Belgapom verlaagt fritesaardappelnotering naar 22 euro

De Belgapom-notering valt nog iets lager uit dan de notering die de Belgische aardappelorganisaties Viaverda en Fiwap eerder deze week bekendmaakten. Bovendien ijkt het einde van de prijsdaling nog niet direct in zicht. Grootste probleem is een gebrek aan vraag, terwijl het aanbod af land wel toeneemt. Belgapom maakt dan ook melding van een flauwe stemming. Daarmee geeft de brancheorganisatie aan dat het aanbod groter is dan de vraag.

De fritesindustrie schroeft de productie na de zomerpauze weer op, maar nog niet alle lijnen draaien op volle capaciteit. Belangrijker daarbij is dat de grondstofvoorziening van de fabrieken in bijzonder hoge mate al van tevoren is ingekocht. Vooralsnog zijn de grote fabrieken geen koper in de markt. Dus moet de afzet in de vrije markt het hebben van de kleinere bedrijven, waaronder vooral schilbedrijven.

Er komen maar weinig transacties tot stand in deze periode. Viaverda en Fiwap noteerden dinsdag nog 23 tot 25 euro. Daarbij werd vermeld dat 25 euro nog het meest werd gehanteerd in de markt. Met de nieuwe notering van Belgapom komt er weer meer druk op de prijzen.

Grote opbrengstverschillen

Opbrengstbepalingen van de Belgische aardappelorganisatie Viaverda duiden op een normale opbrengst van 38 ton in het vroege ras Amora na gemiddeld 87 groeidagen. De verschillen zijn wel groot.

Percelen die in de eerste helft van april zijn geplant, laten in de proefrooiingen opbrengsten zien van 44 tot 66 ton per hectare. Op percelen waar het pootgoed rond 11 tot 14 mei in de grond ging, blijven de opbrengsten vooralsnog steken op 23 tot 34 ton per hectare. Dat verschil wordt verklaard doordat de late percelen 35 groeidagen missen ten opzichte van de eerder geplante aardappelen.

De latere percelen halen dagelijks zo'n 400 kilo per hectare van hun achterstand in. Op de vroege percelen nemen de opbrengsten per hectare nog met 265 kilo per dag toe, terwijl dat op de latere percelen 665 kilo per hectare is.