Zorgen bij MFL-boeren: 'Inkomens online zetten is een no-go'

De LTO-vakgroep MFL en Federatie Landbouw en Zorg (FLZ) hebben hun zorgen over deze pijnpunten meermaals geuit bij de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Het gaat om de al ingevoerde Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en het voorstel voor de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdzorgaanbieders (WIBZ).

De Wtza verplicht zorgboeren hun omzet en inkomen online te zetten. LTO Nederland is het volledig eens met het doel van de wet om publiek (zorg)geld ook publiekelijk te verantwoorden, stelt Pijnenburg. Maar het is volgens de belangenbehartiger en FLZ uit privacy-oogpunt onacceptabel dat hetzelfde geldt voor de omzetten, marges en andere financiële bedrijfsgegevens die de ondernemers halen uit hun landbouwactiviteiten.

'We hebben voorstellen gedaan om wel de zorggelden te verantwoorden, zonder de landbouwinkomsten online te moeten zetten. Op 19 maart is in een ambtelijk overleg te kennen gegeven dat VWS hier niet in mee wil gaan', zegt de LTO-vakgroepvoorzitter.

Uitzondering

Bij de ministeries heeft LTO Nederland wel bereikt dat voor kleinere zorgverleners, met een jaaromzet van maximaal 450.000 euro, een andere regel geldt. Hun landbouwinkomsten moeten worden opgegeven, maar worden niet openbaar gemaakt.

Een ander pijnpunt dat door LTO Nederland en FLZ al meermaals is geadresseerd, is de regel dat zorgboeren die dagbesteding bieden al bij tien werknemers een raad van toezicht moeten instellen. Dat komt doordat dagbesteding onder de noemer 'begeleiding' valt. Voor andere vormen van zorg is deze ondergrens opgerekt naar vijftig zorgverleners.

De belangenorganisatie stelt dat het goed is voor te stellen dat in bepaalde vormen van zorg, met name als het gaat om kwetsbare doelgroepen, de ondergrens voor een raad van toezicht op tien zorgverleners blijft staan. Maar dagbesteding, de vorm van zorg die het meest voorkomt op zorgboerderijen, kent volgens Pijnenburg weinig risico's.

Driekoppige raad

'En het gaat niet over tien fte's, maar over tien werknemers. Dat betekent dat een kleine zorgboerderij met twee begeleiders per dag op de groep, die in theorie met tien werknemers die ieder één dag per week op de zorgboerderij werken, al een driekoppige en dure raad van toezicht zou moeten inrichten.'

Volgens Pijnenburg is de ondergrens van tien werknemers daarom niet proportioneel. Zijn vakgroep stelt dan ook voor om de ondergrens voor een raad van toezicht voor zorgverleners die dagbesteding bieden, op te hogen naar vijftig.

De klachten vanuit de multifunctionele landbouw kwamen onlangs ook aan bod in de Tweede Kamer. Tijdens een debat over de uitvoerbaarheid van beleid op het boerenerf dienden VVD en ChristenUnie een motie in die het kabinet oproept de regelgeving voor zorgboerderijen en zorgverleners beter af te stemmen.

Ook BBB, SGP en PVV benadrukten tijdens het debat dat de regeldruk in de zorglandbouw veel te hoog is, terwijl de behoefte aan deze vorm van zorg juist groot is.

Veel verschillen

De motie – die met een grote meerderheid werd aangenomen – wijst specifiek op de plicht van zorgbedrijven om de boekhouding openbaar te maken en een raad van advies in te stellen. 'Multifunctionele boerenbedrijven kennen veel vormen en soorten en die passen niet altijd in de kokertjes waarin we hier in Den Haag denken', reageerde Tweede Kamerlid Thom van Campen (VVD).

De motie roept op tot versoepelingen of uitzonderingen voor zorgboerderijen. Die kon landbouwminister Femke Wiersma niet direct toezeggen. De eindverantwoordelijkheid in deze kwestie ligt namelijk bij minister Fleur Agema van Volksgezondheid.

Wiersma zegde toe met Agema te gaan overleggen. Ze benadrukt dat zorglandbouw een belangrijke sociale bijdrage levert die moet worden gekoesterd.