'Bemest in kleinere porties en naar gewasbehoefte'
Veel akkerbouwers maken rond deze tijd hun bemestingsplan en merken dat de bemestingsruimte voor 2025 beperkt wordt. Toch moeten ze niet meer alleen focussen op de maximale benutting hiervan, maar vooral zorgen dat ze zoveel mogelijk stikstof in de kringloop houden.

Vooral telers in met nutriënten verontreinigde (NV)-gebieden zullen de gevolgen van de krappere bemestingsruimte extra hard merken. De gebruiksruimte voor stikstof is in NV-gebieden per 2025 met 20 procent naar beneden bijgesteld.
Bemestingsspecialist Romke Postma van het Nutriënten Management Instituut (NMI) voorziet dat de beperkte bemestingsruimte niet per definitie betekent dat er geen hoge gewasproducties meer kunnen worden gehaald. Hij stelt dat het nu belangrijker is dan ooit om stikstof zo efficiënt mogelijk in te zetten. Overigens denkt Postma wel dat het produceren van baktarwe met een voldoende hoog eiwitgehalte in NV-gebieden lastig kan worden.
Vier juistheden
De bemestingsspecialist wijst akkerbouwers erop kritischer te kijken naar bemestingsadviezen in het Handboek Bodem en Bemesting en daar optimaal gebruik van te maken. 'Dat begint altijd met het toepassen van de vier juistheden van (precisie)bemesting: dien meststoffen toe op de juiste plaats, in de juiste vorm, op het juiste moment en in de juiste dosering', zegt Postma.
Een cash crop is pas echt een moneymaker als de bemesting klopt
Ook wordt het belangrijker om na de hoofdteelt waar mogelijk groenbemesters in te zaaien. Het liefst zo vroeg mogelijk in de nazomer, stelt de bemestingsspecialist. 'Deze groenbemester kan de reststikstof opnemen, die na de hoofdteelt in de bodem is achtergebleven. Het mooiste is een winterharde groenbemester die je in het voorjaar zo laat mogelijk groen kunt onderwerken, mits dat in de soortkeuze mogelijk is wat betreft de aaltjessituatie op het perceel.'
Postma meldt dat de inzaai van groenbemesters vooral van toepassing is na de oogst van vroege aardappelen, graan of zaaiuien. Bij de teelt van late aardappelen en bijvoorbeeld suikerbieten moeten akkerbouwers extra hun best doen om te zorgen dat er zo weinig mogelijk stikstof in de bodem achterblijft.
'Zo hoef je bij aardappelen niet een groot deel van de stikstof al – zoals gebruikelijk – vlak voor het poten te geven. Bemest ongeveer twee derde aan de basis en doe rond half juni nog een bijbemesting op basis van wat een N-mineraalmonster aangeeft over de toestand in de bodem’, licht de bemestingsspecialist toe. 'Hiermee kun je beter inspelen op de behoefte van het gewas en de omstandigheden, die vooral afhankelijk zijn van het weer.'
Verder stelt Postma dat er winst is te behalen bij het inschatten van de nalevering van stikstof van een voorvrucht, een ingewerkte groenbemester of na het scheuren van grasland. Die nalevering is volgens hem beter in te schatten na het steken van een N-mineraalmonster. 'Corrigeer de gift op de ingeschatte nalevering. Elk stukje extra stikstofruimte is mooi meegenomen voor andere percelen waar je graag meer wilt bemesten.'
Zand- en lössgrond
Volgens de bemestingsdeskundige wordt in de praktijk vooral bij de teelt na gescheurd grasland nog te veel onnodig bemest, ook al geldt voor gewastelers op zand- en lössgrond voor bepaalde gewassen een wettelijke korting op de stikstofgebruiksnorm.
Voor deze gronden is de wettelijke gebruiksnorm voor mais en consumptie- en zetmeelaardappelen 65 kilo stikstof per hectare lager als deze gewassen na gescheurd grasland worden geteeld. Overigens geldt de korting niet als het gras in het voorgaande jaar is gezaaid als vanggewas of groenbemester.
Vanuit de Commissie Bemesting Akkerbouw en Vollegrondsgroenten (CBAV), waar Postma zitting in heeft, wordt geadviseerd om als boer een hogere korting op de stikstofgebruiksnorm te hanteren dan wettelijk verplicht is.
CBAV adviseert in het eerste jaar na het scheuren van eenjarig grasland een korting van 70 kilo stikstof per hectare toe te passen. Afhankelijk van de leeftijd van het grasland dat wordt gescheurd, loopt de geadviseerde stikstofkorting ieder jaar op. Scheur je het grasland als het vijf jaar of ouder is? Hanteer dan een korting van 135 kilo stikstof per hectare, schrijft CBAV voor.
'Wat dat betreft zijn er dus nog wel opties om zaken in de bemesting te optimaliseren', stelt Postma. Daarnaast wijst hij erop kritisch te kijken naar giften laat in de nazomer. 'De vraag is wat een gewas dan nog nodig heeft en wat eventueel een groenbemester aan stikstof kan opnemen. Zaai je half augustus een groenbemester, dan kan deze nog 100 kilo stikstof per hectare opnemen. Zaai je half september de groenbemester, dan is nog maar de helft van deze opnamecapaciteit over.'
De rest zal volgens de bemestingsspecialist verloren gaan via denitrificatie of spoelt uit naar het grondwater. 'Dat moet je voorkomen, zeker om onder de gestelde normen wat betreft de waterkwaliteit te blijven.'
Technisch conceptmanager Kees Overheul van landbouwcoöperatie Agrifirm is er net als Postma van overtuigd dat akkerbouwers in hun bemestingsstrategie bij meer sturing op behoefte goede gewasproducties in de benen kunnen houden.
Overheul introduceert het model Balansbemesting Aardappel, omdat hij merkt dat vanwege de strengere bemestingsnormen daar vanuit de praktijk meer vraag naar is. Met dit model krijgen telers in de eerste tien weken van het groeiseizoen bijbemestingsadviezen.
Ruim tien jaar geleden begon Agrifirm al met de ontwikkeling van een voorloper op dit model, maar stopte daar na een paar jaar mee omdat er andere aardappelrassen op de markt kwamen waarbij stikstof een minder grote rol speelde. Ook was stikstof destijds een veel minder beperkende factor. Volgens Overheul zijn er nu in ieder geval drie factoren die pleiten voor de Balansbemesting Aardappel: behoud of verbetering van het teeltrendement, de krappere stikstofruimte en doelsturing van een ondernemer.
Op perceelsniveau bijbemesting bepalen
De conceptmanager stelt dat akkerbouwers door deze factoren worden gedwongen de bemestingsruimte zo efficiënt mogelijk in te zetten. 'Een goede manier om met een lagere stikstofbemesting te telen, is door de giften op te delen in meerdere kleine porties. Met de Balansbemesting Aardappel kun je op perceelsniveau de bijbemesting bepalen. Het model houdt rekening met het ras, teeltdoel en de pootdatum.'
Fertilab in Dronten neemt in de derde en achtste week na het poten bodemanalyses. Daarnaast neemt het agrarisch lab in de zesde en achtste week na het poten plantsapanalyses. Op basis van de actuele groeicurve en de analyses kan een aardappelteler de bemesting bijsturen op de elementen stikstof, kalium, magnesium, mangaan, borium en zwavel.

Overheul: 'Bij de plantsapanalyses wordt ook het loofgewicht meegenomen, zodat de loofontwikkeling van het gewas zichtbaar wordt. Dit geeft beter inzicht in de werkelijke nutriëntenopname van het gewas.' Voor alle monsters hanteert Fertilab dezelfde monsterlocatie. Dit is het meest representatieve deel van het perceel; tussen twee spuitsporen in en in omvang 30 bij 30 meter groot.
Agrifirm werkt in de doorontwikkeling van het model aan het inpassen van kaartlagen om zo de bontheid van een perceel inzichtelijk te krijgen. Daar kan in de toekomst bij het bepalen van de monsterlocatie rekening mee worden gehouden.
Overheul legt uit dat teeltadviseurs meestal het beste agronomische advies voorschrijven, zoals het model aangeeft. 'Maar ze bespreken ook met de ondernemer wat er moet gebeuren om emissie te voorkomen. Het is goed om daarmee rekening te houden vanwege de gestelde waterkwaliteitsdoelen. Vandaar dat het advies soms iets onder de agronomische behoefte ligt', zegt de technisch conceptmanager.
Toepassing op duizend percelen
Agrifirm verwacht het bijbemestingsmodel komend jaar op zo'n duizend akkerbouwpercelen toe te passen. Voor consumptieaardappelen bedragen de kosten 750 euro per perceel, voor zetmeelaardappelen is dat 635 euro.
Verklaring voor dit verschil is dat het voor zetmeelaardappelen minder werk is om het model bij te houden vanwege het kleinere rassenpakket. Daarnaast worden aardappelen met dit teeltdoel op een beperkt aantal grondsoorten verbouwd.
Overheul benadrukt dat het niet gaat om deze kosten, maar om wat het de ondernemer uiteindelijk oplevert. 'Als je bij consumptieaardappelen een 2 tot 3 procent hogere opbrengst hebt dankzij een goede bemestingsstrategie, dan heb je in een gemiddeld jaar de kosten al terugverdient', rekent hij voor. 'Een cash crop als aardappelen is pas echt een moneymaker als de bemesting klopt. Een goed agronomisch bemestingsplan is daarvoor het fundament', besluit de conceptmanager.
Proeven tonen meerwaarde aan
Agrifirm voerde in 2024 op onderzoekslocaties van Wageningen University & Research proeven uit om de meerwaarde van balansbemesting aan te tonen. Bij zetmeelaardappelen in het Drentse Valthermond van het ras BMC was de zetmeelopbrengst in de proef met behulp van het bijbemestingsmodel 1,1 ton per hectare (8,9 procent) meer dan bij een standaard bemestingsstrategie.
De netto-opbrengst van Fontane-aardappelen in het Limburgse Vredepeel was 2,5 ton per hectare (3,6 procent) hoger tegenover standaardbemesting en in Lelystad noteerde de netto-opbrengst van Innovators 57,7 ton per hectare. Dat is 1,3 ton (2,3 procent) meer dan de proef met een standaard bemestingsstrategie.
Overheul meldt tot slot dat Agrifirm ook voor twee andere gewassen werkt aan de ontwikkeling van een balansbemestingsmodel. Welke gewassen dat zijn, kan hij nu niet zeggen.
Totale stikstofgebruiksnorm in NV-gebied met 20 procent gekort
Agrarische bedrijven in met nutriënten verontreinigde (NV)-gebieden hebben sinds 1 januari 2024 te maken met extra voorwaarden. Deze zijn gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit. Een van de voorwaarden is dat op alle percelen in een NV-gebied minder stikstof uit zowel dierlijke als kunstmest mag worden geplaatst. Voor 2025 zijn deze voorwaarden verder aangescherpt. Alle boeren met landbouwgronden in NV-gebieden moeten in 2025 het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof vanuit dierlijke mest en kunstmest verlagen. De verlaging van de norm voor dierlijke mest geldt alleen voor bedrijven die gebruikmaken van derogatie. De totale stikstofgebruiksnorm is in 2025 met 20 procent gekort. Dit is een forse vermindering vergeleken met de 5 procent korting die vorig jaar van toepassing was. In de praktijk betekent dit dat boeren in NV-gebieden in 2025 veel minder stikstof tot hun beschikking hebben voor de bemesting gedurende het seizoen. In 2025 zijn er geen nieuwe NV-gebieden aangewezen, waardoor de gebieden met percelen in NV-gebied onveranderd zijn ten opzichte van 2024. Ondernemers die gebruikmaken van derogatie, moeten onafhankelijk van de grondsoort in een NV-gebied rekenen met de lagere derogatienorm. In 2024 was deze norm nog 210 kilo stikstof per hectare uit dierlijke mest. Voor 2025 is deze norm verlaagd naar 190 kilo stikstof per hectare uit dierlijke mest. De totale gebruiksruimte, die voor meststoffen anders is dan voor dierlijke mest, hangt af van het gewas en het grondsoort. In tabel 2G op de website van RVO zijn de wettelijke normen voor NV-gebieden te vinden.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners


Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Tractor 6130R (SB) #59505
Gebruikt, P.O.A.
-
T7.200 Auto Command CVT
Gebruikt, € 69.750
-
John Deere Tractor 6120R (LH) #29959
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Tractor 6R 150 (WD) #28711
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
HR Manager
LTO Bedrijven - Wageningen, Nederland
Manager
Veen Innovatie Polder Hegewarren - Oudega, Smallingerland
Agrarisch specialist Veehouderij
AB Vakwerk Groep B.V. - Berlikum, Waadhoeke
Akkerbouw medewerker in Creil
AB Vakwerk Groep B.V. - Creil, Noordoostpolder
Allround medewerker akkerbouwbedrijf (meerdere kandidaten)
AB Vakwerk Groep B.V. - Wieringerwerf (Hollands Kroon)
Weer
-
Maandag15° / 1°5 %
-
Dinsdag9° / 3°15 %
-
Woensdag8° / 0°50 %