'Veel boeren weten het voersaldo niet, daar zit rendement'

Doordat veel ondernemers het saldo van hun melk niet hebben berekend, kunnen ze lastig sturen. Dat stelt ForFarmers-specialist Rob Rutgers tijdens een bijeenkomst in Haaren. Door te kijken naar de melkproductie en voerkosten, zouden ze hun rendement kunnen verhogen. Ruwvoer speelt daarbij een cruciale rol.

%27Veel+boeren+weten+het+voersaldo+niet%2C+daar+zit+rendement%27
© Twan Wiermans

Rutgers sprak bij de bijeenkomsten 'Saldo voeren = Goed boeren' van Reudink Biologische Voeders, onder meer in het Noord-Brabantse Haaren. Zowel bij de huidige goede als een lage biologische melkprijs geldt volgens hem: hoe ga je daarmee om? 'Maak ik dan een strategische keuze voor mijn bedrijf? Wat doe ik met het voer, wanneer zet ik mijn koeien droog? Verkoop ik koeien?'

De technisch specialist melkvee van ForFarmers ziet dat weinig ondernemers echt bezig zijn met het voersaldo. 'Terwijl hier veel aan te rekenen is in de vorm van een simpele som, door de voerkosten en melkprijs naast elkaar te leggen. Het is goed om met een nulmeting te kijken hoe je ervoor staat en dan te kijken op welke punten gemakkelijk verbeteringen zijn door te voeren.'


Grote verschillen

De verschillen tussen bedrijven zijn enorm als het om het voersaldo gaat, stelt Rutgers. Hij geeft een voorbeeld: 'Alleen al aan melkopbrengst kan er zomaar 5 euro per koe per dag tussen twee bedrijven zitten. In dit geval scoort een bedrijf met 30 kilo melk per koe per dag, met 4,2 procent vet en 3,4 procent eiwit, beter dan een bedrijf met minder melk, hogere gehalten en lagere voerkosten.'

Qua voersaldo ligt het verschil in dit voorbeeld op 3 euro per koe per dag. 'De kwaliteit van je ruwvoer speelt hier een enorme rol', aldus Rutgers. 'Verder zijn managementfactoren als diergezondheid en huisvesting belangrijk, zodat omstandigheden ontstaan waarin de koeien die melk ook gemakkelijk kunnen produceren.'


Rutgers ziet dat er met de ruwvoerkwaliteit nog genoeg is te winnen. 'Zeker vorig jaar zag je een enorme spreiding. Zo waren er bijvoorbeeld boeren die half april/begin mei een snede gras konden maaien. Ze hadden wellicht niet de volle opbrengst van 3.500 kilo droge stof per hectare, maar wel kwaliteit in de kuil.'


Tweede snede

Het is belangrijk om, naast een goede eerste snede, ook een tweede snede van kwaliteit te pakken, benadrukt Rutgers. De doorschietdatum, de eerste week van juni, speelt daarbij een cruciale rol. Het goede maaimoment kiezen is daar volgens hem een must.

'Voor die eerste week van juni is nog kuil te winnen met 920 VEM, daarna valt deze vaak tegen en kun je zomaar 80 VEM minder krijgen. Wie vorig jaar de eerste snede pas half mei kon maaien, deed er goed aan de tweede snede sneller te maaien dan na de gebruikelijke vier weken', legt Rutgers uit.

'Dan moet je wellicht genoegen nemen met minder opbrengst, de kwaliteit maakt veel goed', vervolgt de technisch specialist van ForFarmers. 'De koeien hebben daarbij niet alleen minder ruwvoer nodig voor dezelfde melkgift, ze vreten er ook meer van.'


Krachtvoer kan lonen

Niet alleen met goed ruwvoer is veel te winnen rond het voersaldo, ook met krachtvoer. Dit kan door goed te rekenen, stelt technisch specialist Rob Rutgers van ForFarmers. Hij geeft een voorbeeld: 'Wij rekenen altijd met 1,3 kilo brok uit 1 kilo melk. De koe laat hiervoor ook wat ruwvoer liggen. Als je gemiddeld op bedrijfsniveau meer dan 6 kilo brok geeft, vlakt die meerwaarde wat af. Een verse koe kan wel 10 kilo hebben.' Bij een brokprijs van 50 cent, moet de melkprijs onder de brokprijs liggen wanneer die niet meer rendabel is, vervolgt Rutgers. 'Zeker bij de huidige melkprijs, die er dus boven ligt, kan extra krachtvoer renderen.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Weer

  • Vrijdag
    16° / 7°
    5 %
  • Zaterdag
    18° / 5°
    5 %
  • Zondag
    19° / 7°
    0 %
Meer weer