Fontane-oogst in België 10 procent lager dan meerjarig gemiddelde

De lagere opbrengsten voor Fontane zijn volgens de toelichting van onderzoeksinstelling Viaverda vooral het gevolg van het beperkte aantal groeidagen. Vanwege de late start van het groeiseizoen komt het gemiddelde nu op 121 groeidagen. Voor Fontane is dat ongeveer 24 dagen minder dan in normale jaren. Verder is de variatie in opbrengsten vanwege de sterk uiteenlopende pootdata naar verhouding groot op de 36 bemonsterde percelen.

Voor percelen die in april zijn gepoot, is een gemiddelde opbrengst vastgesteld van 66 ton per hectare. Poten in mei levert in de proefrooiingen een hectareopbrengst op van gemiddeld 48 ton. Voor de monsters van de in juni gepote percelen is dat 39 ton. Van de laat gepote percelen is op een kwart al loofdoding toegepast. De natuurlijke afrijping van de betreffende gewassen lag vorige week op 30 procent.

Grove maatsortering

Viaverda constateert dat ook bij de laat gepote percelen er nauwelijks nog aangroei is van knolmassa. Alleen op de meest groene gewassen is vanaf half september nog een dagelijkse toename van hooguit 400 kilo per dag gemeten. De laatste proefrooiing wijst uit dat de grofte van de knollen uitkomt op gemiddeld 82 procent van de opbrengst in de sortering 50 millimeter opwaarts. Het vijfjarig gemiddelde is 78 procent in de grovere maatsortering.

Het onderwatergewicht van Fontane, zoals bepaald na de laatste proefrooiing, laat geen grote veranderingen meer zien met gemiddeld 393 gram. Deze waarde is een aanwijzing voor een redelijk tot goede bakkwaliteit van de aardappelen. Het onderwatergewicht tussen de beproefde partijen varieert van 333 tot 480 gram. Vooral op de late percelen is het onderwatergewicht ten opzichte van de vorige meting nog behoorlijk toegenomen tot een wenselijk niveau.