Agrarische huishoudens hebben meer te besteden

Agrarische huishoudens kennen een stabiele en hoge inkomenspositie. Ze hebben over het algemeen meer te besteden dan het gemiddelde Nederlandse huishouden. De armoede onder boeren en tuinders is dan ook laag, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Agrarische+huishoudens+hebben+meer+te+besteden
© ZLTO

De vrijdag gepubliceerde cijfers betreffen het jaar 2022. Bij het berekenen van het besteedbaar inkomen neemt het CBS het bruto inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies voor inkomens- en ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Met andere verplichte uitgaven en bedrijfskosten, zoals de opgelopen mestafzetkosten in de melkveehouderij, is hier geen rekening mee gehouden.

Agrarische huishoudens hadden in 2022 een gemiddeld besteedbaar inkomen van 88.200 euro. Dit is meer dan het gemiddelde van alle huishoudens in Nederland (51.200 euro per jaar) en van huishoudens van zelfstandig ondernemers (71.800 euro). Het gemiddeld inkomen van agrarische huishoudens was in 2022, gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling, 1 procent hoger dan een jaar eerder en 14 procent hoger dan in 2020.



De hoge inkomenspositie leidt ertoe dat drie jaar geleden 0,7 procent van de agrarische huishoudens in de categorie arm viel. Ze waren daarmee minder vaak arm dan een gemiddeld huishouden in Nederland (4,0 procent) en huishoudens van zelfstandig ondernemers (3,3 procent).

Het percentage agrarische huishoudens dat te maken heeft met armoede is niet veel veranderd de laatste jaren. De berekening is gemaakt met de nieuwe armoedemethode die het CBS samen met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft ontwikkeld.

400 van de 56.000 agrarische huishoudens waren in 2022 arm. Armoede hoeft niet blijvend te zijn. Om na te gaan of er sprake is van langdurige armoede, kijkt het CBS naar de laatste drie jaren. Van de agrarische huishoudens was in 2022 0,1 procent gedurende de laatste drie jaren arm. Langdurige armoede onder agrarische huishoudens was lager dan bij een gemiddeld Nederlands huishouden (1,5 procent) en ook lager dan gemiddeld bij huishoudens van zelfstandig ondernemers (0,9 procent).


Hoogste inkomensgroep

Meer dan de helft (56 procent) van de agrarische huishoudens behoorde in 2022 tot de 20 procent huishoudens met de hoogste besteedbare inkomens in Nederland, 6 procent behoorde tot de 20 procent laagste inkomens. Gevolg is dat 69 procent van de agrarische huishoudens in 2022 tot de 20 procent hoogste welvaartsgroep in Nederland behoorde. Dit is bijna het dubbele van huishoudens van zelfstandig ondernemers (37 procent).

Agrarische huishoudens bestonden in 2022 uit gemiddeld 3,1 gezinsleden, huishoudens van zelfstandig ondernemers uit 2,8 gezinsleden. Gecorrigeerd voor het aantal huishoudleden, volgens het zogenoemde gestandaardiseerd inkomen, behoorde bijna 52 procent van de agrarische huishoudens tot de 20 procent hoogste inkomens. Voor huishoudens van zelfstandig ondernemers is dit 38 procent.

Van het totale inkomen dat agrarische huishoudens samen verdienden, was 64 procent afkomstig uit de bedrijfsactiviteiten, 27 procent uit werk als werknemer (loon) en 9 procent uit ontvangen uitkeringen en pensioen. Voor huishoudens van zelfstandig ondernemers werd 53 procent van het inkomen verdiend uit de onderneming, 38 procent ontvangen uit loon en 8 procent uit uitkering of pensioen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    8° / -2°
    10 %
  • Zondag
    9° / -1°
    10 %
  • Maandag
    10° / -1°
    10 %
Meer weer