Werpen en spenen kritieke periodes in terugdringen uitval bij zeugen

Bij zeugenbedrijven met een sterfte van minder dan 10 procent is het totale percentage afgevoerde zeugen lager dan bij bedrijven met een hogere uitval. 'Dat wijst erop dat zeugenhouders die sneller in actie komen ook minder vaak zieke zeugen hoeven te euthanaseren', zegt hoofdadviseur Dorthe Poulsgård Frandsen van Seges Innovation. Zij deelde haar bevingen tijdens een onlinebijeenkomst voor varkenshouders.

'Bedrijven die gunstig scoren, zien elke dag toe op de drachtige zeugen en hebben een duidelijk plan voor omgang met dieren met verwondingen of ziekteverschijnselen. Meestal draait het om snel reageren en het plaatsen van een zeug in een ziekenhok met strooisel', legt Poulsgård Frandsen uit.

'Een week de tijd'

Volgens de hoofdadviseur zijn de zorgdieren zo beter in de gaten te houden. 'Laat ze drie keer per dag opstaan, kijk of ze eten en drinken en registreer of er vooruitgang is. Treedt binnen een week geen verbetering op, haal dan de dierenarts erbij of euthanaseer de zeug.'

Daarnaast blijkt volgens Poulsgård Frandsen dat bedrijven die goed scoren gezonde en wendbare zeugen hebben. Die zijn veelal ook lichter dan gemiddeld in Denemarken. 'Maar daardoor hebben ze wel minder vaak te maken met onder meer beengebreken.'

Het bekappen van de hoeven als een zeug naar de inseminatiestal gaat, is ook een belangrijke maatregel om uitval onder zeugen te beperken. Bij een van de goed scorende bedrijven gaat ongeveer 20 procent van de gespeende zeugen door de klauwbekapbox. 'Klauwverzorging redt zeugenlevens', besluit Poulsgård Frandsen.