ZLTO: 'Afdelingsvisies afstemmen voor mestbewerkinglocaties'

Met enige vertraging is na jaren voorbereiding toch eindelijk zicht op het PlanMER Mest voor provincie Noord-Brabant. Rembert van Noort, belangenbehartiger Mest bij ZLTO, houdt de achterban op de hoogte. 'Het is heel belangrijk dat de afdelingen hun visies afstemmen op geschikte locaties voor mestbewerking.'

ZLTO%3A+%27Afdelingsvisies+afstemmen+voor+mestbewerkinglocaties%27
© Han Reindsen

Vanaf het begin is ZLTO, in de persoon van Rembert van Noort, betrokken bij het proces om mestverwerking in het buitengebied van Brabant eindelijk vlot te trekken. Samen met onder meer NCM, Cumela, Brabants Burger Platform, de Brabantse Milieufederatie en de POV zit ZLTO in de klankbordgroep.

Het wordt ook hoog tijd, volgens Van Noort. 'We hebben hier in de provincie een behoorlijk mestoverschot. Er wordt veel fosfaat afgevoerd als exportproduct, maar nutriënten zoals stikstof en organische stof kun je veel beter in Nederland benutten.


Beter verdienmodel

'Mest is essentieel voor de voeding van bodem en gewassen en verbindt plantaardige en dierlijke sectoren in de kringloop. De bewerking van mest tot precieze groene meststoffen is nodig voor het behoud van de bemestingsruimte en je kunt er groene energie van produceren. Het draagt ook bij aan een beter verdienmodel voor dierlijke en plantaardige sectoren.'

Ik vind dat men verder moet kijken dan de situatie in 2021

Jan Roefs, directeur Nederlands Centrum Mestverwaarding

Voldoende argumenten om het aantal mestbewerkingslocaties op te schroeven, zou je zeggen. Maar Van Noort weet als geen ander dat niet iedereen er zo over denkt. Overal waar plannen zijn voor grootschalige mestbewerking, stuiten de initiatiefnemers op veel weerstand.


Achtertuin

Vaak wordt het verzet gevoed door angst voor overlast in de vorm van geur, geluid en transportbewegingen. 'Het bekende nimby-effect', vat Van Noort de weerstand samen. 'Mensen willen het gewoon niet in hun achtertuin. Dat begrijp ik ook wel. Maar juist daarom is het van belang om tot zorgvuldige locatiekeuzes te komen. Het PlanMER-traject zorgt hiervoor.'

Waar gemeenteraadsleden tot nu toe vaak gevoelig zijn voor de protesten, zal dat met het PlanMER toch net iets anders liggen, volgens Van Noort. 'Gemeenten hebben met de provincie en de waterschappen afspraken gemaakt. In het plan worden de kaders aangegeven waar en onder welke voorwaarden mestverwerking mogelijk moet zijn. Daar houden gemeenten zich dus aan.'


Jan Roefs, directeur Nederlands Centrum Mestverwaarding (NCM), stelt dat de baten van mestbewerking vooral maatschappelijk van aard zijn. 'Mestverwerking is niet per se economisch interessant. De voordelen liggen vooral in zaken als het verminderen van emissies, productie van groen gas en afzetmarkten die dichter bij de bron liggen. Al die baten zijn voor het algemeen belang, terwijl de lusten en lasten vooral lokaal worden gevoeld.'


Politiek gekonkel

Des te belangrijker volgens Roefs dat er nu in Brabant brede kaders worden geschetst. 'Door die afspraken blijf je uit het politieke gekonkel. Het is een mooie kans voor bedrijven om alles goed en netjes te regelen. In combinatie met goede en geschikte locaties zal er amper sprake zijn van overlast.'

Roefs plaatst wel een kanttekening bij een van de uitgangspunten van de procedure. 'Ik vind dat men verder moet kijken dan de situatie in 2021. De overheid heeft mestverwerking verplicht gesteld om het fosfaatoverschot op te lossen. Echter, in de visie op het mestbeleid kiest het ministerie van LNV een geheel ander uitgangspunt. Een veehouder kan dan kiezen om 100 procent grondgebonden te worden. Dan moet hij al zijn mest plaatsen op eigen grond of regionaal bij akkerbouwers of andere grondgebruikers.

'Lukt dat niet, dan wordt een veehouder 100 procent niet-grondgebonden, en moet hij alle geproduceerde mest afzetten voor verwerking.

'Waar nu een landelijk fosfaatoverschot bepalend is voor de verplichte mestverwerking, wordt dat totaal anders. We hebben becijferd dat de noodzaak voor verwerking hierdoor dubbel zo groot wordt. Met deze koerswijziging zou de PlanMER rekening moeten houden.'
Roefs zou het toejuichen als er voor Zuid- en Oost-Nederland een masterplan mest komt. 'In Limburg hebben ze ook een opgave liggen en Deurne ligt dichterbij Venray dan bij Tilburg, om maar een voorbeeld te noemen.'


Vertaalslag afdelingen

ZLTO heeft bestuursleden van de afdelingen recent bijgepraat over het PlanMER. 'Afdelingen moeten kijken of de plannen al dan niet aansluiten bij hun eigen visie. Er moet een vertaalslag gemaakt worden van het milieutechnische deel naar de geschiktheid van mogelijke locaties.'

ZLTO stapt samen met de afdelingen het lobbytraject in. Van Noort: 'We moeten nu doorpakken. Mestbewerking is cruciaal om de emissies in de gehele kringloop van de landbouw terug te dringen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer