Raad van State probeert Brabants veebedrijf zonder vergunning in leven te houden

Het bedrijf aan de Reekschekampweg werkt zonder natuurvergunning en Noord-Brabant is door de rechtbank gedwongen om te handhaven op verzoek van de milieuvereniging. De provincie stapte daarom naar de raad om het oordeel van de rechtbank te laten schorsen, zodat voorlopig niet tegen het bedrijf hoeft te worden opgetreden.

De provincie probeerde tijd te winnen in afwachting van de bodemprocedure die in deze zaak nog volgt. Daar moet volgens de advocaat van Noord-Brabant een principiële juridische vraag worden beantwoord door de Raad van State over het al dan niet vervallen dierrechten.

Bedrijf gestopt

Een feit is dat de voorganger van de huidige eigenaar van de veehouderij stopte met het houden van vee. Tot dat moment werkte hij op basis van een oude hinderwetvergunning. Op het moment van stoppen had hij onder de toen geldende regeling moeten melden dat zijn bedrijf was veranderd. Maar dat deed hij niet. Een duidelijke overtreding volgens de gemeente Land van Cuijk en Brabantse rechtbank. Hermanussen Bosch zou een bedrijf zonder dierrechten hebben overgenomen.

Maar de provincie stelt dat met deze wisseling van regels de dierrechten van de veehouderij niet zijn vervallen. 'Dat kan niet', zegt raadsman Ton van Hoof van de milieuvereniging. 'Het bedrijf zou dan worden beloond voor een duidelijke overtreding.'

Belangenafweging

Deze principiële discussie kan volgens de raadsvoorzitter niet worden beoordeeld in deze schorsingszaak. Dat moet in de bodemzaak gebeuren. Zij verwacht dat die in maart of april volgend jaar plaatsvindt. Daarom kijkt de raadsvoorzitter naar het belang van beide partijen, om te bepalen wiens belang op dit moment het zwaarst weegt.

De veehouderij en provincie lijken tot nu toe de beste kansen te hebben. Als de 59 koeien van de veehouderij moeten worden afgevoerd, betekent dat volgens de advocaat van de provincie het einde van het bedrijf. Die bewering wordt onderbouwd met cijfers.

'Hoe zwaar weegt het natuurbelang?', vraagt de raadsvoorzitter aan de raadsman van de milieuvereniging. Die wijst op de al overbelaste natuur in de omgeving van het bedrijf. Daar komt weliswaar niet heel veel stikstof bij als het bedrijf mag doorgaan, maar alle kleine beetjes extra tellen wel mee.

Daarnaast oordeelde de Raad van State onlangs dat de provincie opnieuw moet beslissen over handhaving bij het bedrijf. Zij heeft dat nog steeds niet gedaan, ook al is de termijn daarvoor al overschreden. Dat kan de raad ook niet over zijn kant laten gaan.

Latente ruimte

De advocaat van de provincie wijst op de huidige voortvarende aanpak van Noord-Brabant om stikstof terug te dringen. Zoals het intrekken van onbenutte, latente ruimte in verleende vergunningen dat begin 2026 moet starten. Daarbij valt de minieme toename van stikstof bij Hermanussen Bosch in het niet.

'Merkwaardig dat de provincie zich nu met hand en tand verzet tegen een actie die er juist voor zorgt dat de stikstofbelasting daalt', aldus raadsman Van Hoof. 'Dat is tegenstrijdig. Dit is juist bij uitstek een bedrijf dat aangepakt moet worden.'

De Raad van State doet binnenkort uitspraak.