'Stikstofbeleid Brabant raakt aan beginselen van behoorlijk bestuur'

Maandag is het zover, dan is het 1 juli. Een datum die sinds 2017 door veel Brabantse veehouders met rood omcirkeld is in de agenda. Dit is de deadline waarop de meeste veehouderijsectoren hun stallen moeten hebben aangepast, zodat ze kunnen voldoen aan de strengere emissienormen voor stikstof.

In een laatste poging om het provinciebestuur op andere gedachten te brengen, vond op initiatief van CDA een interpellatiedebat plaats over het Brabantse stikstofbeleid. 'Op maandag 1 juli worden Brabantse veehouders vogelvrij verklaard', begint Van de Ven.

'Dankzij dit beleid komen agrarisch ondernemers in juridische problemen. U als provinciebestuur kan en mag het risico niet bij bedrijven neerleggen. Dus hoe zorgt u ervoor dat deze ondernemers niet in de problemen komen door een eis waar ze simpelweg niet aan kunnen voldoen?'

Handhaving

Provincie Noord-Brabant besloot zeven jaar geleden om de oorspronkelijke stallendeadline van 2028 naar voren te halen. Dit omdat de emissiereductie van stikstof niet snel genoeg ging. Maar voor veel veehouders is dit onhaalbaar. Er zijn nog geen geschikte stalsystemen beschikbaar. Daarom heeft het provinciebestuur toegezegd niet te handhaven bij bedrijven die in oktober 2023 een vergunning hebben aangevraagd.

Maar critici vrezen een 'PAS 2.0' en zijn bang dat milieuorganisaties handhavingsverzoeken gaan indienen bij de rechter, omdat de genoemde veehouders niet voldoen aan de nieuwe emissienormen. Van de Ven gebruikt harde woorden. 'Er is iets goed mis in provincie Noord-Brabant. Door moedwillig aan deze deadline vast te houden, brengt u veehouders in de shit. Stop met het vasthouden aan dit zwaar gepolitiseerde dossier.'

Zoals verwacht brengt het noodsignaal van CDA het college niet op andere gedachten. 'We handelen niet in strijd met de door u genoemde beginselen van behoorlijk bestuur', pareert stikstofgedeputeerde Wilma Dirken. 'Dat hebben we al laten uitzoeken. En als je een regel overschrijdt, dan ben je nog niet meteen illegaal', doelt ze op de groep veehouders die nog wacht op een vergunning.

Hardheidsclausule

Roel Gremmen van coalitiepartij VVD valt de gedeputeerde bij. Hij beroept zich op de hardheidsclausule. 'Als bij veehouderijen die een vergunning hebben aangevraagd, hebben geïnvesteerd in nieuwe stalsystemen of een passende beoordeling hebben, na metingen blijkt dat ze een paar procentjes meer uitstoten, dan zal de provincie die ondernemers ontzien.'

Volgens Gremmen is er dus geen vuiltje aan de lucht. 'Er is zicht op een passende beoordeling voor veehouderijen. We bieden maatwerk voor vooruitstrevende boeren en zien een gedeputeerde die doorpakt en samen met de sector de handschoen op wil pakken.'

Maar de oppositie laat het daar niet bij zitten. Zo diende BBB een motie in die het college van Gedeputeerde Staten oproept om de verordening te toetsen aan de beginselen van behoorlijk bestuur.