Snijmais blijkt dit jaar minder duur uit te vallen dan verwacht

Een ruim aanbod maakt dat de snijmais minder duur is dan gevreesd. Een groter areaal, mislukte CCM-teelt en stoppende bedrijven compenseren een tegenvallende oogst.

Snijmais+blijkt+dit+jaar+minder+duur+uit+te+vallen+dan+verwacht
© Twan Wiermans

Na het natte voorjaar en een relatief donkere zomer dreigde de aankoop van snijmais duur te worden voor veel veehouders. Met nauwelijks geld in kas vreesden sommigen van hen dat snijmais dit jaar onbetaalbaar zou worden. Dit terwijl de afzetkosten voor mest naar een ongekend hoogtepunt opliepen. Nu de oogst daar is, valt de situatie gezien de verwachtingen eerder dit jaar behoorlijk mee.

Op verschillende plaatsen is mais op stam verhandeld voor 3.000 tot 3.500 euro per hectare. Op internetfora werden zelfs al prijzen genoemd van 4.000 en 5.000 euro per hectare voor goede mais. Extreem hoge prijzen als in gedachten wordt genomen dat voor 2022 prijzen van 1.800 tot 2.000 euro per hectare gangbaar waren.


Oorlog in Oekraïne

De hoge inflatie na de inval van Rusland in Oekraïne heeft voor de handel in snijmais drastische gevolgen. De kosten zijn fors gestegen. Dat leidt ook tot hogere prijzen voor snijmais. Prijzen van rond de 2.400 euro per hectare lijken de nieuwe norm. Dat is ook het prijsniveau waarop nu de meeste zaken worden gedaan. Maar de variatie is groot.

Snijmais aankopen is dit jaar voor sommige veehouders een flinke uitdaging

Rick Hoksbergen, specialist melkvee bij Countus

'Snijmais aankopen is dit jaar voor sommige veehouders een flinke uitdaging', constateert Rick Hoksbergen, specialist melkvee bij accountantsbedrijf Countus. 25 tot 30 procent van de melkveehouders zit krap qua liquiditeit. Daarnaast is er nog een paar procent die minder krap zit, maar veel kosten moet maken voor de mestafzet. 'Deze situatie maakt het lastig om snijmais aan te kopen', legt Hoksbergen uit.

De grote middengroep kan prima mais kopen, maar moet oppassen dat ze geen gekke dingen doet. En dan is er nog een groep van 10 tot 20 procent met geld op de rekening waarvoor de maisaankoop geen enkel probleem is.


Snijmais aankopen is dit jaar voor sommige melkveehouders een flinke uitdaging.
Snijmais aankopen is dit jaar voor sommige melkveehouders een flinke uitdaging. © Tony Tati

De bedrijfseconomische resultaten van melkveehouders zijn volgens Countus in de eerste helft van dit jaar vergelijkbaar met vorig jaar. Belangrijk verschil is dat een openstaande schuld voor mestafvoer dit jaar nu wel is meegenomen. Dat was vorig jaar niet het geval.

Gemiddeld is er zo'n 3 cent per kilo melk beschikbaar voor investeringen en aankopen. Op 1 miljoen kilo melk betekent dat een bedrag van 30.000 euro. Afhankelijk van de benodigde investeringen biedt dat nog wel ruimte om voer aan te kopen, stelt de melkveespecialist.


Melkprijs stijgt

Langzaam maar zeker komt er bovendien wat meer ruimte voor melkveehouders nu de melkprijs de laatste maanden wat sterker stijgt. 'Dat komt als geroepen. Het is ook nodig om de achterstand in te lopen en om op lange termijn gezond te blijven', legt Hoksbergen uit. Als kritische kostprijs hanteert hij 47 cent per kilo melk. De meeste afnemers hebben hun voorschotprijs in september verhoogd naar 49 tot 51 cent per kilo melk.

Hoewel de eerste snede gras door de natte omstandigheden dit voorjaar is gemist, is er volgens Countus per saldo sprake van veel kuilgras. Wat dat betreft is mais de bepalende factor in de totale ruwvoervoorraad. Meer gras en minder mais(zetmeel) in het voer drukt de melkproductie. Bovendien heeft dit weer gevolgen voor de CO2-uitstoot en daarmee ook de bonus van FrieslandCampina.


Mais op stam is het goedkoopst

Als een veehouder zijn maisvoorraad wil aanvullen door aankoop, dan adviseert Hoksbergen de mais op stam te kopen in plaats van later in het jaar ingekuilde mais. 'Uiteindelijk is mais op stam het goedkoopst om te kopen. Een tweede keer inkuilen brengt extra inkuilverliezen met zich mee en dat kost altijd energie. Dat wil je liever niet.'

De meeste voorlichters en adviseurs durven geen prijzen te noemen. Zeker dit jaar niet. En al helemaal niet onder naam. Ook veehouders doen er onderling vaak schimmig over. Iedereen wil weten wat de buurman betaalt, maar zelf naar buiten treden met de betaalde of ontvangen prijs is er vaak niet bij.

Dit jaar is een prijsindicatie van de snijmais des te lastiger. De verschillen per perceel zijn zo groot dat een gemiddelde moeilijk is te bepalen. Van de weg af zijn de blokken met mais al helemaal niet te beoordelen. Je moet er echt doorheen lopen om een schatting van de productie te kunnen maken. Dan nog kun je er makkelijk 5 tot 10 ton per hectare naast zitten.

Daarom raden sommige voorlichters en adviseurs aan om verse mais per ton te kopen. Globaal worden er dan prijzen genoemd van 55 euro per ton, exclusief hakselen. In het zuiden van het land worden daarvoor ook wel prijzen genoemd van onder de 50 euro per ton, terwijl in het noorden van het land juist wat meer wordt betaald dan die 55 euro per ton.



Snijmaiskern Markelo geeft jaarlijks wel een duidelijke richting aan. Dit jaar heeft deze organisatie van kopers, verkopers en taxateurs de adviesprijs voor '100 punten mais' vastgesteld op 2.000 per hectare. Op de percelen die beter of slechter scoren, betalen kopers per punt 1 procent meer of minder. Gemiddeld scoren percelen dit jaar 115 punten. Tot nu toe is 160 hectare beoordeeld, met nog 100 hectare te gaan.


Volgens voorzitter Henk Schreurs van Snijmaiskern Markelo wordt de adviesprijs vrijwel altijd door zowel kopers als verkopers overgenomen. 'Wij werken gestructureerd en netjes bij het scoren van de percelen. We lopen de percelen samen helemaal door en bepalen dan het aantal punten. Dus als er een slecht stuk in een perceel zit, dan wordt dit wel meegenomen, maar dat maakt niet per se dat de totale score onder de 100 punten komt.'


Grote verschillen per regio

Specialist rundvee en ruwvoerteelt Rob Horstink van coöperatie AgruniekRijnvallei signaleert aan de grens met Duitsland wat meer aanbod dan elders. Door de enorme verschillen tussen percelen vindt hij het lastig om prijzen te noemen. Horstink hoort dat de mais in het noorden van het land wat beter is dan in zijn gebied rond het Gelderse Doetinchem. Ook in Twente staat goede mais. In de Betuwe is het allemaal veel minder. Daar is de mais dit jaar ook duurder.

Laat gezaaide mais oogt nog groen, maar het is nog de vraag wat ervan terechtkomt. De maisplant heeft op de late percelen voor de lengte de laatste weken een flinke inhaalslag gemaakt. Grote vraag is wat er van de kolf terechtkomt. 'De hoeveelheid zonlicht wordt met de dag minder. Na half oktober stopt de afrijping en gaat de plant indrogen. Er komt dan geen zetmeel meer bij en de totale kwaliteit gaat juist afnemen', zegt de specialist rundvee en ruwvoerteelt.

Door de late zaai en daarna een gebrek aan groeidagen komt er volgens Horstink niets terecht van een groot deel van de Corn Cob Mix (CCM). De korrel wordt in de meeste gevallen niet droog genoeg. Daardoor komt deze mais als snijmais op de markt. Er is wel redelijk wat aanbod van CCM uit Duitsland.

Normaal gesproken legt AgruniekRijnvallei in Doetinchem een grote kuil aan voor CCM. Dat zal dit jaar een kleine bult worden. Daarbij speelt volgens Horstink ook mee dat de tarweprijs relatief laag is. Daardoor is tarwe interessanter als grondstof voor varkensvoer.


Moeizaam van start

De snijmaisteelt in 2024 is bijzonder moeizaam begonnen. Het extreem natte weer van dit voorjaar stelde het geduld van de telers behoorlijk op de proef. Waar de omstandigheden op de lichtere gronden meezaten, kon eind april, begin mei het maiszaad de grond in.

Op de meeste plaatsen was dat niet mogelijk. Daarna bleef het continu nat. Tussen de buien door kon mondjesmaat worden gezaaid. Daardoor strekte de zaaiperiode zich uit tot half juni. Waar dat toen nog niet lukte, moesten telers uiteindelijk kiezen voor gras, omdat het veel te laat werd om nog mais te zaaien.

Al met al is een groter areaal snijmais ingezaaid. Dat betekende een kentering in de dalende tendens van de afgelopen jaren. Het feit dat andere gewassen als aardappelen en bieten voor een deel niet op tijd konden worden gepoot of gezaaid vanwege het natte weer, deed telers besluiten om te kiezen voor mais.



Daarom is dit jaar vooral in Zeeland en Groningen een sterke toename van het areaal snijmais te zien. De Zeeuwen hebben zelfs meer mais gezaaid dan ooit tevoren. Toch blijft snijmais daar met minder dan 6.000 hectare een teelt in de marge. Dat geldt ook voor Noord- en Zuid-Holland. Daar is de teelt dit jaar weliswaar toegenomen, maar met zo'n 5.000 hectare is het geen grote teelt in deze provincies.

Alleen in Flevoland is de teelt van snijmais nog kleiner dan in de drie westelijke provincies. De boeren op de vruchtbare klei in de IJsselmeerpolders geven hun voorkeur aan beter renderende gewassen als aardappelen, bieten en uien.

Brabanders telen veruit de meeste mais. In tien jaar tijd liep het areaal daar wel met een derde terug, maar dit jaar is de teelt met zo'n 3.500 hectare toegenomen tot ruim 45.000 hectare. In 2005 had Gelderland ook zo'n oppervlakte aan mais, maar daar is de teelt langzaam maar zeker afgenomen tot 35.000 hectare dit jaar. Datzelfde geldt voor Overijssel.

In Noord-Nederland bereikte de snijmaisteelt in 2008 zijn piek met een areaal van 22.000 hectare in Friesland. Acht jaar later was daar minder dan 15.000 hectare van over. Daarmee was het dieptepunt daar in de teelt bereikt. Nu neemt het areaal er jaarlijks weer toe. Inmiddels wordt met zo'n 17.000 hectare mais ook weer net iets meer mais in Friesland geteeld dan in Drenthe. In Groningen is de groei van de teelt dit jaar relatief sterker, maar met is de teelt met minder dan 8.000 hectare toch een stuk kleiner.





Pieter Peters, melkveehouder in Oirschot
Pieter Peters, melkveehouder in Oirschot © Johan Wissink

'Ik verwacht gemiddeld 17 ton droge stof'


Pieter Peters is melkveehouder in het Brabantse Oirschot, waar hij 130 koeien en 70 stuks jongvee houdt. Hij heeft 59,5 hectare grond in gebruik, waaronder 20 hectare mais, 32 hectare gras en 7,5 hectare aardappelen. Hij is deelnemer van het Maismeetnet van Nieuwe Oogst en houdt de mais mede hierom goed in de gaten.


'Het is nu een beetje schipperen om te bepalen wanneer we het beste kunnen hakselen. In een normaal jaar gaat het inschatten van het ideale hakselmoment best goed, maar dit jaar is het lastig. Over een week hoop ik de eerste mais te hakselen', zegt Peters.

De melkveehouder heeft de mais op verschillende datums gezaaid. Dat maakt het lastig om één inkuilmoment te kiezen waarop de mais overal goed is. 'Ik hoop dat ik rond de derde week van oktober de overige hectares mais kan inkuilen. Ik wil de mais niet te droog hebben, anders wordt het zetmeel te bestendig. Als ik alles wil oogsten bij 35 procent droge stof, dan moet ik twee keer', legt hij uit.


Goedgevulde kolven

Bij de ondernemer staat de mais er goed bij. 'De kolven zijn goedgevuld en de plant is nog frisgroen. De mais rijpt goed door. Ik verwacht gemiddeld 17 ton droge stof per hectare te oogsten. Dat had ik dit voorjaar nog niet verwacht', zegt hij.

Peters constateert dat de mais niet overal in Noord-Brabant goed is gelukt. 'Sommige percelen zijn eigenlijk niet de moeite waard om te hakselen. Die kun je beter laten staan.'



Dedde-Jan Tilma, melkveehouder in Hantumhuizen
Dedde-Jan Tilma, melkveehouder in Hantumhuizen © Bram Buruma

'De laatste maand maakt het verschil'


Melkveehouder Dedde-Jan Tilma uit het Friese Hantumhuizen zit niet zo in de handel van mais. De mais is in Noord-Friesland ook nog niet klaar om te worden verkocht.


'Er wordt al voorzichtig geoogst. Woensdag was de hakselaar in de buurt actief, maar die mais was volgens medewerkers van de loonwerker nog niet rijp en nog lang niet geschikt om te oogsten. Die mais wil ik ook niet kopen. De medewerkers dachten dat mijn mais al verder was in het rijpingsstadium', zegt Tilma.

De melkveehouder verwacht dat zijn eigen mais nog twee tot drie weken moet staan, stelde hij eind september. 'Er komt nog vocht uit de korrel. Het land is mooi groen. Ook de hoge koppen staat het gewas goed. Ik heb volop vertrouwen dat het nog goedkomt.'

Volgens Tilma moet er eerst rijpe mais staan, voordat die kan worden verkocht. 'Ik denk wel dat er handel komt. De opbrengst is dit jaar beduidend lager dan andere jaren. Veehouders zullen de knip moeten trekken, wanneer ze evenveel mais in het rantsoen willen als andere jaren.'


Meer hectares

Voor de Friese melkveehouder speelt dit niet. Misschien is de mais iets minder goed, maar hij heeft dit jaar meer hectares ingezaaid. 'Dat komt door de perceelgrootte. Vorig jaar ging het om 9 hectare, dit jaar 12 hectare.'

Mogelijk verkoopt Tilma een deel van de mais aan een buurman. 'De mais is nog niet rijp. De laatste maand maakt het verschil. Op het moment van hakselen weet je wat je hebt.'



Gerrit de Jong, melkveehouder in Meerkerk
Gerrit de Jong, melkveehouder in Meerkerk © Johan Wissink

'Ik heb minder mais gezaaid dan gepland'


Het natte voorjaar was in de Ablasserwaard voelbaar. Niet alleen kon de mais niet worden gezaaid, maar ook bleven de koeien langer binnen, omdat percelen niet begaanbaar waren. Omdat de koeien in plaats van weidegras kuil kregen, werd de ruwvoervoorraad op sommige bedrijven krap. Sommige ondernemers moesten extra voer aankopen.


Voor melkveehouder Gerrit de Jong uit het Utrechtse Meerkerk speelde die ruwvoerkrapte niet direct. Wel werd de mais laat gezaaid, op 26 juni. Verschillende adviseurs geven 21 juni als uiterste zaaidatum.

Voor De Jong is het nu billenknijpen. 'De planten zijn mooi groen. Er zitten mooie kolven in. De temperatuur moet boven de 15 graden blijven om te rijpen. Ook moet het niet te nat worden', stelde hij eind september.

Door de vele nattigheid in het voorjaar heeft De Jong 2 hectare minder mais gezaaid. Omdat hij toen voorzag dat hij minder mais kreeg, verlaagde hij een half jaar geleden het aandeel mais 10 kilo product naar 5 kilo product.


Gerst en gras

De melkveehouder had nog voldoende gras van vorig jaar. Omdat hij met het schrappen van mais minder energie voert, zit er 1 tot 1,5 kilo gerst in het basisrantsoen. Ook heeft hij een ruime hoeveelheid gras.

Over de maisprijzen durft De Jong niets te zeggen. 'Ik hoor wel van anderen dat ze aan het kopen zijn. Er is hier minder mais gezaaid dan gepland. Elders zie je alsnog mais op nat akkerland, maar dat speelt hier niet.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer