Samen met telers toewerken naar duurzame perenteelt
Slimmer telen met minder gebruik van chemie. Dat is de uitdaging die Nico van Geest, specialist fruitteelt bij Agrifirm, elke dag aangaat. ‘Het klimaat verandert en het aantal toegelaten middelen neemt af. Binnen die kaders zoeken we met telers naar oplossingen voor duurzame teelt met voldoende opbrengstpotentieel.’
De perenteelt in Nederland maakte de afgelopen jaren een aantal ontwikkelingen door die de omschakeling naar een meer duurzame teeltmethode behoorlijk uitdagend maakt. Zo is het areaal flink gegroeid en is Conference het meest voorkomende ras. De teeltwijze is verschoven naar het jonge hout voor hogere perenopbrengst en betere vruchtkwaliteit. Juist dat jonge hout is het meest vatbaar voor schurftinfecties.
‘Conference had de naam resistent te zijn tegen schurft’, zegt Van Geest. ‘Maar de schimmel past zich zo snel aan, dat het nu een groeiend probleem is. In combinatie met een natter en vochtiger klimaat, is de uitdaging enorm. Je moet er als teler echt bovenop zitten om een schurftinfectie onder de duim te houden.’
De teler moet er bovenop zitten om schurft onder de duim te houden
Expertiseplatform
Belangrijke schakel in de ontwikkeling van een duurzame fruitteelt is het Expertiseplatform Fruit & Vruchtboom van Agrifirm. Binnen het Expertiseplatform vindt de coördinatie plaats tussen onderzoeksvragen uit de praktijk en kennisontwikkeling op onderzoekslocaties en praktijkbedrijven.
‘We zijn bijvoorbeeld zo’n drie jaar geleden gestart met het ontwikkelen van kennis over schurft in peren. Inmiddels weten we dat je de bestrijding vroeg in het jaar moet starten; twee tot drie weken eerder dan tot nu toe werd aangenomen. Ook experimenteren we met spuitschema’s waarin we de werking van bestaande middelen versterken, middelen vervangen door plantversterkers of juist die middelen weglaten die in de komende jaren niet meer mogen worden toegepast. Kennis en ervaring moet je vroegtijdig ontwikkelen’, vindt Van Geest.
Naast spuitmoment en spuitschema’s initieert het Expertiseplatform ook onderzoek naar fytosanitaire maatregelen in de boomgaard. De levenscyclus van perenschurft loopt via jonge takken en blad naar de vrucht. Het lijkt dus voor de hand te liggen om bladeren en snoeihout uit de boomgaard te verwijderen.
‘We hebben aan Wageningen University & Research gevraagd om uit te zoeken hoe lang de schurftschimmel op dood materiaal blijft leven’, legt de specialist fruitteelt uit. ‘Het antwoord op die vraag komt dit jaar beschikbaar. Pas dan weten we echt zeker of je al het blad moet weghalen en takken moet versnipperen.’
Belangrijke rol fruitteler
Gezien de complexiteit van het schurftprobleem en de zorgvuldigheid waarmee kennis moet worden ontwikkeld, ziet Van Geest veel waarde in de bijdrage die telers leveren aan het Expertiseplatform. Die participatie bestaat uit het aanleveren van praktijkervaring, maar ook uit het beschikbaar stellen van onderzoeks- en demonstratieruimte in de boomgaard.
‘We hebben de input van iedereen nodig om de perenteelt te verduurzamen en gelijktijdig voldoende peren van goede kwaliteit te telen. Hoe meer telers bijdragen, hoe sneller de kennisontwikkeling gaat. Testen op praktijkbedrijven is daarbij een onmisbare schakel.’
‘Schurft in peren is van alle jaren, maar het probleem wordt wel snel groter’, waarschuwt de teeltspecialist. ‘Het kost telers minimaal vier jaar om de infectiedruk op hun bedrijf structureel te verlagen. Uiteindelijk moeten we de boom zelf weerbaarder maken.’
Meer besmettingen
Agrifirm-adviseur Siep Fennema ziet dat zijn telers in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht de handen vol hebben aan het bestrijden van schurft. ‘In 2022 telden we drie schurftinfecties. Vorig jaar acht en voor dit jaar staat de teller in maart al op twee.’Specifieke uitdaging bij perenschurft is dat – anders dan bij appelteelt – de schimmel zich op twee manieren verspreidt; via ascosporen die ontstaan op afgevallen blad en via conidia, ongeslachtelijke sporen, die groeien op het jonge hout.
‘We dachten dat conidia de belangrijkste infectiebron waren’, schetst Fennema. ‘Door onderzoek van het Expertiseplatform hebben we nu het sterke vermoeden dat ascosporen minstens zo gevaarlijk zijn. Ze zijn lichter en mobieler en verspreiden zich makkelijk over grotere afstand. In combinatie met het grote areaal Conference is een infectie zo een feit. Via aanvullend onderzoek willen we hier meer inzicht in krijgen.’
De bestrijding van perenschurft richt zich – met de middelen die nog voorhanden zijn – op de periode van maart tot en met mei. In die periode is de sporenproductie maximaal. Grootste angst van telers is dat de schimmel ook op de peren komt en vruchtconidia vormt. Peren met schurftvlekjes krijgen een lagere kwaliteitsbeoordeling, waardoor de prijs aanzienlijk daalt. Fennema:‘De schimmel heeft een incubatietijd van 2 tot 8 weken. Er zijn voorbeelden van peren die na de oogst gaaf in de koelcel gingen, maar bij het uithalen volop besmet bleken. De financiële impact is dan echt enorm.'
’Om schurftbesmettingen in de toekomst onder de duim te kunnen houden, is de perenboom zelf het meest belangrijk. ‘Een gezonde boom die in balans is, heeft een hogere natuurlijke weerstand tegen de schimmel’, zegt Fennema. De adviseur denkt daarbij aan een juiste verhouding tussen groei en snoei, maar ook aan de balans tussen groei en vruchtzetting. Verder horen bij vitale bomen het voorkomen van droogtestress en zorgen voor een gezonde en weerbare bodem die voldoende nutriënten levert. ‘De natuur moet z’n werk gaan doen. Alleen moeten wij nog leren hoe je daarbij het best kunt helpen.'
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Agrifirm
Agrifirm
Agrifirm is een coöperatie waarin meer dan 10.000 Nederlandse veehouders en telers hun krachten hebben gebundeld. Zo behalen we maximaal inkoopvoordeel op...
Lees verder »