Europese aardappelproductie neemt 1,7 procent toe in 2023

Het aandeel van Nederland, België, Duitsland en Frankrijk in de Europese aardappelproductie nam vorig jaar flink toe, tot 64 procent. Dat valt op te maken uit cijfers van statistiekbureau Eurostat. In de jaren voor 2021 lag het aandeel onder de 60 procent en tot 2008 was dat zelfs minder dat 50 procent.

Na een zeer matige oogst in 2022, lag de productie met name in België, Frankrijk en Duitsland vorig jaar aanzienlijk hoger. In België steeg deze, ondanks de grote problemen door extreem nat weer tijdens de oogst, met 15 procent naar 4,1 miljoen ton. Duitsland produceerde 9 procent meer tot 11,6 miljoen ton, en de oogst in Frankrijk pluste met 7 procent naar 8,6 miljoen ton.

Van de landen die meer dan 1 miljoen ton aardappelen produceren, lieten Denemarken (+5 procent) en Spanje (+4 procent) ook hogere productiecijfers noteren. Nederland kwam na een relatief goede oogst in 2022, vorig jaar in het andere kamp terecht. De productie daalde met 6 procent tot 6,5 miljoen ton. Ook Roemenië (-19 procent), Polen (-7 procent) en Italië (-5 procent) haalden minder aardappelen van het land dan een jaar eerder.

Meeste bedrijven in Polen en Roemenië

Roemenië en met name Polen zijn landen waar de aardappelteelt in de afgelopen 25 jaar fors is gekrompen. Desondanks tellen deze twee landen veruit de meeste aardappeltelers. Zo’n 60 procent van alle aardappelproducenten in de Europese Unie zijn in Polen of Roemenië gevestigd.

Minder dan 9 procent van de bedrijven is te vinden in Nederland, België, Duitsland of Frankrijk. Deze vier landen tellen gezamenlijk 88.550 bedrijven met aardappelen, die meer dan 60 procent van de totale productie in de Europese Unie voor hun rekening nemen.

Het totale aantal agrarische bedrijven met aardappelen in de Europese Unie ligt nog net boven de 1 miljoen.