'Dit betekent gewoon gedwongen krimp voor varkens- en pluimveesector'

Het afromen van dierrechten zoals in de mestplannen van landbouwminister Femke Wiersma staat, betekent een gedwongen krimp voor de varkens- en pluimveehouderij. Dat zeggen voorzitters Linda Verriet van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) en Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP.

%27Dit+betekent+gewoon+gedwongen+krimp+voor+varkens%2D+en+pluimveesector%27
© Wim Hollemans

Volgens de belangenorganisaties haalt de afroming alle dynamiek uit de sectoren en worden dierrechten steeds duurder en bedrijven onverkoopbaar. 'De kosten komen weer op het bordje van de blijvers', verzucht De Jong. 'Het plan van de minister gaat dwars door het perspectief dat we deze bedrijven willen geven. Bovendien worden hiermee alle stappen richting meer dierwaardigheid belemmerd.'

De pluimvee- en varkenshouders vinden dat zij met de voorgestelde gewijzigde meststoffenwet van de minister verantwoordelijk worden gemaakt voor een probleem waar zijzelf geen onderdeel van zijn. De oorspronkelijke doelen van de plannen – een betere waterkwaliteit en een oplossing voor overvolle mestkelders – zijn volgens Verriet en De Jong uit beeld geraakt.

'De maatregelen die worden genomen voelen meer als structuurbeleid dan dat ze gaan over de doelen waar we voor staan', zegt Verriet.

De redelijkheid is ver te zoeken in deze mestplannen

Linda Verriet, voorzitter POV

De POV-voorzitter had verwacht dat de minister met crisismaatregelen zou komen rond mestverwerking en plaatsingsruimte, maar juist die aspecten mist ze in de brief die Wiersma eerder deze maand aan de Tweede Kamer stuurde. In plaats daarvan worden de mestproductieplafonds nog verder omlaaggebracht dan in het plan waar voormalig landbouwminister Piet Adema eerder mee kwam.

Voor de pluimveesector betekent dat een verhoging van de reductie naar 17 procent ten opzichte van de eerdere 10 procent. Voor de varkenshouderij gaat het om een verhoging naar 25 procent in plaats van 10 procent. Verriet: 'De redelijkheid is ver te zoeken en ik ben bang dat we dit ook niet gaan halen.'

De bedoeling is dat de nieuwe mestregels per 1 januari 2025 worden ingevoerd, tot verbijstering van Verriet. 'Het is echt bizar dat een plan met zulke grote consequenties voor sectoren in een dergelijke snelkookpan zit.'


Tekst gaat verder onder video.

In de Tweede Kamer is op 7 oktober een wetgevingsoverleg over de voorstellen van Wiersma. Voor die tijd hopen de POV en LTO/NOP met de minister in gesprek te gaan over de dreigende belemmeringen en krimp voor beide sectoren.

Als die inspanning niet slaagt zouden juridische stappen een optie kunnen zijn, erkent De Jong. 'Ik wil dat zeker onderzoeken, mits we inschatten dat er kans van slagen is.' Ook de POV onderzoekt juridische stappen, met name waar het gaat om de afroming.

Onvrede, woede, wantrouwen en veel frustratie. Zo vat LTO/NOP-voorzitter De Jong de reactie van zijn sector samen op de mestbrief van minister Wiersma. Hierin staat onder meer dat voor alle sectoren de mestproductieplafonds omlaaggaan en dat er bij transacties wordt afgeroomd op dierrechten.


Probleem verlichten

Wiersma kreeg van de Tweede Kamer de opdracht om de situatie van overvolle mestkelders te verlichten en tegelijkertijd de waterkwaliteit te verbeteren. Maar hoe ze dat bereikt met de aangepaste Meststoffenwet is volgens De Jong een raadsel.

'Daarvoor is dit plan geen oplossing. En al helemaal niet als het de pluimveesector aangaat. Wij hebben geen mestkelders. Onze droge mest is juist erg gewild en belandt voor 95 procent niet in de landbouw. Deze draagt dus ook niet bij aan de waterkwaliteit', stelt de LTO/NOP-voorzitter. 'Het is voor mij onbestaanbaar dat ons mestproductieplafond omlaaggaat, terwijl wij met nagenoeg hetzelfde aantal dieren in twintig jaar tijd al 30 procent fosfaat hebben gereduceerd.'

De Jong wijst op het mestprobleem waar de pluimveesector begin deze eeuw mee te kampen had. 'Wij hebben dat zelfstandig opgelost, er zijn honderden miljoenen geïnvesteerd op verwerkings- en bedrijfsniveau. Het voelt heel verkeerd dat wij hier nu ingetrokken worden. Er zitten voor onze pluimveehouders zoveel verkeerde impulsen in dit plan, het is echt een stap achteruit.'


Varkenshouders zijn ook moedeloos, zegt POV-voorzitter Verriet. Het voelt volgens haar alsof haar sector de problemen moet oplossen voor anderen. '40 procent van ons fosfaat zetten we af over de grens, dus komt niet eens op Nederlandse bodem. Ook zouden wij veel meer mestverwerking willen. Daar zijn initiatieven voor, maar vergunningen krijgen we niet. Het voelt raar dat wij nu worden gestraft voor iets waar we zelf hard aan werken.'

Verriet wijst op de krimp die de varkenssector de laatste jaren al heeft doorgemaakt. De laatste jaren slonk de veestapel met 2,2 miljoen varkens en veruit de meeste aanmeldingen in de Lbv- en Lbv-plus-regeling zijn varkenshouders. 'De rek van de krimp is er wel een keer uit. Wij zitten al jaren onder ons mestplafond door krimp en flinke stappen in voerefficiëntie. Die ruimte hebben we ook nodig in het kader van duurzaamheid en dierwaardigheid.'

In de plannen van Adema stond voor alle sectoren een reductie van 10 procent op de mestproductie. In het plan-Wiersma is dit voor pluimvee verhoogd naar 17 procent reductie en voor varkens zelfs naar 25 procent. Melkvee daarentegen hoeft maar enkele procenten te krimpen.


Straf voor sector

'Die 10 procent deed al pijn, maar we hebben gezegd daarin onze verantwoordelijkheid te nemen', geeft Verriet aan. 'Ik zou alleen niet weten wat we nog moeten doen om deze nieuwe verlaging te halen. Voermaatregelen zijn niet meer mogelijk en afzet zouden we wel willen, maar die wordt belemmerd. Het is weer een straf voor een sector die altijd zijn verantwoordelijkheid heeft genomen en aan alle doelstellingen heeft voldaan. Het wordt tijd dat inspanningen juist beloond worden.'

Bij De Jong steekt de extra reductie ook. Volgens hem is uit het oorspronkelijke plafond al veel lucht geknepen, maar zou 10 procent afname kunnen worden gedragen. 'Wat er nu gebeurt is dat al onze zelfgecreëerde ruimte wordt ingenomen. En waarom? Omdat andere sectoren niet onder hun plafond kunnen of willen blijven, moeten wij daaraan meedoen. Net als de varkenshouders worden wij keihard afgestraft voor goed gedrag.'


Afroming dierrechten

Een minstens zo groot pijnpunt voor de pluimvee- en varkenssector, naast de verlaagde mestproductieplafonds, is de afroming van dierrechten bij buitenfamiliaire verkoop en verlease. In het mestplan van Adema stond een generieke afroming van 30 procent, ongeacht de sector.

In Wiersma's plan lijkt dit op het eerste oog gunstiger, want voor varkens is dit verlaagd naar 25 procent en voor pluimvee naar 15 procent. Maar schijn bedriegt, zegt De Jong. 'Het stond in de wet, maar we wisten dat die 30 procent afroming voor onze sectoren niet nodig zou zijn. Doordat de productieplafonds nu dusdanig naar beneden worden getrokken, belanden we daadwerkelijk in de afroming. Terwijl daar met het Adema-plafond geen risico op bestond.'

Volgens de belangenorganisaties haalt de afroming alle dynamiek uit de pluimveesector. Bovendien wordt een acuut probleem gecreëerd voor bedrijven die jaarlijks veel dierrechten leasen; er ontstaat een prijsopdrijvend effect. Pluimvee- en varkenshouders die eerder veel leaseden, zullen eerder rechten gaan kopen. Dat betekent dat de dierrechten op lange termijn steeds duurder worden, want minder beschikbaar. De POV en LTO/NOP vrezen dat bedrijven hierdoor onverkoopbaar worden.


Honderden miljoenen investeren

'Veel pluimveehouders leasen. Als zij dierrechten moeten kopen, investeren zij samen honderden miljoenen euro's, 2 tot 3 ton per bedrijf. Dat betekent een stap terug op het vlak van dierwaardigheid, waar ze dat geld dan niet voor kunnen gebruiken', legt De Jong uit.

In de pluimveehouderij werden in 2023 12.053.860 dierrechten overgedragen. Als 15 procent daarvan wordt afgeroomd, betekent dat volgens De Jong 2,32 procent van alle rechten die in een jaar tijd uit de markt worden gehaald.

Voor de varkenshouderij gelden vergelijkbare cijfers. Daar gaat het om 3 procent van de rechten die verdwijnen, laat Verriet weten. 'Varkenshouders leasen om rechten te behouden waarmee ze, als de markt erom vraagt, terug kunnen naar gangbaar. Haal je die rechten weg, dan haal je de rek eruit om in te kunnen spelen op maatschappelijke vraagstukken. In de politiek hebben ze de mond vol van vrijwillige krimp, dat is het toverwoord. Maar dit is gewoon gedwongen krimp.'


Overleg met minister

Verriet en De Jong hopen de komende tijd op goed overleg met Wiersma. Dat is er tot op heden niet geweest. De boodschap die namens de sectorvertegenwoordigers dan wordt overgebracht, is dat het oorspronkelijke doel rond waterkwaliteit uit het oog is verloren.

De productieplafonds verlagen en rechten afromen bij overdracht dragen niets bij aan dat doel, in ieder geval wat betreft de intensieve sectoren. Ondertussen ontbreekt een echte crisisaanpak die inzet op mestverwerking en -plaatsingsruimte en ontstaat wrevel tussen sectoren.


• Lees ook het commentaar: 'Wiersma's mestplan is ook geen oplossing'

De Jong: 'Ik ga graag met de minister in gesprek om te zien hoe we solidair kunnen zijn met elkaar. Maar daar hoort ook een stuk rechtvaardigheid bij, want wat er nu ligt kan en wil ik niet verdedigen naar mijn sector.'

Verriet hoopt dat het Rijk snel zorgt voor een eenvoudigere vergunning van mestverwerkingsinitiatieven, om op die manier de gevreesde krimp van de varkenssector te voorkomen. 'De innovatiekracht zit in onze sector, we hebben echt veel oplossingsrichtingen. De laatste jaren heeft de sector goed verdiend, maar zonder vergunningen kunnen ondernemers niet investeren.'

De Jong sluit zich daarbij aan. 'Bij ons is ook veel geld verdiend de laatste jaren. Dat investeren we graag in dierwaardigheid, we willen vooruit. Momenteel kan dat niet. En als ondernemers dadelijk in dierrechten moeten investeren, wordt dat alleen maar moeilijker.'


Landbouwminister Wiersma: 'Evenredig verdeeld'

De mestplafonds verlagen was volgens landbouwminister Femke Wiersma onontkoombaar. 'Deels brengen we het productieplafond omlaag door rechten te kopen via de uitkoopregelingen. Het overige hebben we evenredig over de sectoren verdeeld. Dat doen we ook omdat Brussel naar het totaal kijkt, die afspraken zijn nou eenmaal gemaakt. We moeten nog best wel wat ophalen daar, dus het lijkt me verstandig om de gemaakte afspraken wel na te komen. Hoe je als sector de mest verwerkt of afzet staat daar los van. Dat is een ander spoor.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    7° / 2°
    20 %
  • Donderdag
    8° / 2°
    95 %
  • Vrijdag
    10° / 6°
    95 %
Meer weer