Resistent suikerbietenras heeft ondersteuning nodig

Suikerbietrassen met verhoogde weerstand tegen bladschimmels, en dan met name cercospora, hebben ondersteuning nodig van fungiciden om ziektevrij te blijven en de resistentie te beschermen. Zeker bij de vondst van eerste aantastingen adviseert bieteninstituut IRS om adequaat te reageren. Besparen op bespuitingen is bij resistente rassen later in het seizoen beter mogelijk.

Resistent+suikerbietenras+heeft+ondersteuning+nodig
© Haijo Dodde

'Afhankelijk van het rooimoment kunnen bietentelers met een resistent ras wellicht twee of drie bespuitingen tegen cercospora uitsparen', verwacht Bram Hanse, specialist bladschimmels en bacteriën bij het IRS.

'Maar het is wel duidelijk dat ook deze rassen de ondersteuning van fungiciden niet kunnen missen. We moeten ervoor zorgen dat de suikerbieten niet ziek worden, omdat dan kans bestaat op uitselectie van minder gevoelige varianten van de schimmel en daarmee op doorbraak van de resistentie.'

Hanse gaf deze waarschuwing vorige week tijdens een bijeenkomst op een praktijkperceel van akkerbouwer Alex Houwing in het Drentse Eexterveen. Daar heeft het IRS in een demo een aantal behandelingsstroken voor de bestrijding van bladschimmels aangelegd.

Bij een laag infectierisico kunnen telers starten met groene middelen

Bram Hanse, bieteninstituut IRS

De behandelingen zijn afgestemd met CLM Onderzoek en Advies en Delphy, met aandacht voor beperkingen op het middelengebruik in grondwaterbeschermingsgebieden. De demo is onderdeel van de publiek-private samenwerking 'Duurzame beheersing van bladschimmels' van BO Akkerbouw.


Twee rassen

Houwing heeft op het betreffende bietenperceel in de eerste week van mei twee rassen ingezaaid: het ras Reforma KWS, dat naast resistentie tegen rhizoctonia ook extra bescherming biedt tegen cercospora, en een BTS-ras zonder verminderde gevoeligheid tegen bladschimmels. De behandelingen worden uitgevoerd in beide rassen.

Het perceel is voorzien van een bladschimmelsensor die op basis van het microklimaat in het gewas de infectiewaarden voor cercospora en stemphylium berekent. De schaal gebruikt voor de infectiewaarde loopt voor beide schimmels van 0 tot 7, waarbij 0 staat voor geen kans op infectie en 7 voor zeer grote kans op infectie.

Volgens het bestrijdingsadvies kunnen telers een eerste bespuiting (T0) uitvoeren als de infectiewaarden 6 zijn of hoger, of als de som van de infectiewaarden op twee opeenvolgende dagen hoger is dan 6.


Intensieve rotatie

Normaal is het advies om bij een gevoelig ras in een intensieve rotatie op T0 te kiezen voor een fungicide op basis van een triazool als werkzame stof. Houwing teelt zijn suikerbieten in een rotatie van 1 op 6, de inschatting is dat op zijn perceel de infectierisico normaal of laag is.

Hanse legt uit dat daarom in de demostroken is gekozen om een deel te behandelen met de groene middelen Charge of Serenade en een deel met het zwavelhoudende Microthiol Special. Eén strook wordt niet gespoten op het T0-tijdstip.

De volgende bespuiting (T1) staat gepland op het moment dat de eerste vlekjes van cercospora worden waargenomen. Dit is vaak anderhalf tot twee weken nadat de hoge infectiewaarden zijn vastgesteld. Zover is het nog niet op het Drentse perceel. In de stroken bestaat de T1 uit een bestrijding met de triazool Belanty en het breedwerkende fungicide Tern. Deze combinatie is toegestaan in waterwingebieden.

Een vervolgbespuiting (T2) met Bicanta, ook uit de groep van de triazolen, kan worden uitgevoerd als drie weken na de voorgaande bespuiting de infectiewaarden voor de bladschimmels weer oplopen. Een eventuele T3-bespuiting is weer met Belanty en Tern en wordt in de demo achterwege gelaten in de strook waar ook geen T0-bespuiting is toegepast.

Alle behandelingen worden vergeleken met het standaard schema dat Houwing in beide rassen uitvoert. De akkerbouwer vertelt dat hij meestal uitgaat van vier bespuitingen per teeltseizoen.


Gevoelig voor roest

Aandachtspunten voor de teelt van rassen als Reforma KWS met een verhoogde weerstand, zijn volgens Hanse (naast de genoemde vroege ondersteuning) de gevoeligheid voor andere bladschimmels dan cercospora. 'Van dit ras is bekend dat het gevoelig is voor roest. Dus daar moeten telers op letten.'

Dat geldt volgens hem dit jaar ook voor stemphylium. 'De omstandigheden voor infecties zijn gunstiger dan in droge groeiseizoenen. Beide schimmels zijn overigens goed te bestrijden met een juiste keuze van combinaties van fungiciden.'

Vergelijkbare objecten die bedacht zijn voor de demostroken in Eexterveen zijn ook aangelegd op praktijkpercelen in Overijssel en Gelderland. Hanse: 'Komend najaar organiseren we weer bijeenkomsten om de resultaten te bekijken. We zijn dan benieuwd naar rasverschillen en ook of het mogelijk is om resistente rassen gezond te houden in objecten met bijvoorbeeld slechts twee bespuitingen.'


Suboptimale omstandigheden voor bladschimmels

Akkerbouwer Alex Houwing in Eexterveen omschrijft het groeiseizoen als uitdagend. De zaaiomstandigheden waren nat, waarna de jonge suikerbieten in korte tijd enkele zware buien te verwerken hebben gehad. De ongunstige groeiomstandigheden uiten zich in de gewasstand. Op lage perceeldelen blijven planten sterk achter in groei en waar planten zich beter ontwikkelen is het gewas nog niet gesloten. Bram Hanse van het IRS beoordeelt de omstandigheden voor bladschimmels op dit perceel, ondanks de nattigheid, als suboptimaal. Dit omdat het gewas vanwege de beperkte loofgroei betrekkelijk gemakkelijk kan opdrogen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    24° / 13°
    10 %
  • Vrijdag
    23° / 13°
    5 %
  • Zaterdag
    24° / 11°
    10 %
Meer weer