Nederlandse kennis helpt buitenlandse boer

Het Programma Uitzending Managers (PUM) is in 1978 opgericht door werkgeversorganisatie VNO-NCW en het ministerie van Buitenlandse Zaken. De organisatie telt ongeveer 1.200 vrijwilligers, waarvan 120 in de land- en tuinbouw, die hun kennis internationaal delen met kleine en middelgrote ondernemingen. PUM is in dertig landen betrokken bij zo’n 1.500 projecten.


Nederlandse+kennis+helpt+buitenlandse+boer
© PUM

De vrijwilligers van PUM moeten over minimaal vijf jaar werkervaring beschikken. Dat geeft voldoende expertise om samen te werken in projecten. Iedereen die voor de organisatie werkt, moet de Engelse taal beheersen. Frans en/of Spaans zijn een pré. Vrijwilligerswerk is mogelijk tot een leeftijd van 72 jaar. De organisatie streeft naar verbintenissen van minstens vier jaar. Ron Lamain en Marloes Luijerink vertellen over hun ervaringen.




Ron Lamain adviseert boeren en tuinders in Zuid-Amerika.
Ron Lamain adviseert boeren en tuinders in Zuid-Amerika. © Lamain Consultancy

'Helpen bij overschakeling, van de teelt van coca naar koffie'

Trots laat een Boliviaanse boerin haar nieuwe koffieplantage zien aan Ron Lamain en wijst naar een stukje bos een eindje verderop. ‘Dat willen we straks ook benutten voor de productie van koffie’, vertelt ze enthousiast.
Lamain heeft echter een vervelende boodschap. 'Wil je blijven exporteren naar Europa, dan is kap van dat bos niet toegestaan. De Europese Unie kent sinds enige tijd strikte regels tegen ontbossing. Producten waarvan de teelt bijdraagt aan ontbossing (zoals cacao en koffie) komen de Europese Unie niet meer in.'

Hij is nu ruim anderhalf jaar actief als vrijwilliger bij Programma Uitzending Managers (PUM) en adviseert agrariërs in Zuid-Amerika rond teelt, bedrijfsvoering en afzet. 'Heel mooi werk. Maar een onderdeel is ook het eerlijke verhaal vertellen over handelsverordeningen en de gevolgen daarvan.'

Lamain studeerde Tropisch bosbouw in Wageningen en werkte een aantal jaren in Costa Rica (aanleg plantages) en Suriname (bosbeheer). Terug in Nederland startte hij een consultancybureau op het snijvlak van landbouw, natuur en economie. 'Ik ben overtuigd dat ecologie en economie elkaar versterken.'

Anderhalf jaar geleden meldde hij zich bij PUM. 'In de loop der jaren heb ik veel kennis opgedaan. Die wil ik graag delen.' En zo ging Lamain aan de slag in Bolivia. ‘Dit land wil de teelt van coca beteugelen. Overschakelen naar de teelt van koffie is een van de alternatieven.'

Voor alle duidelijkheid: lang niet alle Boliviaanse coca eindigt als cocaïne in West-Europa of de Verenigde Staten. 'Voor Bolivianen is kauwen van cocabladeren traditie. Zoals in Nederland het drinken van koffie. Veel coca-bladeren worden lokaal afgezet.'


Driemaal oogsten

De teelt van coca is intensief en gaat vaak gepaard met veel gewasbeschermingsmiddelen. Ook dat is een drijfveer om coca terug te dringen. Daar waar coca driemaal per jaar geoogst wordt, duurt het drie tot vier jaar voordat een koffieplant in productie is. 'Het gaat dus niet alleen om de teelttechniek. Overschakeling vergt ook in economische zin aanpassingen. Dat kunnen lokale boeren niet alleen; daarin moeten ze ondersteund worden. Door de overheid, maar ook door zich te verenigen in coöperaties.'

Na zijn bezoek aan Bolivia werkt Lamain online verder aan het project. ‘Ik zet nu de vijf belangrijkste ziekten onder koffieplanten in een kant-en-klare presentatie. Dit is vooral handig voor startende telers.’

Ondertussen dient zich het volgende project al aan: optimalisering van de avocadoteelt in Peru. ‘'Ik heb niet veel ervaring met de teelt van avocado’s, maar ik weet wel hoe je een plantage runt.' Verder willen Peruaanse avocado-telers graag direct aan lokale markten gaan leveren, zonder tussenhandelaren: ook op dit terrein heeft Lamain relevante expertise. 'Werken voor het PUM geeft veel voldoening. Je kunt echt een verschil maken.'




Kalverhoudster Marloes Luijerink in Overdinkel.
Kalverhoudster Marloes Luijerink in Overdinkel. © Emiel Muijderman


'Bij hevige regenval veranderde de maisopslag in een modderpoel'

Het management van een lokaal melkveebedrijf in Uganda naar een hoger plan tillen. Dat was de eerste opdracht die Marloes Luijerink kreeg van Programma Uitzending Managers (PUM).
Luijerink heeft samen met haar man een boerderij in het Overijsselse Overdinkel met 3.300 rosé kalveren. Ze groeide op op een melkveebedrijf en was in het verleden verpleegkundige. 'Op het gebied van melkvee ben ik eerder een generalist dan een specialist. Maar dat is bij PUM juist een pré.'

Ze meldde zich aan als vrijwilliger bij PUM ‘omdat de wereld groter is dan Overijssel’. Na een aantal voorbereidende cursussen vertrok ze naar Uganda. 'Naar een bedrijf met vijftig melkkoeien.' Een van de verbeterpunten: de bewaring van snijmais. 'Dat werd letterlijk opgeslagen in een kuil, afgedekt met plastic. Bij hevige moessonregens veranderde de opslag al snel in een modderpoel.'

Luijerink adviseerde sleufsilo’s, naar Nederlands model. 'Een dag later stond er een bouwploeg voor de deur en binnen no-time zijn twee silo’s gerealiseerd.' Ook het rantsoen werd verbeterd. Op het Ugandese melkveebedrijf staan vooral mais en hooi op het menu, maar volgens eigenaresse Conny lustten de meeste koeien geen mais.

'Wat bleek: de drie meest dominante koeien vraten vrijwel alle mais op. Met wat aanpassingen in de groepssamenstellingen en door hooi en mais voortaan te mengen, krijgen nu alle koeien mais. Wat weer zorgt voor een betere melkproductie', vertelt Luijerink.


Vee is statussymbool

Ugandezen kijken anders naar koeien dan Nederlanders, zag Luijerink. 'Wij kijken vooral met een economische bril. Voor Ugandezen is vee ook een statussymbool. Met dat soort culturele verschillen moet je rekening houden.’ Ook in management zijn de verschillen groot. ‘Koeien worden er met hand gemolken. Elektriciteit is er niet, dus ‘s ochtend na het melken wordt de melk meteen naar het dorp gebracht en daar gekoeld en verwerkt.'

De PUM-vrijwilliger verbleef twee weken in Uganda. 'Dat is ook de afspraak: je verblijft maximaal twee keer per jaar twee weken in het buitenland. Daarbij wordt gezorgd voor een goed onderkomen en goede internetverbinding. Dat laatste is belangrijk. Je bent alleen en voor mij is regelmatig contact met thuis heel waardevol.'

Luijerink noemt haar reis naar Afrika onvergetelijk. 'Je stapt uit je comfortzone, maar de hartelijkheid en dankbaarheid van de mensen daar zijn overweldigend en zorgen ervoor dat je je op je gemak voelt. Je beseft weer eens: Nederland is een fantastische plek. Een plek waar veel mensen in de wereld alleen maar van dromen. Ik vertrok met een koffer vol boerderijspullen, maar keerde terug met drie koffers vol levenservaring. Ik kijk alweer uit naar een volgend project.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    16° / 6°
    50 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    10 %
  • Zondag
    18° / 9°
    20 %
Meer weer