Fijnslijper Baltus bewijst nut van bedrijfseigen mestnorm

Hij liep vast met de generieke mestnormen en sloot zich daarom aan bij het samenwerkingsverband Koeien & Kansen. Rijk Baltus wilde met bedrijfsspecifieke mestnormen bewijzen dat lage emissies en een ruimere bemesting prima samengaan. Baltus hoort met zijn vrouw Linda en hun kinderen Dennis, Esther en Nico bij de deelnemers van het eerste uur. 'Ze weten in Wageningen precies wat ik voer en hoe de melkproductie zich ontwikkelt.'

Fijnslijper+Baltus+bewijst+nut+van+bedrijfseigen+mestnorm
© John Oud

Rijk Baltus (56) scrolt achter zijn computer van de ene naar de andere sheet. De nitraatgehalten in het water, de ammoniakemissie per koe of de melkproductie uit ruwvoer. De melkveehouder in Middenmeer beschikt over een uitpuilende database aan informatie over zijn bedrijf. Hij dankt die cijferrijkdom aan zijn deelname aan het samenwerkingsverband Koeien & Kansen. Het project van Wageningen University & Research viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum.

De familie Baltus doet al 25 jaar mee. 'Kijk, deze week lag de productie het hoogst van de afgelopen zes maanden. Wat valt je op? Het suikergehalte in ons rantsoen lag die week een stukje hoger en die andere uitschieter laat zich verklaren door een wat hogere drogestofopname', analyseert Baltus hardop.


Programma Feedlync

De Noord-Hollander is een fanatieke deelnemer aan Koeien & Kansen. Hij gaat prat op het programma Feedlync, dat bij een aanpassing van een voedermiddel of krachtvoerdosering automatisch doorrekent wat dat doet met bijvoorbeeld het ruweiwitgehalte in het rantsoen. Belangrijk, want een van de projectdoelen is een ruweiwitgehalte van maximaal 152 gram per kilo droge stof. En leerzaam, want het brengt scherp in beeld waar oorzaak en gevolg liggen bij een verandering in de melkproductie of -samenstelling.

Laat mij meer dierlijke mest uitrijden, zodat ik minder kunstmest hoef te strooien

Rijk Baltus, melkveehouder in het Noord-Hollandse Middenmeer

Baltus solliciteerde bij Koeien & Kansen omdat hij tegen de generieke mestnormen aan liep. Die lagen zo laag dat het potentieel van zijn vruchtbare poldergrond onvoldoende werd benut. 'Ik ben eigenlijk een akkerbouwer die melk produceert. We zijn in 2003 verhuisd van Haarzuilens naar deze locatie op de zeeklei, midden tussen de akkerbouwers.'

Op de Utrechtse locatie was het gras groener dan in Middenmeer, maar groeide het minder. Baltus: 'Hier zag het gras lichtgroen door stikstofgebrek en groeide het dankzij goede omstandigheden. Stikstof is niet de enige voorwaarde voor grasgroei, lucht in de bodem en een gematigd klimaat zijn ook belangrijk. Dat zit hier wel goed.'


Geen gras op een lege accu

In de jaren voordat Baltus verhuisde, ondermijnde intensieve akkerbouw het organischestofgehalte in de zeeklei en daarmee het stikstofleverend vermogen. 'Op een lege accu kun je geen gras telen. Daarom wilde ik graag bemesten met een bedrijfseigen mestnorm, die kans kreeg ik bij Koeien & Kansen.'

Een kans die voor Baltus goed heeft uitgepakt. Hij werkt met een bedrijfseigen mestnorm (BES), wat betekent dat hij evenwichtsbemesting toepast. Kortom: bemesten wat er groeit. Acht jaar lang mocht hij meer mest op het land uitrijden als meer dan gemiddeld ruwvoer werd geoogst. Die ruwvoeropbrengst steeg stap voor stap, tot het topjaar van 19 ton droge stof aan gras. Het Nederlands gemiddelde ligt op 10 ton per hectare.

'De bodem herstelde zich dankzij meer drijfmest. Het organischestofgehalte steeg van 1,5 naar meer dan 3 procent en het gras kleurde groener', stelt Baltus. Bij een opbrengst van 19 ton gras zou in theorie ruimte zijn voor 96 kuub mest per hectare, maar de grens van de totale gebruiksruimte veranderde niet. Afhankelijk van het stikstofbodemoverschot werd de extra ruimte voor drijfmest gecorrigeerd door een korting op de kunstmestruimte.


Biljartlaken

De percelen op het bedrijf van de Noord-Hollandse melkveehouder liggen zo strak en recht als een biljartlaken. Nauwelijks sloten, geen greppels, geen afrastering, geen boom, geen struik. De koeien blijven binnen en Baltus ruilt zijn 73 hectare met de grond van omliggende akkerbouwers. Elk jaar verhuurt hij 26 hectare voor onder meer aardappelen en bollen. 'Wij doen de tussenteelt met gras voor de akkerbouwer. Zo zijn we eigenlijk een extensief akkerbouwbedrijf, maar een intensief melkveebedrijf zonder blijvend grasland.'

Baltus kocht vorig jaar 9 hectare grond, de jaren daarvoor moest hij met 36 hectare grasland en 9 hectare mais ruwvoer produceren voor 120 koeien en 66 stuks jongvee. Goed voor een intensiteit van bijna 28.000 kilo melk per hectare. Dankzij de bedrijfseigen mestnorm en een permanent jonge grasmat lukte het hem zelfvoorzienend te zijn in ruwvoer.


Minder dan 800 kilo CO2

'Het potentieel is hier enorm en het draagt bij aan lage CO2-emissies per kilo melk; afgelopen jaar 739 kilo CO2-equivalent per kilo meetmelk', vertelt de veehouder. 'Maar helaas heeft de politiek besloten een streep te zetten door de bedrijfseigen mestnorm. Afgelopen jaar lag de grasopbrengst nog op 16,5 ton droge stof en kleurde het gras weer lichter groen. Het ruweiwitgehalte bleef steken op 141 gram per kilo droge stof en ik verwacht dat daar nog 20 gram van af gaat.'


De melkveehouder uit Middenmeer beschikt over een uitpuilende database aan informatie.
De melkveehouder uit Middenmeer beschikt over een uitpuilende database aan informatie. © John Oud

Het bedrijf van Baltus ligt namelijk in een met nutriënten verontreinigd gebied. De totale stikstofgebruiksnorm daalt dit jaar daardoor met nog eens 60 kilo per hectare. 'Ik sprak onlangs nog met vertegenwoordigers uit de politiek. Ik legde hen uit dat ik hierdoor waarschijnlijk meer krachtvoer met soja moet kopen. Elke kilo krachtvoer is 500 gram CO2-toeslag. Laat mij meer dierlijke mest uitrijden, zodat ik minder kunstmest hoef te strooien en minder soja hoef te kopen.'


KringloopWijzer

Baltus weet dat borging van de KringloopWijzer voor politici essentieel is. En ook dat die soms ter discussie staat. 'Tegelijkertijd geeft het een enorm goede weergave van waar je als bedrijf staat en hoe efficiënt je draait. De KringloopWijzer gaf mij het inzicht dat ik op de goede weg zat. Met een gemiddelde sla je alles plat. Dan komt niemand vooruit. De huidige mestnormen passen niet bij de gewas-opbrengst en werken sjoemelen bovendien eerder in de hand.'

De ondernemer legt uit dat op dit moment alleen de voeding bedrijfsspecifiek wordt meegenomen in de kengetallen van de KringloopWijzer. 'Met een bedrijfseigen mestnorm telt de bodem ook mee en laat je het wel uit je hoofd om de hoeveelheid gras naar beneden te drukken. Je oogst met gras twee keer zo veel fosfor als met mais. De ruimte voor mest is dan dus dubbel zo hoog', stelt hij.

'We gebruiken nu een deel van de kringloop, maar je moet de hele kringloop gebruiken', benadrukt Baltus. 'Dan kom je veel dichter bij de werkelijkheid dan met de huidige generieke norm.'


Grasmengsel

De bedrijfseigen mestnorm is niet het enige dat Koeien & Kansen de Noord-Hollandse melkveehouder te bieden had. Baltus heeft zijn bedrijf ook kunnen fijnslijpen tijdens zijn deelname aan het samenwerkingsverband. Als hij gras zaait, maakt hij altijd gebruik van een mengsel met drie soorten.

Baltus teelt een mengsel van Engels raaigras, rietzwenk en klaver, zodat de wortelzone dieper doordringt in de bodem en meer bijdraagt aan de opbouw van organische stof en het vasthouden van nutriënten. Klaver bindt bovendien stikstof uit de lucht, de plant heeft zelf geen stikstofbemesting nodig.

'Maar wist je dat het een misverstand is dat het gras meegroeit op de stikstof die de klaver vangt? We hebben hier proeven gedaan zonder bemesting waarbij je zag dat het gras rondom de klaverplant knalgeel bleef', geeft Baltus aan.


Sneden combineren

Nog zo'n voorbeeld van fijnslijpen: Baltus combineert altijd de eerste met de derde snede en de tweede met de vierde snede in zijn sleufsilo. De latere sneden bovenop zijn voor het jongvee, zodat de vroegere sneden voor het melkvee 'geen bovenkant hebben' en daardoor minder verlies.


De vijfde snede kuilt Baltus bovenop de maiskuil als afdekking en eiwitbron.
De vijfde snede kuilt Baltus bovenop de maiskuil als afdekking en eiwitbron. © John Oud

De vijfde snede kuilt de melkveehouder bovenop de maiskuil als afdekking en eiwitbron. En voordat het maiszaad de grond in gaat – bij voorkeur in de graszode – oogst hij er eerst nog een vroege snede gras. 'Op deze plek is het lucratief om grond uit te ruilen met akkerbouwers. Zo hoog mogelijke opbrengsten van het land halen geeft op ons bedrijf het hoogste rendement.'

Baltus loopt naar de achterkant van zijn erf en kijkt uit over de vlakke polder. 'Ik gun iedereen een goede boterham. En dat lukt het best als je bedrijfsspecifiek mag werken. Dat is mijn bijdrage geweest aan dit project.'


Rijk Baltus, melkveehouder in het Noord-Hollandse Middenmeer
Rijk Baltus, melkveehouder in het Noord-Hollandse Middenmeer © John Oud


Bedrijfsgegevens

Rijk Baltus heeft samen met zijn vrouw Linda een melkveebedrijf in het Noord-Hollandse Middenmeer. Ze hebben 120 melkkoeien, 66 stuks jongvee en een melkproductie van 1.244.877 kilo per jaar. De ondernemers beschikken over 38 hectare gras, 9 hectare mais en ze verhuren 26 hectare aan akkerbouwers. De melkveehouders nemen, te midden van akkerbouwers op een hoogproductieve grond, deel aan het samenwerkingsverband Koeien & Kansen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    20° / 5°
    0 %
  • Vrijdag
    20° / 4°
    10 %
  • Zaterdag
    15° / 3°
    10 %
Meer weer