Vogelgriepstammen kunnen zich vermeerderen in luchtwegen van runderen

Het ministerie van LNV heeft laten onderzoeken hoe gevoelig luchtwegepitheelcellen van runderen zijn voor infectie met Europese H5N1-stammen. Aanleiding voor het onderzoek zijn de uitbraken van vogelgriep onder geiten en runderen in Amerika.

Voor de proef gebruikte het Wageningse onderzoeksteam luchtwegepitheelcellen op kweek, die vervolgens werden ingeënt met een virus. Drie verschillende virussen zijn bekeken. 'We zagen bij alle drie een snelle toename van het virus tijdens de eerste 24 uur na inenting, zonder substantiële schade aan de geïnfecteerde cellen', vertelt WBVR-onderzoeker Luca Bordes.

Drie dagen na de inenting waren nog steeds geïnfecteerde epitheelcellen te vinden door aankleuring met specifieke antistoffen, oftewel titers. Na verloop van tijd daalden de virustiters snel. 'Dit duidt erop dat de virusvermeerdering niet erg efficiënt was', aldus Bordes.

De resultaten tonen volgens Bordes aan dat meerdere lijnen van H5N1 de luchtwegen van koeien kunnen infecteren. 'Aangezien we Europese stammen van het vogelgriepvirus hebben gebruikt, concluderen we dat de infectie van luchtwegepitheelcellen van runderen niet uniek is voor de Noord-Amerikaanse stam van H5N1. Bovendien ondersteunt ons onderzoek de inmiddels opgezette uitbreiding van de monitoring van vogelgriep bij herkauwers.'

Serologische monitoring vogelgriep

Op dit moment is de monitoring van vogelgriep voornamelijk gericht op in het wild levende vogels en vleesetende zoogdieren en gehouden pluimvee. Maar de uitbraken van H5N1 bij herkauwers in Amerika en de resultaten van de huidige studie, ondersteunen de uitbreiding van de zogenoemde serologische monitoring van vogelgriep naar herkauwers.

De kennis die is opgedaan met dit onderzoek heeft zijn beperkingen, benadrukt Bordes. 'We kunnen niet voorspellen hoe waarschijnlijk het is dat Europese H5N1-virussen zich verspreiden naar herkauwers en of overdracht tussen herkauwers mogelijk is. Hiervoor is verder onderzoek nodig.'