Roelof Brands: 'Weer worden verkozen is een grote verrassing'

Had u erop gerekend om te worden gekozen in de gemeenteraad?

'Eigenlijk niet. Ik stond op plek dertien op de kieslijst met de gedachte dat een keer iemand anders in de gemeenteraad kon komen. Ik ben nu 22 jaar raadslid, best al lang dus. Maar ik heb er zeker zin in om weer een periode mee te draaien.'

Voor een raadslid wordt het boerenbedrijf gezien als een nevenfunctie, maar in werkelijkheid ligt dat toch anders

Roelof Brands, melkveehouder in Rolde en raadslid

Wat dacht u toen u het hoorde?

'Weer worden verkozen is toch een grote verrassing. Ik was al de enige boer in de vorige raadsperiode en het is goed dat er iemand in de gemeenteraad zit met oog voor de landbouw.'

Is er nog campagne gevoerd om u als boer verkozen te krijgen?

'Nee, niet dat ik weet. Ik weet ook niet wie op mij heeft gestemd en ik heb ook niet echt actief campagne gevoerd. Dat was ook wat lastig in de afgelopen coronaperiode. Wel hadden we als Gemeentebelangen een brochure waarin alle kandidaten zich konden presenteren.'

Hoe belangrijk is het dat een agrarisch ondernemer in de gemeenteraad zit?

'Je opereert in een gemeenteraad met leden met verschillende achtergronden. Je ervaart dan dat het boeren toch anders gaat dan de meeste mensen denken. Ze hebben bijvoorbeeld geen weet van alle regelgeving waaraan wij als agrarisch ondernemers moeten voldoen of de rol die wij in de transitie spelen. Daar wordt weleens wat te makkelijk over gedacht. Het is ook niet allemaal zo zwart-wit als sommige mensen voorspiegelen. Dan zijn er momenten dat je als boer het verschil kunt maken.'

Komt dat agrarisch belang de komende raadsperiode ook voldoende aan bod?

'Ik houd dat wel in de gaten. Dan denk ik aan de tweede bedrijfswoning. Agrarische bedrijven worden groter, dus is er meer behoefte aan permanent toezicht. Bij recreatiebedrijven mag het al en ik vind dat dit voor boerenbedrijven ook mogelijk moet zijn.'

Is het raadslidmaatschap nog wel te doen naast het boerenbedrijf?

'Het vreet steeds meer tijd, dat merk ik wel. Voor een raadslid wordt het boerenbedrijf gezien als een nevenfunctie, maar in werkelijkheid ligt dat toch anders. Er zijn momenten dat het raadswerk gewoon niet uit komt, bijvoorbeeld als een koe moet kalven, of zoals nu in het voorjaar. Maar ik ga er weer het beste van maken.'