Vooruitdenken bij het inkuilen van gras

Met het zevenstappenplan ‘Kuil van de toekomst’ sleutelen tientallen melkveehouders verspreid over Nederland aan de samenstelling van het rantsoen voor de melkkoeien. Droger inkuilen blijkt een belangrijke sleutel tot minder emissie.

Vooruitdenken+bij+het+inkuilen+van+gras
© John Oud

Sjoerd van der Helm is melkveehouder in het Noord-Hollandse Zuidschermer. Samen met zijn schoonfamilie houdt hij bijna vierhonderd melkgevende koeien op een kleine 200 hectare kleigrond. Het bedrijf kent een gangbare bedrijfsvoering met gedeeltelijke weidegang en een productie van 11.500 liter per koe per jaar.

De melkveehouder is sinds 2020 een van de demonstratiebedrijven binnen het Netwerk Praktijkbedrijven. Via deze route probeert Van der Helm het ruwvoer zo te verwerken dat de emissie van het sterke broeikasgas methaan en de stikstofverbinding ammoniak op de melkveehouderij dalen. 'Zonder dat het ten koste gaat van de diergezondheid of de melkproductie', vult hij aan.

Van der Helm maakt gebruik van het zevenstappenplan 'Kuil van de toekomst'. Dat begint met het managen van het drogestofgehalte in het ruwvoer. De volgende stappen gaan over het optimaliseren van het rantsoen, waaronder met name het gehalte ruw eiwit. Dat vertaalt zich weer op het land in de bemesting, het oogstmoment en de gewenste opbrengst aan gras per hectare.

Met de graskuil kunnen we met weinig kosten veel emissie terugbrengen

Delian Kool, bedrijfsbegeleider bij het Netwerk Praktijkbedrijven

'Je gaat dus eigenlijk vooruitdenken. We focussen ons op de graskuil, omdat je hier met weinig kosten veel emissie kunt terugbrengen', legt Delian Kool uit. Hij een van de bedrijfsbegeleiders binnen het Netwerk Praktijkbedrijven.

'Om tot de ideale samenstelling van eiwit en energie in het rantsoen te komen, bedenk je aan het begin van het seizoen wat je straks uit de kuil wilt halen. Het gras droog oogsten is een van onze adviezen, dus liefst een dag langer op het land laten liggen en voldoende schudden', vervolgt hij.


Verteerbaarheid van voer

Maar dat is niet het enige. Samen met de voermaatregelen wordt het aanhouden van jongvee beperkt tot maximaal vijf stuks per tien melkkoeien. Daarnaast is er binnen het Netwerk veel aandacht voor het Neutral Detergent Fibre-gehalte (NDF) in graskuil.

NDF geeft de hoeveelheid celwanden in het gras weer. Een hoog gehalte leidt tot een hoge methaanuitstoot. Is het gehalte te laag, dan kan de passagesnelheid te hoog worden. Dat verlaagt is de voerefficiëntie en kan uiteindelijk een negatief effect hebben op de diergezondheid.


Toon van netwerk wordt gezet door zeventien onderzoeksbedrijven

Binnen het Netwerk Praktijkbedrijven werken ruim honderd melkveebedrijven aan reduceren van hun ammoniak- en methaanemissie. Zij combineren sinds 2020 praktijkonderzoek en een integrale aanpak om tot 'haalbare en betaalbare' maatregelen te komen met effect op beide doelen. 'We staan voor een bedrijfsbrede benadering', zegt projectleider Cathy van Dijk. 'De Kuil van de Toekomst is spannend, het gaat zowel over de ruwvoervoorziening als over het bemesten en de samenstelling van het rantsoen. Het draait om het totaal, en de onderlinge effecten daarbinnen.'Het Netwerk Praktijkbedrijven telt zeventien onderzoeksbedrijven die data verzamelen over maatregelen rond voer, bemesting en het beperken van stalemissie. 22 demonstatiebedrijven op uiteenlopende grondsoorten en verscchillen in bedrijfsvoering toetsen en ferfinen de maatregelen onder begeleiding.De 65 'ambassadeurs' zijn de melkveebedrijven die als eerste aan de slag kunnen met de bevindingen uit het Netwerk Praktijkbedrijven. De resultaten op deze bedrijven worden vervolgens gebruikt voor vervolgonderzoek.

Het NDF-gehalte wordt bepaald op basis van het gehalte droge stof en de samenstelling van het rantsoen, al dan niet in combinatie met mais. 'We spreken in de voermaatregelen vaak over een optimum, omdat er niet één ideaal cijfer is voor de gehalten NDF of ruw eiwit', zegt Kool, die ook als bedrijfsadviseur bij PPP-Agro Advies werkt.

'We kijken bij ieder bedrijf wat haalbaar is. We werken met grafieken om te bepalen hoe een melkveehouder op een bepaald moment en onder bepaalde omstandigheden het beste met het voer kan sturen. We willen dat de hoeveelheid eiwit en energie in de pens in balans zijn', verwoordt de bedrijfsbegeleider.

Hoe weerbarstig de praktijk kan zijn, blijkt in het kletsnatte voorjaar van 2024. Van der Helm kan een deel van de eerste snede begin mei droog inkuilen, maar het andere deel kan mede door ganzenschade en regen pas een maand later van het land. 'Uiteindelijk heb ik dit over drie kuilen kunnen verdelen en nu is het afwachten wat het resultaat is', zegt de melkveehouder.


Efficiënte stikstofbenutting

Vijf jaar geleden was Van der Helm vooral met de prijs van het voer bezig, nu ervaart hij dat minder ruw eiwit voeren prima gaat. 'Ik ben in 2020 gestart met 176 gram ruw eiwit per kilo droge stof en vorig jaar zat ik op 158 gram per kilo.' Het ureumgehalte in de melk schommelt rond de 15, wat duidt op een efficiënte stikstofbenutting van voer tot eindproduct.

Naast de voermaatregelen lukt het de Noord-Hollandse melkveehouder ook, dankzij het monovergisten van de drijfmest, om de ammoniakemissie met meer dan 30 procent te reduceren.

Na het scheiden van de dikke en dunne fractie gaan de meststoffen weer het land op. 'Omdat dit veel sneller werkt dan reguliere drijfmest wijk ik op dat onderdeel wel van het stappenplan af', zegt de melkveehouder. 'Het blijft toch theorie waar je in de praktijk zelf je eigen oplossingen voor moet vinden.'

De ondernemer wil graag 'voor in de trein zitten'. Van der Helm: 'Want als de overheid nieuwe maatregelen aankondigt, wil ik meteen weten wat wel of niet kan gaan werken op ons bedrijf.'

Vooral het beperken van de methaanemissie blijkt in de praktijk best lastig, vindt hij. 'Je wil een koe niet als een varken gaan voeren, want dan voorzie ik gezondheidsproblemen voor de herkauwer. Eigenlijk zijn we als maatschappij veel te laat begonnen met het oplossen van de milieuproblemen. En nu moet dat ineens onder heel grote druk.'


Werken aan een drogere graskuil

Het percentage droge stof in een graskuil is een belangrijk gegeven om de ammoniak- en methaanemissie te beperken. Als ideaal wordt vaak 50 procent droge stof genoemd. 'Het is zaak om broei in de hand te houden én een smakelijke kuil met een goede verteerbaarheid te krijgen', vertelt bedrijfsadviseur en melkveehouder Delian Kool. Zijn advies is om te proberen het gras droog in de kuil te krijgen, maar ook om deze goed aan te rijden om zo broei te voorkomen. 'Verder is het belangrijk om de kuil goed af te dekken, recht af te snijden en los voer voor de kuil te voorkomen.'Tot de tweede helft van mei, zo rond de eerste snede, zorgt het inkuilen volgens Kool voor weinig problemen. 'Daarna schiet het gras in de aar en wordt het houtig. Het gevolg is dat er meer vezels in het voer terechtkomen. Dat gaat ten koste van de eiwitten en suikers in het gras.' Vaak is het bij een grasrijk rantsoen wenselijk dat er wat meer vezels in het gras aanwezig zijn. 'Zo zoeken we naar een optimale eiwitbenutting, waarbij het aandeel ruwe eiwit omlaag kan', concludeert de bedrijfsadviseur van PPP-Agro Advies. 'De koe kan dat over het algemeen heel goed aan.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer