'Zet vol in op agrarisch natuurbeheer'

Het ANLb is bij uitstek geschikt als maatregel voor het behoud en de bescherming van boerenlandvogels. Het is een bestaand, direct opschaalbaar, gebiedsgericht instrument waar ruime ervaring mee is opgedaan. Omdat boeren er zelf voor kiezen om mee te doen, is er veel draagvlak voor. Zij committeren zich aan de uitvoering van het ANLb door meerjarige contracten af te sluiten met hun agrarisch collectief. De veertig agrarische collectieven waarborgen de kwaliteit van het beheer.

Uit monitoringsresultaten blijkt dat het ANLb een positief effect heeft en dat bepaalde soorten in gebieden met ANLb er ten opzichte van gebieden zonder ANLb op vooruitgaan of op zijn minst niet verder afnemen. Wat BoerenNatuur betreft is het essentieel dat het ANLb de komende jaren verder wordt doorontwikkeld tot een ANLb dat zowel voldoende omvang als intensiteit heeft. Dat is nodig om het agrarisch natuur- en landschapsbeheer veel effectiever te kunnen inzetten en substantieel bij te kunnen dragen aan bescherming van weide- en akkervogels.

Uitbreiding cruciaal

Het huidige ANLb, waaraan ruim 12.000 boeren deelnemen, wordt uitgevoerd op slechts 6 procent van de totale landbouwgrond in Nederland. Uitbreiding van het aantal deelnemers en een toename van het ANLb-areaal zijn cruciaal. Feit is dat uitbreiding alleen niet genoeg is om het ANLb optimaal in te kunnen zetten. Daarvoor moet ook worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden.

Zo zijn meerjarige – langer dan zes jaar – concurrerende vergoedingen noodzakelijk voor boeren die meedoen aan het ANLb en een extra bedrijfstoeslag voor boeren die meer dan 15 tot 20 procent van hun bedrijf inzetten voor het ANLb. Alleen dan kunnen zij de benodigde structurele bedrijfsaanpassingen doen.

Flankerend beleid

De monitoring kan worden versterkt door ook te kijken naar habitatkwaliteit en niet alleen te focussen op doelsoorten. De verschillende beleidsregelingen, zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid waarvan het ANLb onderdeel is, moeten simpeler worden gemaakt. Ook is voldoende flankerend beleid nodig op het gebied van bodem- en waterbeheer en effectief predatiebeheer.

Want feit is dat predatie van eieren en kuikens van bijvoorbeeld de grutto door een hoge predatordichtheid tot achteruitgang leidt en populatieherstel voorkomt. Daarnaast spelen andere externe factoren nog een rol waar boeren zelf geen invloed op kunnen uitoefenen. Denk aan tekortschietende bescherming in andere landen (bijvoorbeeld illegale jacht), windmolens, klimaatverandering (wateroverlast of juist droogte) en toenemende ruimtedruk.

Met hart en ziel

Onze boeren zetten zich met hart en ziel in voor de bescherming van akker- en weidevogels. Zij kunnen dat niet alleen. Effectieve bescherming van akker- en weidevogels hangt af van veel factoren en de inzet van meerdere partijen, waaronder de overheid.

Wij roepen de overheid op om ervoor te zorgen dat aan de genoemde randvoorwaarden wordt voldaan, zodat boeren die mee (gaan) doen aan het ANLb, een veel effectievere bijdrage leveren aan het realiseren van de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.