Conventionele zeugenstapel niet interessant voor repop

Een nog onbekend aantal varkenshouders gaat meedoen aan een van de landelijke beëindigingsregelingen: de Lbv of Lbv-plus. Als vermeerderaars hun bedrijf afbouwen, dan zullen ze hun zeugen in vrijwel alle gevallen afvoeren naar de slacht.

'Een conventionele zeugenstapel komt niet in aanmerking voor het herbevolken van vermeerderingsbedrijven die via depopulatie-repopulatie (depop-repop) een gezondheidssprong willen maken', zegt Jos Kneepkens, adviseur bedrijfsvoering en economie bij Topigs Norsvin.

Er zijn uitzonderingen voor bedrijven die bewezen vrij zijn van Actinobacillus pleuropneumoniae (App). 'Dat zijn SPF-opgestarte bedrijven (Specific Pathogen Free). Die zijn er niet veel in Nederland. En dan moet zo'n SPF-bedrijf ook nog meedoen aan een opkoopregeling', vervolgt de adviseur.

Veel zeugenstapels van stoppers verhuizen waarschijnlijk niet naar bestaande vermeerderingsbedrijven. 'Going concern zou een prima oplossing zijn voor het ontvangende bedrijf. Na het ontvolken van de eigen zeugenstallen, het doorvoeren van aanpassingen en minimaal vier weken leegstand na het reinigen en ontsmetten, komt de bigproductie na herbevolken meteen weer op gang', licht Kneepkens toe.

'Maar koop je een in productie zijnde zeugenstapel die qua gezondheidssprong niets toevoegt, dan schiet je er voor de lange termijn ook niets mee op. Terwijl het daar juist om draait bij depop-repop: betere resultaten behalen met gezonde dieren en meer werkplezier.'

Lastig matchen

Als een SPF-zeugenbedrijf stopt, is het in de praktijk nog steeds lastig om het met een ander vermeerderingsbedrijf te matchen. Ondernemers moeten elkaar vinden, met elkaar in gesprek gaan en in de stal kijken. Het gaat vervolgens niet alleen om dieraantallen en het onderhandelingssucces, maar ook voor de termijn waarop het overgaan van de zeugen zijn beslag krijgt.

'Dat optimaal op elkaar afstemmen, is een puzzel en lastiger te plannen dan het opstarten met de aanvoer van gelten van fokbedrijven met een hoge gezondheidsstatus', stelt Kneepkens. 'Het vraagt flexibiliteit van de stoppende zeugenhouder. Die moet tot het einde gemotiveerd zijn om alle werkzaamheden goed te doen.'

Ondanks de zeldzaamheid kent Kneepkens wel een praktijksituatie waarbij een SPF-opgestart vermeerderingsbedrijf de App-vrije zeugen heeft verkocht aan een collega-vermeerderaar. 'Deze stoppende vermeerderaar heeft geen opvolger en doet mee aan de opkoopregeling.'

De koper wil af van de App-problematiek op zijn varkensbedrijf, geeft de adviseur verder aan. 'Maar bij de huidige hoge prijzen opstarten met gelten en een langere onproductieve periode is te kostbaar. De match die tot stand is gekomen, blijkt een lot uit de loterij te zijn.'