (2019-2023). De stijging is een direct gevolg van de contractvergoeding per kalverplaats, die is met 25 euro gestegen naar 298 euro.

In totaal stijgen de inkomsten dit jaar met 39.500 euro ten opzichte van 2023. Dat wordt voor een significant deel wel weer teniet gedaan door de stijgende kosten, waaronder die voor mestafzet (+50 procent op de vrije markt). De spreiding tussen de bedrijven in contractvergoeding is groot en daarmee is ook de spreiding in het inkomen fors. Zo heeft 20 procent een inkomen boven de 117.000 euro per onbetaalde aje. Eenzelfde percentage realiseert een negatief inkomen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    10° / 10°
    95 %
  • Vrijdag
    8° / 5°
    15 %
  • Zaterdag
    9° / 6°
    85 %
Meer weer