Betere bioveiligheid had vogelgriep bij Amerikaanse koeien kunnen voorkomen
Door directe en indirecte contacten en daarmee het gebrek aan bioveiligheid is de vogelgriep in Amerika verspreid over inmiddels 94 melkveebedrijven en van melkvee naar pluimvee. Dat blijkt uit twee onderzoeksrapporten van het Amerikaanse ministerie van landbouw naar de oorzaak van de uitbraak in dat land en deelstaat Michigan.
Momenteel is op 94 melkveebedrijven in twaalf Amerikaanse staten vogelgriep vastgesteld. Drie medewerkers op melkveebedrijven zijn zeer waarschijnlijk besmet geraakt door contact met besmette melk. Twee medewerkers toonden alleen lichte verschijnselen aan de ogen, één medewerker had luchtwegproblemen. Sinds de eerste uitbraak in 2022 bij pluimvee zijn 1.150 besmette bedrijven gevonden met in totaal bijna 97 miljoen dieren.
Het onderzoek naar de uitbraken bij melk- en pluimvee in Michigan laat zien dat dit in eerste instantie komt door het transport van besmette koeien vanuit Texas. Vanuit die besmette koeien heeft het vogelgriepvirus zich via meerdere directe routes verspreid via medewerkers en veehouders naar andere melkvee- en ook pluimveebedrijven.
De eerste uitbraken van vogelgriep op melkveehouderijen in Texas en Kansas zijn laat ontdekt. De bedrijven hadden al een maand last van een drastische daling in de melkproductie voordat vogelgriep als oorzaak werd vastgesteld op 25 maart 2024. In de melk van de zieke koeien werden hoge niveau's van het vogelgriepvirus gevonden. In swabs uit de neus en in urine was het niveau lager.
De meest plausibele oorzaak van de eerste besmetting bij de koeien in Texas is voer dat is besmet door uitwerpselen van met vogelgriep besmette wilde vogels. Dat blijkt uit onderzoek naar de genetische codes van het virus dat bij koeien en wilde vogels is gevonden. De eerste besmetting heeft waarschijnlijk al in december 2023 plaatsgevonden.
Vanuit de eerste besmette bedrijven zijn koeien die niet zichtbaar ziek waren getransporteerd naar andere Amerikaanse staten. Van daaruit verspreidde het virus zich binnen de bedrijven en via directe en indirecte contacten is het op andere bedrijven terechtgekomen.
Dikke melk
Het Amerikaanse landbouwministerie heeft een enquête uitgevoerd onder de besmette melkveehouderijen. Daaruit blijkt dat meer dan 80 procent melding maakt van een abnormaal lactatieverloop en verminderde voeropname en meer dan 90 procent meldt dikke, geklonterde melk te zien bij de koeien.
Ruim 20 procent van de besmette bedrijven kreeg vee aangevoerd en 60 procent ging door met vee afvoeren nadat er verschijnselen van vogelgriep bij de koeien werd vastgesteld. Meer dan 50 procent gebruikte veewagens samen met anderen en 50 procent hiervan werd niet steeds gereinigd voor gebruik.
Meer dan 30 procent van de medewerkers werkt op andere bedrijven, meer dan 20 procent heeft zelf koeien of pluimvee thuis en meer dan 20 procent heeft familieleden die op andere melkveebedrijven werkt.
De melkveehouderijen krijgen daarnaast frequent bezoek van dierenartsen, voervoorlichters, klauwverzorgers, inseminatoren, transporteurs en kadaverophalers. Veel van hen hebben direct contact met de koeien en dat levert het risico op indirecte overdracht van het vogelgriepvirus op.
Van melkvee naar pluimvee
De studie naar de uitbraken in Michigan maakt duidelijk welke risico's de directe en indirecte contacten opleveren. In deze staat zijn geen met vogelgriep besmette wilde vogels gevonden. Het vogelgriepvirus is Michigan binnengekomen met het transport van melkgevende koeien van het besmette bedrijf in Texas. Die koeien kwamen op 8 maart in Michigan aan, dus voordat vogelgriep als oorzaak van de ziekteproblemen op het Texaanse bedrijf werd vastgesteld. Ten tijde van het transport waren op het bedrijf in Texas nog geen duidelijke symptomen van vogelgriep of een andere ziekte te zien.
De eerste verschijnselen bij de koeien in Michigan werden vastgesteld op 29 maart en op 1 april waren er verschijnselen van vogelgriep op een commercieel pluimveebedrijf in deze staat. Nader onderzoek toonde aan dat er zeer waarschijnlijk sprake is van besmetting van het pluimveebedrijf vanuit het besmette melkveebedrijf door indirecte contacten.
De uitbraken op 15 melkveebedrijven met gemiddeld 1.000 koeien en 8 pluimveebedrijven met gemiddeld 84.000 dieren in Michigan zijn nader onderzocht. Hieruit blijkt dat, naast transport van dieren tussen melkveebedrijven, vooral de indirecte contacten de hoofdoorzaak zijn voor de verspreiding van het virus tussen melkveebedrijven onderling en van melkvee- naar pluimveebedrijven of andersom.
Betere bioveiligheid nodig
Het onderzoek toont aan dat een betere bioveiligheid de belangrijkste maatregel is om besmetting met en verspreiding van vogelgriep te voorkomen. Om een directe besmetting te voorkomen, is het van belang wilde vogels en plaagdieren zoveel mogelijk te weren van het bedrijf. Ze mogen niet in de stallen komen en ook niet bij de voeropslag, om te voorkomen dat de uitwerpselen het voer besmetten. Op alle 15 melkveebedrijven was dit wel het geval.
Beperking van koetransport is een belangrijke maatregel. Dat is in de Verenigde Staten niet altijd te voorkomen, omdat veel bedrijven gespecialiseerd zijn. Daardoor is transport van jongvee en melkgevende koeien geregeld nodig. Beperken van het diertransport kan het risico op besmetting niet helemaal voorkomen. Negen van de vijftien bedrijven waren gesloten en voeren geen dieren aan.
Wel is het volgens de onderzoekers nodig de dieren voor ieder transport te testen en geen transport vanaf besmette bedrijven toe te staan tot zestig dagen nadat de vogelgriepverschijnselen zijn verdwenen. Verder moeten veewagens en andere transportmiddelen en materialen worden gereinigd en ontsmet voordat ze naar een ander veebedrijf gaan.
Bezoek beperken
Zo min mogelijk bezoekers toelaten is het advies van de onderzoekers. Direct contact met de dieren moet worden voorkomen en bezoekers moeten beschermende kleding dragen, van schoeisel wisselen of de kleding reinigen en ontsmetten. Dit geldt ook voor de medewerkers en veehouders zelf.
De infectie kan zich via de melkmachine tussen de koeien op het bedrijf verspreiden. Dat is niet helemaal te voorkomen, maar zichtbaar zieke koeien zouden als laatste moeten worden gemolken. Zichtbaar afwijkende melk kan beter niet worden gevoerd aan kalveren, of alleen na verhitting. Deze nelk mag niet terechtkomen bij plaagdieren, wilde dieren of bijvoorbeeld katten.
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Case IH PUMA 185 CVX
2014, P.O.A.
-
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Tractor 6100M (MG) #518558
Gebruikt, P.O.A.
-
Vicon Schudder FANEX 1124C SCHUDDER (LH) #26770
Gebruikt, € 27.350
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag13° / 9°90 %
-
Dinsdag10° / 7°65 %