Regen geeft twist aan ruwvoerrantsoen

Lang najaarsgras dat overwinterde, een veelal natte voorjaarssnede en laat ingezaaide mais. Regen heeft dit jaar veel invloed gehad op de groeiomstandigheden en daarmee op de kwaliteit van de kuilen. Het vraagt extra aandacht om een goed winterrantsoen samen te stellen.

Regen+geeft+twist+aan+ruwvoerrantsoen
© Jos Thelosen

'De variatie in de kwaliteit van kuilen is dit jaar groter dan in andere jaren.' Antoon Jacobs, productmanager foerage bij Eurofins, concludeert dat op basis van de gras- en maiskuilen die Eurofins Agro dit jaar analyseert.

De voorjaarskuilen waren al natter dan normaal, ziet Jacobs. 'Dat geeft automatisch meer onbestendig eiwit, vooral bij de vroege voorjaarskuilen van april. Die bevatten relatief veel, vooral onbestendig, eiwit. Dat is eiwit dat in de pens wordt afgebroken.'

Meer onbestendig eiwit is op zich geen probleem. Wel is het belangrijk dat bij die vroege voorjaarskuilen voldoende onbestendige energie, zoals gerst en al langer geconserveerde mais met veel van deze energie, wordt gevoerd, adviseert Jacobs. Daarmee wordt de onbestendige eiwitbalans (OEB) kloppend gemaakt. 'Bij een overmaat aan eiwit in relatie tot energie, verlies je een deel van het eiwit als ureum via de urine en de melk.'

Ook in het voorjaar zijn natte, moeilijk te conserveren kuilen gewonnen

Leo Tjoonk, Agrifirm

'Maar de meeste voorjaarskuilen zijn gemaakt in de eerste helft van mei', vervolgt de productmanager. 'Deze kuilen bevatten juist minder eiwit en zijn wat structuurrijker dan gemiddeld. Hierdoor valt de VEM (Voeder Eenheid Melk) van deze kuilen vaak iets tegen. Deze vroege meikuilen moeten dus zowel met eiwit als met energie worden aangevuld in het rantsoen.'


Zomerkuilen weer anders

De vroege zomerkuilen van dit jaar bevatten juist erg weinig eiwit en veel suiker, ziet Jacobs. 'Tijdens de wat drogere periode eind juni is veel gras gewonnen. Door de zon bevat die veel suikers. Bij eiwit en suiker is het vaak zo dat wanneer de één daalt, de ander stijgt. Wel is het eiwit dit jaar lager dan anders, mogelijk omdat er in het voorjaar minder is bemest.'

De toename in structuur en een lagere voederwaarde in de loop van het seizoen ziet ook Leo Tjoonk, teamleider Ruwvoer bij Agrifirm. Dit komt doordat vanwege regen plaatselijk langer wordt gewacht met maaien. 'Tot en met half mei zat de NDF, een maat voor de hoeveelheid celwanden, tussen de 350 en 450. Later zie je die oplopen tot 500 en zelfs 600 voor het hele late spul. Daar zit wat natuurgras bij, maar ook veel graskuilen die stengeliger zijn gemaaid.'

Stabiliseer de pens, vooral bij kuilen met veel celwanden, met bijvoorbeeld gisten of natriumbicarbonaat, raadt Tjoonk aan. Een andere optie is voeren van een latere snede die snel is gemaaid en mogelijk wat droger is. 'Zo kun je het totale drogestofpercentage van het rantsoen iets verhogen, terwijl je ook de hoeveelheid eiwit verhoogt.'


Eiwit aanvullen bij zware snede

Omdat de zware snedes vaak een laag eiwitgehalte bevatten, is ook een extra eiwitaanvulling in de vorm van Protiplus, dat zowel onbestendig als bestendig eiwit bevat, mogelijk. Wel is goed om te beseffen dat dit een vochtig bijproduct is.

Tjoonk komt nog met een tip voor ondernemers. 'Wie veel eiwit van eigen land wil, kan kiezen voor wat jongere snedes. Dat kan door latere snedes om de drieënhalve week te maaien in plaats van om de vier weken.'

Maar die aanpak moet wel uitkomen, relativeert Tjoonk ook. 'Stel dat het weer niet meewerkt en je wacht een week, dan kan die hoeveelheid ruw eiwit zomaar 30 gram per kilo droge stof zijn gedaald.'


Najaarskuil

Voor wie nu nog iets wil, is de hoop vooral gevestigd op een goede najaarssnede die in september en oktober is of nog wordt binnengehaald, vertelt Jacobs. 'Het eiwitgehalte neemt namelijk weer toe in het najaar.'


Conservering is bij najaarskuilen een extra aandachtspunt, waarschuwt Jacobs. Deze deze kuilen zijn vaak natter en bevatten meer grond. 'Het eiwit heeft een bufferende werking. Daardoor verloopt de pH-daling, die zorgt dat de kuil zuurder en stabiel wordt, trager dan normaal. Hierdoor kunnen ammoniak en boterzuur ontstaan. Een inkuilmiddel kan de pH-daling versnellen.'

Hoewel op de meeste bedrijven genoeg gras is gewonnen, is er een mogelijk ruwvoertekort bij bedrijven die de mais laat hebben gezaaid, analyseert Tjoonk. 'Aan de andere kant zie je de snijmaisprijzen nu dalen. Landelijk is er niet echt een tekort.'


Hoeveelheid droge stof

Een ander aspect dat speelt bij het kiezen van de juiste combinatie tussen de kuilen is de hoeveelheid droge stof. Ook in het voorjaar zijn natte en moeilijk te conserveren kuilen gewonnen. 'Veel eerste grassnedes zijn erg nat ingekuild, met tussen de 20 en 35 procent droge stof', schetst Tjoonk. 'In die kuilen zit nogal wat melkzuur, wat de pens kan verzuren.'

'Die hoeveelheid melkzuur is te compenseren met andere kuilen of snijmais', vervolgt de teamleider Ruwvoer van Agrifirm. 'In dat laatste geval pak je niet de wat minder droge, kolfloze mais met suiker in de stengel. Daar kun je ook melkzuur in verwachten, omdat bij de conservering die suiker wordt omgezet.'

Die lastig te conserveren kuilen worden ook nog gemaakt, verwacht Izak van Engelen, productmanager Rundvee bij ABZ Diervoeding. Er stond begin oktober nog veel mais. 'Het is nu 7 oktober, de droge stof zal langzaam toenemen zolang er nog groene bladeren zijn.' Voor mais met een nog niet rijpe kolf ziet hij uitdagingen, vooral op de lage percelen.


Tekst gaat verder onder het kader

T-som als leidraad voor oogstmoment van mais

Leo Tjoonk van Agrifirm introduceerde vorig jaar de temperatuursom (T-som) als monitoring voor de maisoogst op basis van het zaaimoment. Bij 1.500 graden is de mais rijp. Ook dit jaar paste hij dit met succes toe. 'Van de mais die op 1 mei is gezaaid, zit die in Noordwest-Friesland er met 1.600 graden boven, in Limburg is de T-som zelfs 1.800', stelde Tjoonk eind vorige week. Voor later gezaaide mais wordt het soms kritiek. 'Op 1 juni gezaaide mais komt in Limburg op 1.500 graden en in Noordwest-Friesland op 1.290. Die moet nog drie tot vier weken voordat ie rijp is. Het is de vraag of dit gewas dan nog op het land staat.'

Bij een natte maiskuil, met bijvoorbeeld 25 procent droge stof, duurt het net als bij nat gras langer om te conserveren. Dat kan leiden tot te veel azijnzuur. 'Met droge grondstoffen kun je die conservering versnellen. Eventueel is het verstandig om met droge grondstoffen, zoals silagemeel, in te kuilen', vertelt Van Engelen.


Silagemeel versnelt conserveren

Silagemeel, dat met 2 ton per hectare door de kuil wordt gemengd, bestaat uit gewalste mais en sojahullen. 'De hullen nemen vier tot vijf keer hun eigen gewicht aan vocht op. Hierdoor wordt die ongewenste trage conservering voorkomen.'

Door dat bijmengen wordt de suiker uit de plant gebruikt voor de conservering, stelt Van Engelen. 'Het aanwezige zetmeel blijft daarmee beschikbaar voor de koe.'


Thema Voeren

Goed voeren is van levensbelang op het veehouderijbedrijf. Voor de gezondheid van het vee, voor de productie en voor financieel resultaat. Niet gek dus dat er altijd veel aandacht voor is in de advisering en in het onderwijs. De samenstelling van het voer wordt nauwkeurig onderzocht. Daarbij moet altijd rekening gehouden worden met actuele omstandigheden, zoals het weer. Dit artikel is onderdeel van het thema Oogst in de Nieuwe Oogst van 11 oktober.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer