COV: 'Dierenwelzijn slachterijen wel goed op orde'

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) publiceerde de resultaten van haar inspecties op twintig slachthuizen in 2019 en 2020. COV-voorzitter Laurens Hoedemaker is juist tevreden over de openbaar gemaakte inspectieresultaten.

'De twintig grootste varkens-, runder- en kalverslachterijen staan, vanwege de grote aantallen dieren die er verwerkt worden, onder permanent toezicht van de NVWA. Dat is uiteraard prima, maar de slachtsector wordt met enige regelmaat onder het vergrootglas gelegd. Dat gebeurt omdat het niet goed gesteld zou zijn met het dierenwelzijn, de diergezondheid of de voedselveiligheid. Zo wekken activisten de indruk dat het slecht gesteld zou zijn met het dierenwelzijn op onze bedrijven en maken een incident dan onterecht tot norm.'

Hoedemaker wijst op het feit dat bij minder dan 0,2 procent van de bijna 70.000 inspecties in twee jaar tijd een boete is uitgedeeld. In minder dan 0,5 procent van de gevallen werd een schriftelijke waarschuwing gegeven. Ook heeft de NVWA-publicatie inzichtelijk gemaakt hoe de individuele bedrijven scoren.

Daaruit bleek dat de dierenwelzijnssituatie bij slachterij Gosschalk in het Gelderse Epe inderdaad een incident is. In de jaren 2019 en 2019 behaalde de slachterij prima scores op het gebied van dierenwelzijn en kreeg geen enkele boete of schriftelijke waarschuwing.

Kanttekeningen

Hoedemaker heeft nog wel enkele kritische kanttekeningen bij de NVWA-publicatie. 'De kop boven het nieuwsbericht 'Inspectieresultaten NVWA grote slachthuizen: jaarlijks honderden boetes en waarschuwingen' is onnodig negatief. Het beeld dat hiermee opgeroepen wordt, is niet representatief. Het lijkt alsof de inspectie zich met deze kop wil profileren ten koste van een sector, die het feitelijk juist heel erg goed doet.'

Ook vindt de COV-voorman het niet juist dat overtredingen worden gerapporteerd, waartegen nog bezwaarprocedures lopen. 'Dat is in strijd met het beginsel dat je onschuldig bent totdat het tegendeel bewezen is. In de praktijk blijkt dat die voorlopige 'overtredingen' vaak ingetrokken of weerlegd worden. Een onafhankelijke en objectieve overheidsinspectie moet zoiets niet willen en niet doen.'