Overheid koopt meer landbouwgrond

De provincies (38 procent) kopen de meeste landbouwgrond, gevolgd door gemeenten (27 procent), rijksoverheden (22 procent) en waterschappen (9 procent). Sinds 2012 hebben de Nederlandse overheden in totaal 33.276 hectare landbouwgrond aangekocht. In deze periode is 32.283 grond verkocht.

Vooral in de jaren 2015 tot 2018 hebben de overheden grond verkocht. De laatste jaren neemt de verkoop van de overheidsorganen steeds verder af. In 2023 verkocht de overheid nog 1.162 hectare. Daar staat tegenover dan de aankopen een stijgende lijn laten zien sinds een dipje in 2021. Vorig jaar kochten de overheden in totaal 2.774 hectare, zodat de grondportefeuille van de overheid in dat jaar 1.613 hectare toenam.

De overheden kopen landbouwgrond om deze in te zetten voor onder meer wonen, infrastructuur en natuur. Vooral de provincies en de waterschappen hebben in de afgelopen jaren meer grond aangekocht dan dat ze hebben verkocht. De provincies kochten 12.500 hectare en verkochten minder dan 11.000 hectare.

Drenthe breidt grondportefeuille uit

Noord-Brabant heeft sinds 2012 de meeste grond gekocht, maar Drenthe heeft zijn grondpositie het sterkst uitbereid. Limburg en Utrecht hebben hun grondportefeuille zien slinken,omdat ze vooral grond hebben verkocht.

De waterschappen hebben hun grondpositie in deze periode met zo'n 1.400 hectare uitgebreid. Dat komt neer op ongeveer 115 hectare per jaar. Jaarlijks kopen de waterschappen zo'n 255 hectare aan, terwijl ze aan de andere kant 140 hectare per jaar afstoten.

De grondpositie van de rijksoverheid neemt af. Dat komt doordat de taken van Bureau Beheer Landbouwgronden verder zijn afgebouwd. Daardoor heeft het Rijk 2.616 hectare minder grond in bezit dan in 2012.