Eerste Kamer akkoord met inperking geborgde zetels

De Eerste Kamer is dinsdag akkoord gegaan met een initiatiefwetsvoorstel daartoe van Kamerleden Laura Bromet (GroenLinks) en Tjeerd de Groot (D66).

Geborgde zetels worden bezet door bestuurders die worden benoemd en niet gekozen. De geborgde zetels maken ongeveer een derde uit van het totale aantal zetels in een waterschapsbestuur. Reden voor GroenLinks en D66 om met het voorstel te komen, is dat het veranderende klimaat de waterschappen steeds belangrijker maken. Daarbij past ook een democratisering van het waterschapsbestuur, aldus de partijen.

Al meer dan tien jaar wordt politiek gesteggeld over de geborgde zetels. In het oorspronkelijke wetsvoorstel verloren ook de boeren en natuurorganisaties hun geborgde zetels. Maar daarop kwam mede op initiatief van de ChristenUnie een wijziging, waardoor die behouden bleven.

Niet realistisch

Tijdens het debat over de wetswijziging in de Eerste Kamer wees minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) erop dat het niet realistisch is om volgend jaar al de wijzigingen in te voeren, gezien de korte voorbereidingstijd richting de waterschapsverkiezingen van volgend jaar. De Eerste Kamer stemde er daarom ook mee in om dit pas bij de waterschapsverkiezingen van 2027 volledig door te voeren. Wel zal al in 2023 de verplichte geborgde zetel in het dagelijks bestuur van het waterschap komen te vervallen.

LTO Nederland heeft er het afgelopen jaar stevig op ingezet om de praktijkkennis van de agrarisch ondernemers te behouden in het waterschapsbestuur. Deze inzet voor het behoud van de categorie geborgde zetels schept volgens LTO ook de bijbehorende verwachtingen over de invulling van deze rol in de nieuwe bestuursperiode.