'Bedrijf is beter rond te zetten zonder opfok van eigen jongvee'

Melkveehouder Ronald Raaijmakers uit Stevensbeek ruilde zijn jongveefosfaat in voor meer koeien. Sindsdien wordt al het melkvee met Belgisch Blauw geïnsemineerd en koopt hij vaarzen aan. 'Het scheelt tijd en arbeid en levert 4 ton melk meer per jaar op.'

%27Bedrijf+is+beter+rond+te+zetten+zonder+opfok+van+eigen+jongvee%27
© Studio Van Assendelft

Als er iets is dat een rasechte ondernemer kenmerkt, dan is het wel omdenken. Zo stond melkveehouder Ronald Raaijmakers uit het Brabantse Stevensbeek een paar jaar terug voor het 'probleem' dat zijn kalveropfokruimte helemaal versleten was. Zin om te investeren in nieuwe huisvesting had hij eigenlijk niet, zeker omdat hij geen opvolger heeft.

Even dacht Raaijmakers eraan om de jongveeopfok uit te besteden, maar na een snel rekensommetje zette hij dat uit zijn hoofd. 'Een slachtkoe brengt 1.500 tot 1.600 euro op. Voor ongeveer datzelfde geld koop je een vaars. Als je de jongveeopfok uitbesteedt, dan ben je dat geld ook dubbel en dwars kwijt. Zelf doen kost eveneens geld. Je moet investeren in de stal en je hebt al het werk ermee', legt hij uit.


Prima bedrijfssituatie

Eigenlijk leende de bedrijfssituatie zich prima voor zijn plan. 'Het jongvee stond in de oude ligboxenstal die in 2002 is vernieuwd. Toen het jongvee tweeënhalf jaar geleden wegging, heb ik die stal weer in gebruik genomen voor de melkkoeien', zegt de melkveehouder.

Als de 4 liter biest er bij de Belgisch Witblauwe kruisling in zit, dan gaat de rest eigenlijk vanzelf

Ronald Raaijmakers, melkveehouder in Stevensbeek

Dat was volgens de ondernemer vrij simpel. 'We hebben een en ander aangepast en er een tweedehands melkrobot ingezet. De totale kosten waren iets van 40.000 euro.'

Raaijmakers gebruikt deze stal voor een aparte vaarzengroep en de droogstaande koeien. De tweedekalfskoeien en oudere koeien staan in de 2011 gebouwde emissiearme stal met twee melkrobots ernaast. 'Dat werkt echt super. De vaarzen lopen als een trein de melkrobot in en hoeven niet te wachten op treuzelende oudere koeien', lacht de melkveehouder tevreden.

Aan de opbrengstenkant is er ook een grote plus: door de fosfaatrechten van honderd stuks jongvee in te ruilen voor de fosfaatrechten van zo'n veertig melkkoeien, melkt Raaijmakers zo'n 4 ton meer per jaar.


Belgisch Blauwe-stieren

Alle melkkoeien worden nu met Belgisch Blauwe-stieren geïnsemineerd. 'Dat levert veel meer op. Waar voor een zwartbont stierkalf 160 tot 170 euro wordt betaald, is dat bij een Belgisch Blauwe richting de 400 euro', legt de ondernemer uit.

Tussen de kruisling-kalveren in een aparte stalgang met iglo's staat ook een geheel zwartbont kalf. 'Ik koop drachtige vaarzen aan. Die kunnen geïnsemineerd zijn met zwartbont. Daar heb ik natuurlijk niets over te vertellen', zegt de melkveehouder. De kalveren die op het bedrijf worden geboren, gaan na veertien dagen naar een vleeskalverhouder.


Blauw duurder en sterker

De ervaring van Raaijmakers met de Belgisch Blauwe-kruislingen is dat deze over het algemeen sterker zijn dan zwartbonten. Ook drinken ze goed. 'Als de 4 liter biest erin zit, dan gaat de rest eigenlijk vanzelf', stelt hij. Al met al is hij nu veel minder tijd en arbeid kwijt aan de jonge have op het bedrijf dan voorheen.

Zonder eigen jongvee is de ondernemer aangewezen op het aankopen van vaarzen. 'Er is aanbod genoeg. Er stoppen best veel melkveehouders, zeker in Limburg. Ik koop hoogdrachtige vaarzen of die net gekalfd hebben. Dat gaat via drie handelaren', legt hij uit.


De ondernemer houdt geen jongvee aan.
De ondernemer houdt geen jongvee aan. © Studio Van Assendelft

Raaijmakers geeft toe dat het aankopen van vaarzen in de toekomst mogelijk wel lastiger kan worden, maar hij maakt zich nog geen zorgen. 'Als aankopen lastiger is, dan word ik misschien selectiever in het vervangen van oudere koeien.'


Gemiddelde leeftijd

De gemiddelde leeftijd van de koeien op het bedrijf ligt op vijf jaar en één maand, met een vervangingspercentage van 27 procent. 'Dat is al jaren zo. De wijziging in bedrijfsvoering heeft daar niets aan veranderd', zegt de melkveehouder.

Wat wel is veranderd, is het risico op ziekte-insleep: dat is zeker groter. Raaijmakers let niet op de gezondheidsstatus bij het aankopen van vaarzen. 'Dat heeft geen zin, want ik moet ze hier toch inenten tegen IBR en BVD.'

De melkveehouder klopt het af, maar hij heeft tot nu toe geen grote problemen gehad met ziekte onder zijn melkveestapel. 'Natuurlijk is er wel eens wat, maar dat kan ook door andere oorzaken komen', benadrukt hij.


Zwartbonten

Erg selectief in het aankopen van vaarzen is Raaijmakers dus niet, al heeft hij wel het liefst zwartbonten. Om er meteen aan toe te voegen dat hij laatst ook een prima koppeltje roodbonten heeft gekocht.

Waar de melkveehouder voorheen schik had in de fokkerij, heeft hij dat nu helemaal losgelaten. 'Ik had een mooie uniforme veestapel, maar nu zijn het veel meer verschillende koeien, grote en kleine. Ach, eigenlijk is er ook weinig verschil. Een koe is een koe', vindt hij.

Zijn 170 melkkoeien geven dan ook prima melk. 'Zo'n 10.300 liter per koe per jaar met mooie gehaltes', zegt de ondernemer trots.


Voederbieten

Die gehaltes, 4,30 procent vet en 3,57 procent eiwit, zijn mede te danken aan de voederbieten in het rantsoen. 'Ja, dat is mooi spul voor goede gehaltes', stelt de melkveehouder, die verder gras, mais en een beetje bierbostel voert.
Raaijmakers volgt sinds dit jaar zijn maisperceel in het kader van het Maismeetnet van Nieuwe Oogst. Net als veel andere ondernemers zaaide hij de mais dit jaar later dan normaal.

De voederbieten verbouwt de melkveehouder zelf op 2 hectare. 'De loonwerker rooit elke twee weken een stukje en kiept ze hier neer, zodat ik van september tot april kan voeren. Mits het weer het toelaat tenminste. De koeien zijn er gek op en het eiwit- en vetgehalte gaan er zeker van omhoog', stelt hij.


Boerenijs

Overigens gaat niet alle melk naar de fabriek. Een heel klein deel wordt verwerkt als softijs. Voorbijgangers kunnen op het boerenerf tegen betaling zelf een softijsje of milkshake tappen en deze op het speciaal daarvoor bestemde terrasje opeten.

'Ik eet echt niet elke dag een ijsje, maar het is superlekker. 's Avonds vul ik de automaat met melk, deze pasteuriseert 's nachts en de volgende dag kunnen er zo'n 150 ijsjes worden getapt. Op een goede dag halen we dat', zegt de ondernemer trots.


Van een deel van de melk wordt softijs gemaakt.
Van een deel van de melk wordt softijs gemaakt. © Studio Van Assendelft

De melkveehouder vindt het leuk dat er 'iets' van zijn eigen product wordt gemaakt. Lachend: 'En ik heb er niet al te veel werk mee. Dat is ook belangrijk.'


Weiden lastig

De afgelopen drie jaar konden mensen die een ijsje zaten te eten, de koeien in de wei zien lopen. Dit jaar doet Raaijmakers niet aan beweiding, omdat het zo lang nat was. 'Koeien in de wei zijn een mooi gezicht en er zat een aantrekkelijke premie op de melkprijs. Nu wordt de plus op de melkprijs al minder en het is toch best lastig weiden met robots', vindt hij.

'Bovendien heb ik met de oude ligboxenstal voor de vaarzengroep nu twee groepen koeien, dus moet ik ze apart buiten doen in twee percelen. Dat maakt het weiden niet gemakkelijker. Ik weet nog niet wat ik komend jaar ga doen', vervolgt de melkveehouder.

De koeien in de 'oude' ligboxenstal kunnen overigens wel een wandelingetje maken. 'Er is weinig loopruimte in die stal, dus toen heb ik een pad gemaakt naar deze kapschuur', wijst Raaijmakers naar een koe die net door een met silowanden afgezet pad naar de grote strostal kuiert. 'Ze kunnen zo niet alleen lekker bewegen, maar ook kalven de koeien hier af. Dat gaat supergoed, omdat het gewoon tussen de andere koeien gebeurt', licht de melkveehouder toe.


Geen opvolger

Raaijmakers heeft zijn zaakjes goed op orde, dat is duidelijk. Dat moet ook wel, zegt hij zelf, want anders zet je een melkveehouderij met 170 koeien niet in je eentje rond. De kinderen – samen met partner Kim heeft Ronald een samengesteld gezin met zeven kinderen – hebben geen interesse in het boerenbedrijf. 'Dat is helemaal prima', stelt hij. 'Ze kunnen allemaal aardig leren, dus laat hen maar lekker wat anders gaan doen.'

Zelf ziet de ondernemer wel voor zich dat hij het bedrijf over een jaar of tien ten gelde maakt. 'Dan ben ik 62 en vind ik het, denk ik, wel goed', lacht hij.

Tot het zover is, kan Raaijmakers prima uit de voeten met zijn bijzondere bedrijfsvoering zonder jongvee. 'Nou ja, bijzonder. Een boer hier in de buurt doet het al 25 jaar zo. Daar heb ik wel even mee gepraat. Maar inderdaad: jongveeopfok vergt gewoon veel tijd, terwijl het meer koeien melken natuurlijk ook best wat oplevert.'


Ronald Raaijmakers, melkveehouder in Stevensbeek
Ronald Raaijmakers, melkveehouder in Stevensbeek © Studio Van Assendelft


Bedrijfsgegevens

Naam: Ronald Raaijmakers (52) Plaats: Stevensbeek (NB) Bedrijf: melkveehouderij Grootte: 45 hectare. Ronald Raaijmakers is de derde generatie op het bedrijf. Toen hij in maatschap ging bij zijn vader, molken ze 260.000 liter melk per jaar. Bij de overname van het bedrijf in 2002 ging het om 680.000 liter melk per jaar. Nu is de jaarproductie met 170 koeien 1,7 miljoen liter melk per jaar.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer