East-West Seed traint 160.000 kleine boeren in ontwikkelingslanden

'Uiteindelijk willen we meer dan één miljoen kleine boeren kunnen opleiden en trainen. Als zaadfirma voorzien wij deze gewastelers al van beter uitgangsmateriaal. Vervolgens leren we hun om daarmee om te gaan en door meer teeltkennis een verbetering van opbrengsten te realiseren', stelt directeur Stuart Morris van de East-West Seed Knowledge Transfer (EWS-KT) Foundation.

Morris sprak deze week samen met Maaike Groot, directielid van East-West Seed, voor een groep internationale journalisten. Zij namen deel aan een perstour langs enkele zaadfirma's als onderdeel van het wereldcongres van de International Seed Federation (ISF), dat dit jaar in Rotterdam is gehouden. Maaike Groot is dochter van Simon Groot, de oprichter van East-West Seed en voormalig directeur van de bekende zaadfirma Sluis & Groot in het Noord-Hollandse Enkhuizen.

Start in Azië

Na de verkoop van Sluis & Groot aan een multinational, begon Simon Groot in 1982 met een klein team van medewerkers met kwaliteitszaaizaad leveren aan kleine boeren in Azië. Dat deed hij eerst op de Filipijnen en later in Thailand en Indonesië. 'Dankzij het initiatief van mijn vader voorzien we nu 23 miljoen kleine boeren in Azië, Afrika en Zuid-Amerika van goed uitgangsmateriaal', zegt Maaike Groot. 'Daarvan profiteren niet alleen de boeren zelf, maar ook draagt het bij aan een betere voedselvoorziening voor honderden miljoenen mensen in ontwikkelingslanden.'

De inspanningen van Groot als oprichter van East-West Seed leverde hem in 2019 de prestigieuze World Food Prize op. Zijn dochter vertelt aan de journalisten dat de portfolio van het zaadbedrijf bestaat uit zaaizaad van meer dan honderd, vaak lokale, groentegewassen en ruim duizend variëteiten. 'In de veredeling richten we ons op opbrengsten verhogen, resistenties zoeken en inkruisen en gewassen aanpassen aan klimaatverandering.'

Gaandeweg ontstond bij East-West Seed volgens Morris en Groot steeds meer het besef dat alleen het leveren van een betere kwaliteit zaaizaad geen garantie is tot succes. Om de teelt van gewassen daadwerkelijk naar een hoger plan te tillen, is in 2015 de eerste aanzet gegeven tot stichting EWS-KT als organisatie voor algemeen belang en zonder winstoogmerk. Inmiddels draaien onder auspiciën van de stichting trainingsprogramma's in diverse landen.

Kleine aanpassingen met veel impact

'De kennis die we overbrengen, is voor 80 procent gericht op de agronomische vaardigheden van de kleine boeren. Vaak zijn de teeltmethoden nog heel traditioneel en kunnen we met kleine aanpassingen al veel impact maken', legt Morris uit. De meeste lessen worden volgens hem in het veld gegeven op praktijkbedrijven lokale demofarms. Naast landbouwkundige lessen wordt de telers bijgebracht hoe ze hun producten uiteindelijk beter kunnen vermarkten.

Het lesmateriaal, bestaande uit teeltgidsen en gewasinformatie, wordt door EWS-KT samengesteld onder meer in samenwerking met Wageningen University & Research. Samen werken ze ook aan het opzetten van tijdelijke leerbedrijven in verschillende landen.

Omdat de stichting een non-profitorganisatie is, zoekt zij partners om bij te dragen in de operationele kosten. Die partners zijn onder meer lokale overheden, internationale organisaties, private partijen, technische bedrijven en wetenschappelijke instellingen zoals Wageningen University & Research. 'Maar we willen graag opschalen en zijn dus altijd op zoek naar meer financiële ondersteuning', verklaart Morris.