Nat jaar vergt flexibiliteit van veehouders

Goede kwaliteit gras vroeg dit jaar flexibiliteit, maaien als het kon en wachten wanneer het moest. Veehouders die ondanks de omstandigheden de koeien vroeg in het voorjaar naar buiten konden doen profiteerden nog van het hoge eiwitgehalte in gras, dat vervolgens snel daalde.

Nat+jaar+vergt+flexibiliteit+van+veehouders
© Koos van der Spek

Boeren die op tijd waren met maaien en vervolgens elke vier weken een snede eraf konden halen, mogen hun handen dichtknijpen. Zij konden precies tussen de buien door maaien. Ruwvoerexpert Mark de Beer van Groeikracht verwoordt het doeltreffend: 'Als het in het voorjaar bekwaam is, sla dan je slag.'

De Beer kan nu al zeggen dat 2025 ook een bijzonder jaar wordt. 'Elk jaar is bijzonder en brengt uitdagingen met zich mee. Voor dit jaar was de uitdaging de vele regen, wat op meerdere manieren gevolgen had voor de kwaliteit. Veel percelen zijn dichtgeslagen en er kwam geen gras op. Dit komt doordat er geen zuurstof in de grond zit en je bodemleven kapotgaat.'

Agrariërs konden het afgelopen seizoen ook niet altijd het land op, weet De Beer. 'Dat maakt het een uitdaging om mest op alle grond te krijgen. Als de draagkracht goed genoeg was om te bemesten maar er vervolgens weer een stortbui kwam, spoelden meststoffen soms ook nog uit.'

Flexibele veehouders konden het hoge ruweiwitgehalte in het voorjaar wel benutten

Mark de Beer, ruwvoerexpert bij Groeikracht

Antoon Jacobs, productmanager ruwvoer bij Eurofins, ziet dit beeld ook terug te in de uitslagen. 'Zowel bij de eerste kuiluitslagen als bij de versgrasmetingen zien we dat minder zonuren en de vele regen veel invloed hebben op de kwaliteit van het gras. De percelen die onder water hebben gestaan trokken elke keer wel weer bij, maar door de regen viel de mineralisatie in de bodem tegen.'

Het probleem om voldoende meststoffen op het land te krijgen in verband met de draagkracht ziet Jacobs dit jaar ook. 'Met name op kleigronden was dit echt een uitdaging en zat er soms niks anders op dan afwachten. Veel agrariërs op kleigrond konden veel later dan gewenst de eerste snede maaien. Hierdoor liepen zij al voor het seizoen begon achter de feiten aan.'

De Voeder Eenheid Melk (VEM) verloopt dit seizoen vlakker verloopt dan eerdere jaren, valt Jacobs op. In het voorjaar lag deze waarde wat lager dan gemiddeld over de afgelopen jaren, maar in de zomer juist hoger. Dit komt volgens hem waarschijnlijk doordat er dit jaar geen 'zomerdip' was.


Tekst gaat verder onder kader.

Thema Oogst

Het groeiseizoen van 2024 staat vooral in het teken van het natte voorjaar en de moeizame omstandigheden om gewassen te zaaien en poten. De suikerbieten gingen gemiddeld bijna drie weken later de grond in dan normaal. Hetzelfde geldt globaal ook voor zaaiuien en mais. Diverse percelen met aardappelen zijn begin juni nog gepoot. Wat volgde was een soms natte, maar ook groeizame zomer. Tot dusver zijn de opbrengsten veelal matig en is de variatie per bedrijf en teeltregio behoorlijk groot. Dit artikel is onderdeel van het thema Oogst in de Nieuwe Oogst van 20 september.

'In de afgelopen jaren was er in de zomer een lange warme en droge periode, dat resulteerde in minder grasopbrengst met een lagere VEM-waarde', geeft Jacobs aan. In de versgrasmetingen zien ze bij Eurofins, in tegenstelling tot dit voorjaar, weer hoge eiwitwaardes.

Het eiwitgehalte in vers gras steeg van 146 gram ruw eiwit per kilo droge stof in week 25 tot 238 gram in week 36. Het suikergehalte is in deze periode gedaald van 172 gram suiker per kilo droge stof in week 25 naar 86 gram in week 36. Beide waardes wijken niet sterk af van het langjarig gemiddelde.

De grote middengroep, die begin of halverwege mei de eerste snede van het land haalde, maait een snede minder dan de afgelopen jaren, verwacht De Beer. Ondernemers die wel op tijd de eerste snede konden maaien, halen dit jaar naar alle waarschijnlijkheid acht sneden binnen.


Stikstofefficiëntie

De stikstofefficiëntie is dit jaar het grootste probleem, stelt De Beer. Veel veehouders konden niet elke vier weken maaien, hierdoor daalt de stikstofefficiëntie; er worden zware snedes gemaaid. Na vier weken gaat gras over naar generatieve groei, het gewas neemt dan geen stikstof meer op en de extra groei is dus alleen maar een uitdunning van de voederwaardes, legt de Groeikracht-expert uit.

Veehouders willen volgens De Beer het liefst in het begin van het voorjaar alles plannen en uitstippelen. 'Dit jaar was een heel goed voorbeeld van dat dit niet altijd kan, je kunt het weer immers niet sturen. Veel boeren beweiden volgens een beweidingsplan, maar het was dit jaar elke keer dusdanig nat dat de koeien meerdere keren weer naar binnen moesten. Dan moet je steeds opnieuw opstarten en dat is voor zowel koe als veehouder verre van ideaal.'

De flexibele veehouders hebben nog wel wat kunnen benutten van het hoge ruweiwitgehalte in het voorjaar, vervolgt de ruwvoerexpert. 'Het is belangrijk om flexibel te zijn als veehouder, maar neem wel elke keer een duidelijke beslissing. Als een jager links en rechts een konijn ziet en er dus maar tussenin schiet, mist hij ze allebei.'



Mark de Beer, ruwvoerexpert bij Groeikracht.
Mark de Beer, ruwvoerexpert bij Groeikracht. © Eigen Foto

'Houd bij mais vooral niet vast aan één hakselmoment'


Door de grote verschillen in de zaaidatum van mais zal er ook veel verschil zitten in de opbrengst en kwaliteit. 'Wordt de kolf überhaupt nog rijp?', vraagt Mark de Beer zich af. Hij is ruwvoerexpert bij Groeikracht en geeft advies aan veehouders en loonwerkers.

Wat zijn factoren die meespelen in het afrijpingsproces van de kolf?

'Belangrijk is de T-som. Voor de boeren die de mais laat hebben ingezaaid wordt dat dit jaar lastig. Er zijn nog wel wat warme dagen nodig om ervoor te zorgen dat ook de kolven van de laat gezaaide mais goed afrijpen. De dagen worden nu korter en de temperatuur daalt ‘s nachts al behoorlijk, dit is niet gunstig voor de mais.

'We zien dit jaar ook veel steriele kolven, dat komt met name door de weersomstandigheden. Het kolfaandeel is hierdoor ook minder hoog dan we gewend zijn van andere jaren.'


Heeft het dan nog zin om wat langer te wachten met hakselen?

'Het is belangrijk om geduld te hebben, zodat de maiskorrels wel goed rijp zijn. Maar het streven moet zijn de mais zeker voor 20 oktober te oogsten.

'Na die datum verbrandt de plant meer suikers dan deze overdag kan aanmaken, waardoor je negatieve groei kunt krijgen. Er wordt geen zetmeel meer aangemaakt, de plant zal hooguit wat indrogen. De drogestofopbrengst per hectare gaat dan omlaag.'


Wat is wijsheid met betrekking tot de maisoogst?

'Houd vooral niet vast aan één hakselmoment. Probeer per perceel te kijken wanneer het gewas het beste kan worden geoogst. Stem dit ook goed af met je loonwerker, zodat hier rekening mee kan worden gehouden.

'Bij onbehandelde mais raak je ongeveer 10 procent van je zetmeel kwijt door het conserveringsproces. Door heterofermentatieve inkuilmiddelen in te zetten kun je het zetmeel beter behouden.

'Oogst ruim voldoende, zodat je de nieuwe maiskuil drie tot vier maanden dicht kunt laten. Want mais is pas 100 tot 120 dagen na de oogst echt stabiel en broeit dan minder snel. In principe oogst je dus altijd voor het volgende jaar.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    50 %
  • Zondag
    15° / 5°
    10 %
  • Maandag
    15° / 10°
    70 %
Meer weer