Baktarwe blijft vooral uit Duitsland en Frankrijk komen

Het Duitse en Franse landklimaat leent zich beter voor de teelt van baktarwe met hogere eiwitgehaltes, verklaart Dossche. Nederlandse en Belgische telers zien op basis van saldo meer brood in voertarwe. 'De teelt van baktarwe vereist meer input van meststoffen en moet aan strengere voedings- en kwaliteitsnormen voldoen. Deze extra kosten wegen vaak niet op tegen de beperkte extra vergoeding voor baktarwe.'

Dossche Mills wil de teelt van baktarwe de komende jaren steeds een beetje duurzamer maken. Afnemers dringen steeds meer aan op duurzame bloem met een lage CO2-voetafdruk. Dossche Mills wil rond 2030 een CO2-reductie realiseren van 50 procent. Dat moet vooral uit de graanteelt komen, want die teelt draagt voor 85 procent bij aan de CO2-uitstoot.

Het bedrijf is al een aardige stap op weg. Vorig jaar is 10.000 ton baktarwe geoogst met 25 procent minder CO2-uitstoot. Dat is onder meer gelukt door inzet van groene meststoffen en groene diesel.

Minder CO2-uitstoot

Het hoeft niet direct te betekenen dat de baktarwe ook dichter bij de fabrieken in België, Rotterdam en Groningen wordt geteeld. Transport per schip en spoor uit Duitsland en Frankrijk levert minder CO2-uitstoot op dan lokale tarwe die per vrachtwagen naar de fabriek wordt gereden, stelt Dossche.

De maalfabrikant haalt 60 procent van de nodige baktarwe uit Duitsland. Daarnaast komt 30 procent uit Frankrijk. Baktarwe uit Nederland en België heeft een aandeel van minder dan 10 procent in de totale verwerking van de vijf maalderijen van Dossche Mills.