Partner Nederland deelt passie op Internationale Pflanzenmesse

Tijdens de internationale sierteeltbeurs, van 24 tot en met 27 januari in de Messe van de Duitse stad Essen, hebben zich in totaal 1.600 standhouders uit vijftig landen gepresenteerd. Hiervan kwamen er zo'n 400 uit Nederland, dat daarmee de grootste buitenlandse inzender was op de beurs.

'Met die grote inbreng onderstreepten Nederland en Duitsland de goede relatie die al decennia lang bestaat op het gebied van sierteelt', stellen de organisatoren van de beurs.

Vernieuwingen

De IPM toont vernieuwingen in de sierteeltsector, waaronder planten, techniek en floristiek. De beurs is al jarenlang een belangrijk presentatieplatform voor de groene sector in Nederland, volgens Holland Horti International. Deze organisatie verzorgde de collectieve Nederlandse inzending samen met de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten, Anthos, Bloemenbureau Holland, het ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse ambassade in Berlijn.

Monique van Daalen, de Nederlandse ambassadeur in Duitsland, opende dit jaar de beurs officieel. Zij benadrukte de band tussen de twee landen op sierteeltgebied. Duitsland is voor Nederland de belangrijkste sierteeltexportmarkt. Op jaarbasis neemt de Bondsrepubliek voor 1,5 miljard euro af aan bloemen, planten, bollen en boomkwekerijproducten bij de westelijke buurman.

Nederlandse enclaves

Eén van de vierhonderd Nederlandse standhouders in Essen is de firma Kapiteyn uit Breezand. Het familiebedrijf heeft zijn stand in Hal 1, nabij de collectieve Nederlandse inzending in die hal. In hal 12 is een andere jaarlijks terugkerende Nederlandse enclave van boomkwekers te vinden. De overige Nederlandse deelnemers hebben hun stek gevonden in de resterende tien hallen die de sierteeltbeurs rijk is.

Kapiteyn neemt dit jaar voor de achtste keer deel aan de beurs. Aanvankelijk stond het bedrijf in hal 12, maar heeft sinds vijf jaar een vaste plaats in hal 1. Het bedrijf dat bloembollen veredelt, kweekt en exporteert is er groos mee. 'Deze plek laten we ons niet meer afnemen', zegt Lennaert Kapiteijn, verantwoordelijk voor de afzetmarkten China en India bij het bedrijf. Hij behoort tot de vierde generatie van het familiebedrijf.

Evenals andere Nederlandse standhouders beaamt hij dat de IPM vooral een contactbeurs is. 'Orders worden er nog nauwelijks geschreven.' Het internationale belang van de beurs trekt het bedrijf vooral. 'Wij exporteren naar veertig landen en mogen hier niet ontbreken.'

Bloemenveiling Royal FloraHolland is onderdeel van het Nederlandse collectief in hal 1, waar dertig bedrijven zijn samengeklonterd. De veiling grijpt de IPM aan om haar vernieuwde digitale handelsplaats FloraMondo aan te prijzen. 'Dit is de belangrijkste internationale beurs', verklaart Pieter van der Schee, betrokken bij de ontwikkeling van FloraMondo, de keuze.

Uitbouw marktplaats

Op dit moment doen 1.200 kwekers en 750 klanten zaken op het digitale platform. FloraHolland wil die aantallen zien groeien en hoopt op de IPM de digitale marktplaats te kunnen uitbouwen. 'We zijn hier om kwekers en klanten over FloraMondo te informeren en het verder met hen te ontwikkelen.'

De naam van de stand van FloraHolland op de beurs, Home of Opportunities, moet de digitaliseringsambitie van de veiling verder onderstrepen.

De andere Nederlandse bloemenveiling, Plantion uit Ede, beleeft dit jaar zijn tweede deelname aan de IPM. Het bedrijf wil zijn naamsbekendheid onder detaillisten en kwekers in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen vergroten. Om die reden deed de veiling vorig jaar al mee en dit jaar weer.

Innovatietoer

De Nederlandse bijdrage bestond, naast de vierhonderd standhouders die hun expertise presenteerden, uit een innovatietoer, een standparty en een Nederland Partnerland-beursboekje. Tijdens het internationale tuinbouwforum was er eveneens aandacht voor de Nederlandse sierteeltsector.