Landbouw- en mestbeleid Wiersma al flink onder vuur

Knarsetandend moet de BBB-fractie toekijken hoe de eigen minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) met bij boeren impopulaire maatregelen naar buiten komt om de mestcrisis te bezweren.

Landbouw%2D+en+mestbeleid+Wiersma+al+flink+onder+vuur
© Tony Tati

De voorstellen zijn deels geschoeid op plannen van Wiersma's voorganger Piet Adema. Haar eigen partij ageerde daar enkele maanden geleden nog fel tegen.

Relatief positief is dat het afromingspercentage bij handel in dierrechten buiten familiair verband in de pluimvee- en varkenssector naar beneden is bijgesteld naar respectievelijk 15 en 25 procent. In de melkveehouderij blijft het op 30 procent staan. Het percentage dat Adema voor alle sectoren in petto had.

De pijn voor de veehouderij zit vooral in de lagere mestproductieplafonds in 2025 die Wiersma aankondigt. Waar deze voor de melkveehouderij slechts met 2 procent daalt, leveren de pluimveehouderij met min 17 procent en de varkenshouderij met min 25 procent fors in. Een absurde korting, reageren beide sectoren.

Met dit plan hebben we de ramp niet afgewend. Mensen hebben niet in de gaten hoe groot de problemen volgend jaar worden

Harm Holman, NSC-Kamerlid

Na de eerste teleurstelling las BBB ook het 'zoet' in de mestbrief van Wiersma. Daarbij gaat het onder meer om maatregelen die meer mestplaatsingsruimte opleveren. Ook wil ze de bufferzones rond Natura 2000-gebieden verkleinen.

Veel hoop is gevestigd op het aanpassen van de normen voor gasvormige verliezen. In de praktijk blijkt dat een groter deel van de stikstof uit de mest verdampt dan eerder werd aangenomen. Uit onderzoek blijkt dat 14 procent als stikstofcorrectiefactor beter aansluit op de werkelijke situatie op het boerenerf dan de huidige correctiefactor van 10,1 procent. Met de aanpassing kan de boer, binnen de norm van 170 kilo stikstof per hectare, meer kuub mest kwijt op het land.

In tegenstelling tot BBB vrezen diverse andere partijen dat Wiersma's voorstellen niet ver genoeg gaan om een generieke korting of koude sanering in de veehouderij te voorkomen. Coalitiepartij NSC is hierbij opvallend kritisch.


Naast het vergroten van de mestplaatsingsruimte wil Wiersma ook investeren in export van mest. In de begroting van het ministerie van LVVN zijn budgetten opgenomen om hiermee te beginnen; onder andere voor het aanstellen van een mestgezant die nieuwe afzetmarkten voor mest moet aanboren.

Een aanjager moet de vergunningverlening voor het verwerken van mest versnellen en daarvoor knelpunten oplossen. Ook komt er een subsidieregeling voor apparatuur om mest transportgeschikt te maken.

Veel van de maatregelen van Wiersma zijn onvoldoende om de mestmarkt op korte termijn in balans te brengen, erkent ze. Daarom komt de minister ook met structurele maatregelen voor de lange termijn, zoals een eiwitreducerend voerspoor. Daarnaast opent in 2026 een brede en vrijwillige beëindigingsregeling voor veehouders. Deze wordt gefinancierd uit de 5 miljard euro die kabinet-Schoof eenmalig extra uitrekt voor de landbouw.


Hoop op Brussel

De voornaamste oplossing voor de mestcrisis ligt volgens de landbouwminister in Brussel. Sommige Kamerleden vrezen dat dit op niets zal uitlopen, gezien de ervaringen van haar voorgangers. Desondanks houdt Wiersma vertrouwen in een soepelere houding van de Europese Commissie.

'Ik denk ook dat wanneer je er vanuit wetenschappelijk oogpunt naar kijkt het heel goed te onderbouwen is', zegt Wiersma. Ze focust hierbij op de herziening van de dertig jaar oude nitraatrichtlijn die momenteel loopt. Ook verwacht ze meer ruimte na het aantreden van de nieuwe Europese Commissie.

'Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie is recent met een strategische dialoog naar voren gekomen. We zien dat er op landbouwgebied iets gaat veranderen. Dus de kans om het te doen, is nu. Het is ook de opdracht in het hoofdlijnakkoord en ik geloof erin', stelt de landbouwminister.


Koude sanering voorkomen

BBB blij is met het uitblijven van een gedwongen krimp van de veestapel in de plannen van de eigen minister. Andere partijen vrezen dat het mestpakket van Wiersma onvoldoende is om een generieke korting of koude sanering te voorkomen.

Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) vindt de verwachtingen van technische innovaties erg hoog gespannen. Als voorbeeld noemt hij het verwerken van mest in potgrond, iets wat Wiersma als optie noemt. Ook vindt hij het op de lange baan schuiven van grondgebonden melkveehouderij ongewenst. 'Helaas wordt ook de brede beëindigingsregeling pas begin 2026 opengesteld. Dat is onverantwoord laat en moet en kan echt eerder.'

'Het is een moedige poging om de problemen aan te pakken', reageert NSC-Kamerlid Harm Holman op Wiersma's voorstellen. 'Kijk je naar de verkleining van de bufferzones rond Natura 2000-gebieden, dan levert dat maar 200.000 kilo meer mestplaatsingsruimte op. Lokale boeren hebben daar baat bij, maar voor het totale plaatje levert het weinig op.'


Tekst gaat verder onder video.

Holman, behorende bij een coalitiepartij, rekent voor dat Nederland volgend jaar een mestoverschot heeft van 60 miljoen kilo. De plannen van Wiersma leveren volgens hem slechts een reductie op van zo'n 8 miljoen kilo.

'Als we niet meer doen, hoe kunnen we Brussel dan overtuigen?', vraagt Holman zich af. 'Een mestoverschot van 52 miljoen kilo is te veel. Dit jaar kunnen boeren met kunst- en vliegwerk nog wel van hun mest afkomen, maar dat lukt volgend jaar niet meer.'


Vrees voor toekomst familiebedrijf

Net als Grinwis begrijpt Holman niet waarom Wiersma de beëindigingsregeling pas in 2026 wil openen. 'De regeling ligt klaar op het ministerie.' Hij vreest voor de toekomst van het familiebedrijf in de melkveehouderij. 'Met dit plan hebben we de ramp niet afgewend. Mensen hebben niet in de gaten hoe groot de problemen volgend jaar worden.'

Eline Vedder (CDA) ziet positieve punten in de voorstellen, zoals het behoud van de graslandsubsidie, meer mestplaatsingsruimte voor boeren dicht bij Natura 2000-gebieden en de serieuze inzet op het voerspoor. 'Mijn eerste reactie is wel hoe we alle stikstof- en natuurdoelen gaan halen zonder budget en plan. Wij gaan constructief meedenken om te zorgen dat er geen koude sanering komt.'


VVD'er Thom van Campen betwijfelt ook of het nieuwe mestpakket voldoende is om een koude sanering te voorkomen. 'Want dat voorkomen is ons doel. Daarover gaan we snel het debat voeren. De uitdaging wordt om met minder geld, meer stikstofuitstoot te verminderen. Die veer heeft VVD bij de onderhandelingen helaas moeten laten.'

Caroline van der Plas (BBB) ziet dat er na het aantreden van een BBB-minister een andere wind waait op het landbouwministerie. 'Het verkleinen van de bufferstroken was volgens de vorige minister onmogelijk. Ook werd nooit gesproken over gasvormige verliezen. Bij Wiersma kan het dus wel en daar zijn we positief over', zegt de BBB-leider. Zij stelt dat er anders dan onder minister Adema nu 'geen focus ligt op krimp van de veehouderij'.


Webinar over impact mestbrief

De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) en de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP houden maandag 23 september een webinar over de extra opgave die bij beide sectoren wordt neergelegd. Onder leiding van hoofdredacteur Esther de Snoo van Nieuwe Oogst worden de vragen behandeld die de mestbrief oproept. Aanmelden voor het webinar om 10.30 uur kan via bit.ly/pov-webinar.


LTO-voorzitter Ger Koopmans
LTO-voorzitter Ger Koopmans © LTO Nederland

'Sociaal-economische plannen realistisch'


Voorzitter Ger Koopmans van LTO Nederland kijkt ook naar de sociaal-economische plannen van het nieuwe kabinet. Deze voorstellen stralen wat hem betreft 'realisme uit'.

Het is aan de uitvoering om te zorgen dat die plannen stralen, zegt Koopmans, die onder meer aandacht vraagt voor de sterk gestegen werkgeverslasten. 'Het kan niet zo zijn dat werkgevers continu een hogere rekening krijgen, terwijl werknemers er netto niet of nauwelijks op vooruitgaan. Dat helpt werkenden niet in hun bestaanszekerheid en koopkracht.'

Het kabinet moet volgens hem daarom werk maken van lagere werkgeverslasten en gelijktijdig meer loon naar werken. 'De aangekondigde lastenverlichting voor het bedrijfsleven is een kleine eerste stap, maar er is meer voor nodig om van Nederland weer een echt ondernemersland te maken.'


Ruimte nodig

Werkgevers in de land- en tuinbouw willen vooruit, willen investeren en innoveren. Het kabinet moet daarvoor fysieke ruimte en regelruimte vrijmaken, stelt Koopmans. 'De voorstellen van het kabinet helpen om de land- en tuinbouw toekomstperspectief te bieden. Maar het kabinet moet nu wel doorpakken. Werkgevers in onze sector snakken naar daadkracht.'

De LTO-voorzitter steunt de kabinetsinzet op automatisering en robotisering. Maar hij wijst er ook op dat arbeidsmigranten in de komende jaren 'noodzakelijk blijven, zeker voor seizoenswerk.'



POV-voorzitter Linda Verriet
POV-voorzitter Linda Verriet © Koos Groenewold

'Absurde extra opgave voor varkenssector'


Het mestproductieplafond van de varkenssector verlagen met 25 procent in plaats van 10 procent is volkomen absurd. Net zoals de afroming van varkensrechten met 25 procent bij verkoop. Dat stelt voorzitter Linda Verriet van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) in reactie op de mestplannen.

De varkenssector heeft volgens Verriet al ruim bijgedragen aan het verlagen van de mestproductie en wordt daar nu voor gestraft. 'We zijn in 2002 gekort op rechten, zijn gekrompen via de inname van POR-rechten en de vrijwillige opkoopregeling Srv. Ook binnen de regelingen Lbv en Lbv-plus hebben veel varkenshouders ingetekend', stelt ze.

'We nemen onze verantwoordelijkheid en zitten al jaren onder onze mestplafonds. Wat nu gebeurt is disproportioneel. De ruimte die we hadden wordt met de extra verlaging ingenomen, terwijl we die nodig hebben om verder te verduurzamen. Meer leefoppervlak, strooisel en circulaire grondstoffen leiden tot meer stikstof en fosfaat. En het dient geen enkel doel om verwerkte mest, die de grens over gaat, mee te tellen binnen het mestplafond.'

Verriet mist echte crisismaatregelen, zoals het verruimen van plaatsingsruimte en de inzet van renure. 'Het Rijk moet regie nemen bij de vergunningen, zodat er meer mestverwerkingscapaciteit komt. Dat is nodig voor een betere bodem- en waterkwaliteit, reductie van stikstof en broeikasgassen en het efficiënt hergebruiken van mest.'



Voorzitter Kees de Jong van vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP
Voorzitter Kees de Jong van vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP © Dirk Hol

'Pluimvee heeft er part noch deel aan'


Voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP is zeer teleurgesteld en verbolgen over het feit dat de afroming van dierrechten voor de sector is opgenomen in het voorstel van landbouwminister Femke Wiersma. 'Wij hebben vanuit de pluimveehouderij part noch deel aan de mestproblematiek.'

De Jong noemt het 'totaal onrechtvaardig dat alles op één hoop wordt gegooid'. Er is volgens hem nul draagvlak voor in de pluimveesector. De vakgroep bestudeert een gang naar de rechter om de afroming van tafel te krijgen.

De bereidheid in de sector om een rechterlijke uitspraak over de afromingsplannen af te dwingen, is volgens de vakgroepvoorzitter groot. 'Ik zie nergens een motivatie waarom de pluimveesector dierrechten zou moeten afromen bij overdracht buiten de familie. Het percentage is wel verlaagd in vergelijking met het plan van voormalig landbouwminister Piet Adema. Dat komt denk ik doordat wel duidelijk is wat de Raad van State hiervan vindt.'


15 procent te veel

Maar 15 procent afroming is 15 procent te veel als het een sector betreft die geen deel is van het mestprobleem, stelt De Jong. 'Mijn hoop is erop gevestigd dat de Tweede Kamer hierop nog een correctie aanbrengt.'

In de pluimveehouderij wordt de mest al jaren verwerkt. Ook is de uitstoot vanuit de sector al jaren onder de excretieplafonds. 95 procent van de pluimveemest komt niet terecht op Nederlandse bodem.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    24° / 12°
    10 %
  • Zondag
    22° / 12°
    40 %
  • Maandag
    20° / 15°
    70 %
Meer weer