'Goed beheer van landschap kan niet zonder koeien'

Jan Duijndam van Hoeve Biesland noemt zichzelf liever landschapsbeheerder dan boer. De koeien zijn allang niet meer de corebusiness van zijn bedrijf, zegt hij. De melkveehouderij is nodig om 300 hectare natuur te onderhouden. 'Goed landschapsbeheer kan niet zonder koeien.'

%27Goed+beheer+van+landschap+kan+niet+zonder+koeien%27
© Annemarie Gerbrandy

Op de weg van Delft naar Hoeve Biesland in het Zuid-Hollandse Delfgauw is de auto te gast. Wandelaars, fietsers, hardlopers en ruiters vinden hier hun weg om te recreëren in een uitloopgebied van de stad, gelegen in de groene long tussen de A12 en A13.

De biologische boerderij van Jan Duijndam en zijn vrouw Mieke bevindt zich midden in dit gebied, midden tussen de consumenten. De onderneming is uitgegroeid tot een multifunctioneel bedrijf met 450 koeien voor natuurbeheer en de melk- en vleesproductie, een zorgtak en een boerderijwinkel, gevuld met producten uit de eigen slagerij, bakkerij, moestuin en zuivellijn.

Duijndam (64) is veertig jaar boer. Hij begon met dertig koeien, vijftien schapen en 15 hectare land op het ouderlijk bedrijf dat op een kilometer afstand van de huidige boerderij lag. Volgens de ondernemer was het een mooie tijd, maar ideaal was het niet: de plek waar hij boerde, had een andere bestemming gekregen en de boerderij was te klein om op te schalen. Hij wilde graag verplaatsen naar de huidige locatie, maar provincie Zuid-Holland stond niet te springen om hieraan mee te werken. Die vond dat Duijndam beter kon verkassen naar Flevoland.

Ik lag vaak met de bank in de clinch, want ik wilde altijd meer dan ze verantwoord vonden

Jan Duijndam, Hoeve Biesland in Delfgauw

Toen de provincie zich in 1990 realiseerde dat de ondernemer niet van plan was zijn biezen te pakken, besloot ze medewerking te verlenen aan bedrijfsverplaatsing. De melkveehouder bouwde in 1993 eigenhandig een bedrijf voor tachtig koeien en zestig stuks jongvee op 25 hectare met het idee door te groeien naar 40 hectare.

Duijndam moest drie banken af om de boel gefinancierd te krijgen – het ouderlijk bedrijf was geen eigendom – en van zijn toenmalige bank kreeg hij geen lening. Het bedrijf groeide gestaag in land, omdat veel collega's stopten of wegtrokken uit het Randstedelijk gebied.


Zwaar gefinancierd

Het voordeel van extra zwaar gefinancierd zitten, is dat je nooit kunt stil zitten, zegt de melkveehouder. 'Je weet dat je moet groeien, wil je blijven bestaan. Dat betekent dat je moet ondernemen.' Maar hoe, vroeg hij zich af, in een gebied waarin de ene na de andere Vinex-wijk uit de grond werd gestampt. Duijndam besloot in 1997 dat het roer om moest. Hij zag het niet zitten om een extreem intensief melkveebedrijf te gaan runnen vlak bij de stad. 'Als je dat hardop gaat zeggen, zijn er altijd mensen die naar je luisteren', ervoer hij.

Gemeente Delft benaderde de melkveehouder met de vraag of hij 35 hectare land wilde beheren in langjarige pacht met 10 hectare natuurelementen. 'Dat wilde ik wel, maar op een boerenmanier. Ik wilde zelf het beheer over de natuur houden.'

Dat betekende niet dat Duijndam helemaal zijn eigen gang kon gaan. Het beheer van het gebied met koeien stond voorop, niet de voedselproductie. Dat hield in dat de boer anders tegen het beheer moest gaan aankijken. 'Had ik daar verstand van? Nee. Maar als je ergens geen verstand van hebt, moet je op zoek naar mensen die dat wel hebben.'


Tekst gaat verder onder video.
Jan Duijndam was in juni te gast in College Boer, een live-uitzending van Nieuwe Oogst waarin agrarische studenten hun vragen stellen aan een inspirerende gast, onder leiding van hoofdredacteur Esther de Snoo. Bekijk hieronder een clip uit deze aflevering. De hele uitzending is terug te kijken via nieuweoogst.nl/collegeboer.

De ondernemer voerde gesprekken met gemeente Delft, maar ook met de lokale natuurbeweging over hun visies op het gebied. 'Al snel zaten we op één lijn over welke kant we op wilden. De cultuurhistorische waarde van het gebied moest overeind blijven, aangevuld met landschappelijke elementen. Ik kwam erachter dat veehouderij, natuur en recreatie best samen konden gaan', zegt hij.

Duijndam raakte steeds vaker met wandelaars en andere recreanten in gesprek. Zo maakte hij ooit een praatje met een vrouw die op een wandelpad voor een klaphekje stond te genieten van het uitzicht en de koeien, waar ze overigens een beetje bang voor was. 'Ik viel van mijn stoel. Ik had niet door hoe waardevol dit gebied voor consumenten was. Ik denk dat veel boeren zich dat niet realiseren van hun eigen omgeving. Dit soort gesprekken hebben mij gevormd en hebben er mede voor gezorgd dat we met de boerderij de switch hebben gemaakt naar natuur- en landschapsbeheer.'


Agrarisch natuurbeheer

Die ontwikkeling viel samen met de invoering van het agrarisch natuurbeheer. 'Dat was toen hartstikke nieuw. Dat leverde mij in die eerste jaren gelijk al flinke extra inkomsten op', blikt de melkveehouder terug.

Duijndam beheert nu 300 hectare natuurland met 450 Fleckvieh-koeien en ossen. Dat klinkt als een groot bedrijf, maar zo ziet hij dat niet. 'Ik noem mezelf liever landschapsbeheerder dan boer. Als je 300 hectare land beheert, moet dat gras ook worden opgevreten. Daar heb je dieren voor nodig', zegt hij.

'Bovendien werk ik met samen met overheden, instanties en terreinbeherende organisaties, die allemaal op hun percelen koeien willen hebben lopen. Ik ben in gesprek met een gemeente over het beheer van een natuur- en recreatiegebied van 100 hectare. Het beheer gebeurt nu door een organisatie, maar je ziet het gebied achteruitgaan. Wij hebben een plan geschreven voor beheer met koeien. Dat heeft het gebied nodig. We zijn er financieel nog niet uit, maar ik denk dat dat vanzelf gaat komen', verwacht de melkveehouder.


Multifunctioneel bedrijf

Hoeve Biesland is uitgegroeid tot een multifunctioneel bedrijf met een zorgtak en een boerderijwinkel met vlees, brood, zuivel en groenten van eigen erf. In de boerderijwinkel van 250 vierkante meter komen wekelijks 1.200 consumenten hun boodschappen doen. Duijndam werkt met een eigen slager en bakker, de groenten komen uit een 8.000 vierkante meter grote moestuin en er is een eigen zuiveltak, waar wekelijks 10.000 liter melk wordt verwerkt tot vloeibare zuivel. Sinds kort wordt ook kaas van eigen melk gemaakt, maar dat wordt nog uitbesteed aan een externe partij.


In de boerderijwinkel van 250 vierkante meter komen 1.200 consumenten per week.
In de boerderijwinkel van 250 vierkante meter komen 1.200 consumenten per week. © Hoeve Biesland

Daarnaast vinden de producten hun weg naar 120 business-to-business (B2B)-klanten, voornamelijk de horeca. Het bedrijf heeft ook een webshop.

Ook in de multifunctionele landbouw spelen de koeien een grote rol. Duijndam schat in dat hij 50 procent van zijn business-to-consumer (B2C)-klanten zou kwijtraken, als hij de koeien weg zou doen. 'Consumenten willen producten van de boerderij. De koe 'vertelt' het verhaal. Van alle consumenten die op ons erf komen, is 30 tot 40 procent kind. Die willen koeien aaien en kippen en schapen zien. De koeien zijn de ballenbak van Ikea. Het gaat om de beleving. Anders kunnen ze net zo goed hun boodschappen doen bij de supermarkt om de hoek.'


Klanten kunnen zelf een flesje melk tappen uit de tank.
Klanten kunnen zelf een flesje melk tappen uit de tank. © Annemarie Gerbrandy

De meeste voldoening krijgt de melkveehouder misschien wel van de zorgboerderij. De zorgtak biedt ruimte aan vijftig 'hulpboeren', begeleid door zes professionals. Het gaat om mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of mensen met psychische problemen die het leuk vinden de handen uit de mouwen te steken.

'Het is prachtig om deze mensen een arbeidsplek te geven: met elkaar uit te vinden wat ze wel en niet leuk vinden en hen te laten doorontwikkelen. De hulpboeren krijgen waardering voor wat ze doen. Daarmee groeit hun eigenwaarde. Natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn, maar we hebben met elkaar een leuke familieband', vindt de ondernemer.


Verdienmodel

Zijn verhaal klinkt als een successtory, maar is dat ook zo? 'Oh, nee', lacht Duijndam. 'De moeilijkheid van nieuwe producten ontwikkelen is dat er geld voor nodig is. Het duurt even voordat je iets in de markt hebt gezet en daar een verdienmodel uit haalt. Ik heb vaak met de bank in de clinch gelegen, want ik wilde altijd meer doen dan ze verantwoord vonden.' Hij ziet boeren die de omslag naar een ander soort landbouw willen maken, maar tegen de financiële consequenties daarvan aanhikken. 'Voor deze boeren zou een transitiefinanciering een mooie oplossing kunnen zijn.'

Duijndam verwacht dat in coulisselandschappen, in de ruimten rond de grote steden en in de overgangsgebieden van Natura 2000-gebieden zich uiteindelijk een ander soort landbouw ontwikkelt. 'Het landschap beleven wordt steeds belangrijker. Daar zit de grootste waarde, het grootste verdienmodel. Niet in een bulkproduct produceren voor de wereldmarkt. Dat is weggelegd voor grote droogmakerijen. Het is een kwestie van omdenken.'


Jan Duijndam, Hoeve Biesland in Delfgauw
Jan Duijndam, Hoeve Biesland in Delfgauw © Annemarie Gerbrandy


Bedrijfsgegevens

Naam: Jan Duijndam (64) Plaats: Delfgauw (ZH) Bedrijf: Melk- en vleeskoeien, ossen, landschapsbeheer en multifunctionele landbouw Grootte: 300 hectare. Hoeve Biesland telt 180 tot 190 melkkoeien, 200 stuks vleesvee en ossen en 60 tot 70 stuks jongvee. Van de 300 hectare land is 60 hectare eigendom. Landschapsbeheer met runderen is de hoofdtak. Verder een zorgboerderij, boerderijwinkel, slagerij, bakkerij, moestuin en zuivellijn.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    23° / 12°
    0 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    10 %
  • Vrijdag
    23° / 12°
    5 %
Meer weer