Zeeuwse akkerbouwers vrezen voor verzilting Waterdunen

Aanleiding voor deze oproep is een rapport over de economische impact van het natuur- en recreatiegebied, dat in 2021 werd geopend. Voor de aanleg van Waterdunen werden akkerbouwers onteigend en landbouwgrond opgeofferd ter verbetering van de kustverdediging, het creëren van nieuwe natte natuur en voor een sociaal-economische impuls voor de omgeving.

De ontwikkeling kostte zo'n 200 miljoen euro, waarvan een groot deel uit de zak komt van Rijkswaterstaat voor dijkversterking. De provincie Zeeland droeg 90 miljoen euro bij, maar krijgt dat bedrag grotendeels terug door de overname van de grond door Molencaten Vakantieparken.

Volgens schattingen uit 2010 zou het natuurpark 100.000 extra bezoekers per jaar trekken. Dat bleken er maar achtduizend te zijn. En in plaats van de verwachtte 489.000 overnachtingen is de prognose voor 2025 maar 135.000.

De Zeeuwse Statenfracties reageerden vorige week op de tegenvallende cijfers. Cas Vasseur van het CDA noemt Waterdunen 'een afgekalfde waterplas waarvan weinig gebruik wordt gemaakt door bewoners en bezoekers.' VVD vindt dat de partij een 'dikke vette worst is voorgehouden', en de SGP vindt dat er extra goed gekeken moet worden naar de prognoses voor de ontwikkeling van de Hedwigepolder.

Andere zorgen

De boeren en tuinders in het gebied hebben heel andere zorgen aan hun hoofd. Zij vrezen met name optredende verzilting van de polders die grenzen aan Waterdunen, door de deels open verbinding van het natuurgebied met de Noordzee. 'Bij Groede ligt een grote zoetwaterbel', zegt Maarten van Hal, bestuurder van ZLTO Agrarisch West. 'Die ondernemers maken zich grote zorgen dat zoute kwel het zoete water verdringt. En we hebben vermoedens dat er al verzilting optreedt.'

De aanleg van het natuurgebied is een gepasseerd station, beaamt Van Hal. 'Maar het is nu wel zaak dat de effecten op de omgeving worden beperkt. Waterdunen mag geen economische schade toebrengen aan omliggende ondernemers.'

Drie jaar is te kort

Waterschap Scheldestromen meet al enkele jaren de effecten op het grond- en oppervlaktewater. Gedeputeerde Arno Vael (BBB) maakt de resultaten aan het einde van dit jaar openbaar. 'Ze gaan in totaal drie jaar lang meten, maar dat is veel te kort', stelt Van Hal.

'We dringen erop aan dat er minimaal tien jaar wordt gemeten. En als blijkt dat de verzilting toeneemt, moet daar direct tegen opgetreden worden. Het mag niet zo zijn dat de omliggende landbouwgronden daar last van hebben', besluit de ZLTO-bestuurder.