Solidariteit voor sterke landbouwcoöperaties in ontwikkelingslanden
Agriterra ondersteunt landbouwcoöperaties in ontwikkelingslanden met advies, training en uitwisseling. Daarbij faciliteert Agriterra nadrukkelijk dat collega’s van de top agri- en voedselsector uit de Nederlandse land- en tuinbouwsector hun kennis en expertise kunnen delen met collega’s in Afrika en Azië.
In Nederland hebben we ervaren dat de rol van sterke boerencoöperaties essentieel was voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Dit belang van sterke coöperaties geldt niet alleen voor Nederland, maar zeker ook voor ontwikkelingslanden waar boerencoöperaties wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Vanuit die visie en dat gevoel van solidariteit heeft de Nederlandse agrarische coöperatieve sector 26 jaar geleden Stichting Agriterra opgericht. Nog steeds wordt het bestuur gevormd door LTO, NAJK, Vrouwen van Nu en de NCR.
Agriterra is uitgegroeid tot een professionele organisatie van circa 200 medewerkers waarvan het overgrote deel werkt in veldkantoren in Afrika en Azië. Agriterra is onlosmakelijk met de Nederlandse agrarische sector verbonden op verschillende manieren. Zo werken ze samen met diverse bedrijven die hun grondstoffen inkopen van coöperaties in ontwikkelingslanden. Mooie voorbeelden daarvan zijn: met Moyee Coffee versterkt Agriterra koffiecoöperaties in Kenia, met De Heus werken we samen om mais- en cassave-coöperaties te versterken in Vietnam, met Bunge Loders Croklaan versterkt Agriterra shea notencoöperaties in Ghana en met DSM versterkt Agriterra maiscoöperaties in Rwanda.
Door samen te werken met hulp van buitenaf kunnen er flinke stappen gezet worden
Op pad voor Agriterra
De meest bekende vorm van samenwerking is dat Agriterra heel praktisch Nederlandse agrariërs en medewerkers van boerencoöperaties de mogelijkheid geeft om rechtstreeks hun kennis en ervaring te delen met hun Afrikaanse of Aziatische collega’s. Jaarlijks reizen er tientallen Nederlandse coöperatieve professionals, de zogenoemde Agripool-experts, voor een adviesopdracht af naar een coöperatie in een ontwikkelingsland.
Eén van hen is Jan Robben, aardbeienexpert uit Oirschot. Toen Agriterra in 2019 voor twee coöperaties in Rwanda iemand zocht die verstand heeft van aardbeienteelt, kwamen ze bij hem terecht. Beide coöperaties waren gestart met het telen van aardbeien en wilden met teelttechnisch advies hun oogst vergroten.
Robben vertelt: ‘Tijdens mijn eerste bezoek zag ik direct dat het heel kleinschalig was. De aardbeien waren heel klein en wilden niet groeien. Het ras was nauwelijks een ras te noemen. Ze hadden ooit zaad gekregen, maar normaal moet je plantjes door uitlopers vermeerderen. De grond was waarschijnlijk ook niet in orde.’ Robben liet bodemanalyses nemen en daaruit bleek dat de bodem niet in balans was. De pH-waarde was bijvoorbeeld extreem laag.
Kennis delen
Het doel van het eerste bezoek was om theoretische kennis over te brengen. ‘Ik heb een basistraining gegeven aan enkele boeren en aan agronomisten die de boeren adviseren. Ze waren heel geïnteresseerd en leergierig. Ik kwam er wel achter dat het kennisniveau heel laag is. Je moet echt onderaan beginnen.’ De belangrijkste conclusie was: het plantmateriaal moet anders en de grond moet in orde gebracht worden.
Robben gaf ter plekke uitleg over de grondbewerking. Bijvoorbeeld hoe je teeltbedden moet maken. En dat je beter in een rijtje kunt planten, omdat dat makkelijker is voor het onderhoud. Eenmaal terug in Nederland benaderde hij Flevo Berry met de vraag of zij geschikte aardbeiplantjes hadden. Er werden twee rassen uitgekozen en daarvan werden 5.000 planten met het vliegtuig naar Rwanda gestuurd. Om alle vereiste documenten hiervoor te verkrijgen was nog een hele opgave.
Vanuit Nederland bleef Robben steeds betrokken bij het groeiproces van de aardbeien. Zo konden ze altijd vragen aan hem stellen. Ook ging hij nog naar Rwanda om samen met bemestingsadviseur Klaas Plas een bemestingsadvies te geven, waarbij ze rekening hielden met welke meststoffen er beschikbaar zijn in Rwanda.
Resultaat
Na de eerste trials met de 5.000 aardbeienplantjes, bleek dat het ras Bravura het beste presteerde in de Rwandese omstandigheden. Er werden daarna 70.000 Bravura-plantjes geëxporteerd naar Rwanda door Henselmans uit Luttelgeest, een vermeerderaar van jonge planten. De eerste oogst van deze lichting planten vond plaats in april 2021. Het ras gaf mooie, grote, zoete aardbeien waar onmiddellijk veel vraag naar ontstond. Er werd meer geoogst en van betere kwaliteit dan voorheen.
Dit toonde aan dat het mogelijk is om in Rwanda aardbeien van hoge kwaliteit te telen. Rwanda heeft een goed klimaat. Door de gunstige temperatuur kan er het hele jaar door geoogst worden. Al blijven er ook uitdagingen, zoals het ontstaan van schimmels door het vochtige klimaat, en het onvoldoende beschikbaar zijn van irrigatiewater, goede meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen.
Na de goede oogst in 2021 kochten verschillende Rwandese aardbeienkwekers aardbeienplanten in bij Henselmans. Agriterra ging ondertussen een samenwerkingsverband aan met de Rwanda Agriculture Board (RAB). Deze samenwerking zorgde voor een nog grotere levering van plantmateriaal. Daarnaast werd ook het belang van goede kennis onderkend. Jean Remy Muramira, coöperatie-adviseur van Agriterra in Rwanda: ‘Je kunt de gewassen wel aanleveren, maar als er daarna niet goed mee wordt gewerkt, hebben ze er nog niks aan’.
Handboek
Zo ontstond in 2022 het idee om een handboek over het telen van aardbeien (Strawberry Growing Guide) te ontwikkelen, om alle aardbeientelers in Rwanda te helpen. Jan Robben verzorgde de kopij voor dit handboek, dat gepubliceerd werd door Agriterra. Het werd overgenomen door de Rwanda Agriculture Board en geldt nu als nationaal handboek.
Jan Robben is positief over het werk van Agriterra. ‘Als je via coöperaties werkt, bereik je meer mensen in één keer. Leden van een coöperatie kunnen elkaar helpen en leren van elkaar. Ook de coöperaties onderling. Door samen te werken met hulp van buitenaf kunnen er flinke stappen gezet worden. Dit project geeft de Rwandese bevolking de mogelijkheid om hun eigen aardbeien te eten of te gebruiken voor sap, in plaats van importaardbeien.’ Hij hoopt dat het succes van dit aardbeienproject inspiratie is voor eventueel volgende projecten en andere gewassen.
Enthousiast?
Voor contact met Agriterra, of om verder te praten over hoe we samen kunnen werken aan sterke boerencoöperaties in ontwikkelingslanden, kun je ons bereiken via agriterra@agriterra.org. Als je zelf interesse hebt om als expert je kennis en ervaring te delen, kijk dan op www.agriterra.org/agripoolnetwerk-nl/ voor meer informatie of neem contact op via agripool@agriterra.org.
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Agriterra
Agriterra
Stichting Agriterra zet zich in voor het versterken van landbouwcoöperaties in ontwikkelingslanden. Agriterra is 26 jaar geleden opgericht door de...
Lees verder »