Wiersma zet alsnog spoed achter nieuwe brede stoppersregeling

De wetswijziging die de veehouderij onder de verlaagde mestproductieplatforms brengt en het afromen van dier- en fosfaatrechten regelt, is onvoldoende om de mestcrisis te bezweren. Dat vrezen diverse partijen in de Tweede Kamer. Zij vragen landbouwminister Femke Wiersma daarom om eerder te starten met de brede vrijwillige beëindigingsregeling.

Wiersma+zet+alsnog+spoed+achter+nieuwe+brede+stoppersregeling
© Dirk Hol

De landbouwcommissie in de Tweede Kamer en de landbouwminister overlegde maandag tot in de avond over de wetswijziging die de mestproductie moet inperken. Wiersma wil daarmee een generieke korting voorkomen. Diverse partijen zijn daar niet gerust op.

Kamerlid Harm Holman (NSC) denkt dat door de afname van de mestplaatsingsruimte er in 2026 een gigantisch mestoverschot ontstaat. ‘Te vergelijken met 600.000 tankwagens, evenveel als de hele productie van de Nederlandse melkveestapel.’

Samen met Kamerleden van CDA en ChristenUnie vindt Holman dat de brede beëindigingsregeling die gepland staat voor 2026 veel te laat komt. De twee Lbv-opkoopregelingen bleken eerder al onaantrekkelijk voor melkveehouders met verouderde opstallen. Hierdoor doen er aan die stoppersregelingen relatief veel varkens- en pluimveehouders mee.


Voelt onrechtvaardig

Voor sommige Kamerleden voelt het daarom onrechtvaardig dat deze twee sectoren nu bij de afroming van dierrechten en het verlagen van de mestplafonds weer een grote bijdrage moeten leveren bij het oplossen van het mestprobleem van de melkveehouderij. Dat het gevolg is van het afbouwen van de derogatie.

Door eerder met de brede opkoopregeling te starten kunnen meer melkveehouders met stopplannen worden bereikt, verwachten deze partijen. Daarmee kan ook de bijdrage van deze sector aan het oplossen van de mestcrisis toenemen.

Aanvankelijk toonde Wiersma zich niet bereid de brede beëindigingsregeling naar voren te halen, maar door het breed gedragen verzoek van de Tweede Kamer komt ze daarop terug. Tijden het wetgevingsoverleg maandag zegt ze toe ‘alles op alles’ te zullen zetten om de opkoopregeling te bespoedigen. Eerder dan halverwege 2025 gaat dat echter niet lukken, zegt de minister. ‘Het is van belang dat we dit zorgvuldig uitwerken.'

Voor de financiering van de nieuwe beëindigingregeling moet de bewindsvrouw nog binnen het kabinet gaan overleggen. 'Bij de uitwerking van het regeerprogramma beslissen we over welke middelen we hierbij kunnen inzetten.’

Volgende week dinsdag stemt de Tweede Kamer over de wetswijziging van Wiersma en de voorstellen vanuit de Kamer. De ingediende amendementen zijn allemaal door Wiersma ontraden. Zo pleiten partijen voor het verhogen van de afromingspercentages, het laten vallen daarvan voor de varkens- en pluimveehouderij en uitzonderingen voor biologische en jonge boeren. Volgens Wiersma wordt met het niet-afromen binnen familieverbanden al met dat laatste rekening gehouden. Haar stellingname is daarnaast dat alle sectoren die mest produceren bij moeten dragen aan de oplossing van het mestprobleem, ook de biologische bedrijven.


Invoering grondgebondenheid

D66 tracht met een amendement de invoering van een norm voor grondgebondenheid melkveehouderij af te dwingen. Volgens afspraken met Brussel in de derogatiebeschikking moet dat in 2032 zijn gerealiseerd. D66 wil vanaf 2028 daarnaartoe groeien.

De minister laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar grondgebondenheid en de gevolgen daarvan voor de bedrijven en sectoren. Ze wil daarom nu niet meegaan in het voorstel van D66. Zij krijgt hierin steun van de coalitiepartijen. Tijdens het mestdebat van 7 november zal dit onderwerp weer op de agenda staan.


Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    18° / 12°
    20 %
  • Woensdag
    17° / 12°
    75 %
  • Donderdag
    14° / 12°
    95 %
Meer weer