Start strategische dialoog over Europese voedselproductie

Bijna dertig organisaties doen mee aan de strategische dialoog, waaronder Europese landbouwverenigingen, voedselproducenten en niet-gouvernementele organisatie (ngo's). LTO Nederland zit via Copa-Cogeca aan de gesprekstafel. Ook Wageningen University & Research is uitgenodigd om mee te praten over de toekomst van de landbouw. Jonge boeren praten mee via Ceja (the European Council of Young Farmers).

Bij de aankondiging van de dialoog eind vorig jaar benoemde voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie het doel van de gesprekken: het depolariseren van debatten over de groene transitie. Want die transitie moet volgens haar op een eerlijke, inclusieve en intelligente manier plaatsvinden.

Voorafgaand aan de gesprekken, klonk de nodige kritiek op het proces. Zo vinden boerenorganisaties dat er te veel over, in plaats van met de boeren en tuinders wordt gepraat. Daarnaast was er irritatie over de late aankondiging van de aftrap van de dialoog. Pas vorige week ontvingen de gesprekspartners een uitnodiging, waardoor veel vertegenwoordigers afspraken moesten verzetten, of er niet bij kunnen zijn.

Opvallend is verder dat EU-landbouwcommissaris Wojciechowski niet deelneemt aan de dialoog. Het evenement wordt in de Brusselse wandelgangen al gekscherend een 'Von der Leyen-show' genoemd. Het is de bedoeling dat de verschillende organisaties voor de zomer hun ideeën delen met de voorzitter van de Europese Commissie.

Jonge boeren

Demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zei eerder deze week dat het toekomstperspectief van jonge boeren centraal moet staan. Volgens Adema is de nieuwe generatie 'gemotiveerd om te verduurzamen'. Maar dan hebben ze volgens hem wel ruimte nodig voor ondernemerschap, vakmanschap en innovaties. 'We moeten ze minder strikt voorschrijven hoe ze moeten ondernemen, maar juist inzetten op de doelstellingen.'

Adema vindt verder dat er 'een redelijke compensatie voor duurzaamheidsinspanningen in de gehele keten' moet komen. Ook wil hij een gelijk speelveld binnen én buiten de Europese Unie en stelde hij dat er gediscussieerd moet worden over de mogelijkheden van nieuwe technieken en het vervangen van kunstmest door bewerkte dierlijke mest (renure).

De landbouwminister pleit verder voor een meer specifiek landbouwbeleid per land. 'Dat is er al voor landen met veel bergen, maar bijvoorbeeld nog niet voor Nederland met een hoge bevolkingsdichtheid. Daardoor is er veel druk op de grondmarkt. We willen geen uitzonderingspositie, maar wel meer flexibiliteit in het landbouwbeleid van de Europese Unie.'