VK-Oost: salderingsregeling biedt oplossing voor mestcrisis

Vakmensen zijn in staat kunstmestruimte in te ruilen voor dierlijke mest met gelijkblijvende technische prestaties zonder nadelige effecten op de milieuprestaties. Dat kan meehelpen om het mestprobleem op te lossen, stelt de vereniging Vruchtbare Kringloop Oost (VK-Oost).

VK%2DOost%3A+salderingsregeling+biedt+oplossing+voor+mestcrisis
© Frits Huiden

In de periode 2020 tot en met 2023 hebben twintig VK-Oost-melkveehouders op klei en zandgrond uit de Gelderse Achterhoek en de Liemers deelgenomen aan de pilot BedrijfsEigen Stikstofnorm (BES). In deze pilot is de bemesting afgestemd op het opbrengend vermogen van de grond en op het vakmanschap van de melkveehouder, die zijn af te lezen uit de KringloopWijzer.

In de kern wordt in de BES-pilot berekend welk bemestingsniveau van dierlijke mest noodzakelijk is voor fosfaatevenwichtsbemesting. Aansluitend wordt berekend welk kunstmestniveau daarbij verantwoord kan worden toegepast om te voldoen aan de Nitraatrichtlijn.


Stikstofbemesting 20 kilo per hectare lager

In de vier jaar dat de BES-pilot is toegepast door de melkveehouders, is in de BES-systematiek gemiddeld 20 kilo stikstof per hectare minder aangewend ten opzichte van de generieke wettelijke norm. De generieke norm stikstof uit dierlijke mest lag gemiddeld op 232 kilo stikstof per hectare. De toegepaste dierlijke stikstof kwam uit op 261 kilo stikstof per hectare.

De generieke norm stikstof uit kunstmest lag gemiddeld op 159 kilo stikstof per hectare. De gerealiseerde stikstofbemesting met kunstmest door de BES-bedrijven bedroeg 110 kilo stikstof per hectare. Een van de doelen met de toepassing van de BES-systematiek is het realiseren van fosfaatevenwichtsbemesting met dierlijke mest.


Binnen de generieke wettelijke normen is door de toename van de stikstof-fosfaatverhouding in de dierlijke mest en bij derogatie het verbod op het gebruik van fosfaatkunstmest geen fosfaatevenwichtsbemesting meer te bereiken.

Op de twintig deelnemende melkveebedrijven is binnen de generieke normen een tekort van 24 kilo fosfaat per hectare per jaar. Met de toepassing van de BES-systematiek is dit tekort ruimschoots gehalveerd naar 10 kilo fosfaat per hectare per jaar. In theorie was er dus meer ruimte voor de toepassing van meer dierlijke mest.


Nitraatgehalte grondwater

Tijdens de looptijd van de BES-pilot zijn jaarlijks op de deelnemende bedrijven grond- en drainwatermonsters genomen voor vaststelling van het nitraatgehalte. Immers: toepassing van een bedrijfsspecifieke bemesting moet passen binnen de waterkwaliteitsopgaven. Voor nitraat in het grondwater is dit 50 milligram per liter.

Er zijn geen aanwijzingen dat de toepassing van de BES-systematiek leidt tot hogere nitraatgehaltes in vergelijking met het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Op zowel de bedrijven op zand als op klei is het nitraatgehalte lager dan 50 milligram per liter.



De omvang en looptijd van de pilot maken harde conclusies over het effect op het nitraatgehalte in het grondwater niet mogelijk. Maar een aanwijzing dat de grondwaterkwaliteit niet verslechtert, is de geringe daling van het stikstofbodemoverschot op de bedrijven. In de periode 2016-2019 was deze gemiddeld 129 kilo stikstof per hectare. In 2020-2023 lag deze gemiddeld op 123 kilo stikstof per hectare.


Ammoniak

Een voorwaarde voor deelname aan de BES-pilot was het nemen van maatregelen om de ammoniakemissie niet te laten stijgen met de toepassing van meer dierlijke mest. De maatregelen die vooral zijn ingezet, zijn verlagen van het ruweiwitgehalte in het rantsoen en meer beweiden.

In de periode 2016-2019 was de ammoniakemissie gemiddeld 67 kilo per hectare. In de BES-periode 2020-2023 was dit gemiddeld 62 kilo per hectare. Vanaf 2020 is vooral ingezet op het verlagen van het ruw eiwit in het rantsoen.

Hoge benuttingscijfers van de ingezette bemesting vertalen zich naar passende bedrijfsspecifieke normen, die aansluiten bij de bedrijfsomstandigheden en het management. Alle ondernemers hadden dit goed in de gaten en zochten naar het optimum.

'De deelnemers zetten niet in op het 'stomweg' de normen vertalen naar wat kan daarbinnen maximaal worden bemest, maar wel op het schakelen naar een bedrijfsvoering gericht op maximale benutting. Meer dierlijke mest in plaats van kunstmest focust op het maximaal benutten volgens de vier juistheden van bemesting. Juiste gift, juiste plaats, juiste tijdstip en juist meststof', licht BES-projectleider Jaap Gielen toe.


Perspectief

In de BES-pilot van VK-Oost is gebleken dat vakmensen in staat zijn kunstmestruimte in te ruilen voor dierlijke mest met gelijkblijvende technische prestaties en geen nadelige effecten op de milieuprestaties. VK-Oost ziet perspectief in deze systematiek die kan bijdragen aan het oplossen van het huidige mestprobleem.

'Geef ondernemers de keuze om extra dierlijke mest toe te passen boven de 170 kilo stikstof tot het maximale niveau van fosfaatevenwichtsbemesting. Voor de extra dierlijke mest moet dan wel een-op-een kunstmeststikstof worden ingeleverd', zegt Gielen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer