Jan Huitema: ‘Ik verwacht meer Brussels overleg met de sector’
De Nederlandse agrarische sector en de politiek richten de ogen graag op Brussel. Bijvoorbeeld in de hoop het einde van de derogatie te verzachten. ‘Er waait een andere wind, maar dat maakt voor de derogatie niet zoveel uit. De doelen blijven overeind. Wel verwacht ik meer overleg met de sector', zegt oud-Europarlementariër Jan Huitema.
Halverwege juli nam Jan Huitema (VVD) na tien jaar afscheid van het Europees Parlement. Hij gunt zichzelf nu een sabbatical. Even op adem komen na een intensieve periode van altijd onderweg zijn. Het afscheid van de boerderij thuis in Makkinga is in volle gang, als onderdeel van de opkoopregeling. ‘Het afscheid van de koeien in september deed mij meer dan ik had verwacht. Misschien nog wel meer dan het Brusselse afscheid.’
Hij volgt de politiek in Brussel en Den Haag nog steeds, al is het nu vanaf de zijlijn. ‘Het is goed dat BBB de verantwoordelijkheid neemt. Laat Femke Wiersma het in Brussel maar proberen, al zijn er de afgelopen jaren natuurlijk ook pogingen geweest.’
Huitema begrijpt dat boeren na de laatste Europese verkiezingen hopen op meer begrip vanuit Brussel. ‘Er waait een andere wind, maar dat maakt bijvoorbeeld voor de derogatie niet zoveel uit. De doelen blijven overeind. Wel verwacht ik meer doelgericht beleid met meer oog voor de praktische mogelijkheden en meer overleg met de sector.’
Dat betekent echter niet dat Huitema op korte termijn veel resultaat verwacht, bijvoorbeeld in de acute mestcrisis. ‘Derogatie is een uitzondering, die keer op keer is verleend. Maar het houdt een keer op. Er komt alleen beweging als Nederland een goed verhaal heeft. Willen we kans maken, dan moeten we eerst aan tafel komen, terwijl de deal is al gesloten. Bovendien is de nieuwe Europese Commissie net geïnstalleerd. Die komt pas begin volgend jaar goed op stoom. Een jaar is in Brussel zo maar voorbij.’
Praktijkcijfers zijn essentieel, mits we ze kunnen borgen. Het moet juridisch stand houden
De tijd dringt dus, tegelijkertijd constateert Huitema dat Nederland nog geen plan heeft hoe ze de waterkwaliteit op lange termijn kan garanderen. ‘Nederland is aan zet, maar heeft nog geen goed verhaal. Het huiswerk is niet goed gedaan. Wat is de oorzaak van de slechte waterkwaliteit? Waarom zijn er op sommige plekken geen problemen en op andere plekken wel? De discussie over die achtergronden is nooit gevoerd. Dat heb ik zelf ook onderschat. We hebben de derogatie te lang als vanzelfsprekendheid gezien.’
Harde garanties
Huitema wijst er op dat de derogatie sinds 2006 bestaat. ‘We hebben zelf achttien jaar aan de knoppen gezeten, maar hebben Brussel niet tevreden gesteld. Er was te weinig oog voor de waterkwaliteit.’ De oud-Europarlementariër kent het spel goed genoeg om te beseffen dat Brussel nu harde garanties wil. ‘Daarbij wordt ook naar dieraantallen gekeken. Brusselse ambtenaren zien het aantal dieren als een risico en bovendien kun je dieraantallen goed managen. We moeten er rekening mee houden dat het linksom of rechtsom pijn gaat doen.’
Nog een belangrijk onderdeel in de discussie is het gelijke Europese speelveld. ‘Boeren ervaren dat misschien niet altijd zo, maar dat is voor Brussel een belangrijk uitgangspunt. Er is in Europa best oog voor de individuele boer en specifieke situaties in lidstaten. Anders hadden we niet zo lang derogatie gehad. Maar een gelijk speelveld is ook belangrijk. Een lidstaat mag niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Bovendien hebben landen als Duitsland, Frankrijk en Denemarken geen derogatie meer. Zij hebben het al ‘opgelost’.’
Huitema haalt ook de discussie rond de pulsvisserij aan. Hoewel er wetenschappelijke bewijzen zijn dat deze vorm van visserij ecologische voordelen heeft, kwam er wel een verbod. ‘Nederland kwam uiteindelijk alleen te staan in deze discussie, waardoor er voor ons land een concurrentievoordeel dreigde. Dus verloren we de strijd. Zo werkt Brussel ook. Met de vuist op tafel slaan, lukt alleen als je de hoofdsteden en de meerderheid in het Europees Parlement achter je hebt staan. De gunfactor speelt ook een belangrijke rol.’
Volgens Huitema hangt dat ook samen met de neiging van Nederland om nog al eens reactief te reageren. ‘We komen pas in actie als het mis gaat. Andere landen bewegen in een eerder stadium al mee, zien eerder de gevolgen op lange termijn en voeren ook eerder discussie over pijnlijke maatregelen.’
Hij noemt de afschaffing van het melkquotum als voorbeeld. ‘Dat werd in 2006 besloten, maar pas in 2015 effectief. Dat werd beleefd als bevrijdingsdag. Achteraf hadden we direct een slot op de deur moeten zetten. Maar ik weet ook dat het lastig is om over pijnlijke maatregelen te praten als de druk niet gevoeld wordt.’ Het geeft daarbij volgens Huitema geen pas om af te geven op Nederlandse ambtenaren in Brussel en de lobby van verschillende partijen. ‘Daar zit het niet, het zit in Den Haag. Daar vallen uiteindelijk de besluiten.’
Renure
Dat dossiers lang kunnen lopen weet Jan Huitema ook uit zijn inzet voor het toelaten van mineralenconcentraten uit mestverwerking. ‘Het toelaten van renure is ook een uitzondering op de regels, dus ook een vorm van derogatie. We zitten nu in de eindfase. Politiek zijn de besluiten gevallen. De regelingen liggen nu bij het nitraatcomité, de wetenschappers. Mijn inschatting is dat het goed komt, al durf ik niet meer te zeggen wanneer. Het loopt al zo lang.’
Mineralenconcentraten zijn in de ogen van Huitema niet anders dan kunstmest. ‘Ik heb het altijd vreemd gevonden dat er naast een algemene norm voor mest een aparte norm voor dierlijke mest is, terwijl die er niet is voor kunstmest. Dat wilde ik veranderen. Politiek was er lang de angst dat het een vrijbrief zou zijn voor meer mestproductie. Het was ook lang alleen een Nederlands belang, dat maakte het moeilijk. Maar andere landen zien nu ook de voordelen.’
Dat de huidige Nederlandse landbouwminister veel heil ziet in innovaties, verbaast Huitema niet. ‘Ik ben daar ook voorstander van, als we er maar voor kunnen zorgen dat we de milieuprestaties op bedrijfsniveau kunnen meten. De terugkeer van de stoffenbalans. Praktijkcijfers zijn essentieel, mits we ze kunnen borgen. Het moet juridisch stand houden.’ De inzet op innovaties stuit ook op weerstand, vooral vanuit de linkse politieke hoek. ‘Dat vind ik gek. Toen we de discussie voerden over bijvoorbeeld groene energie, zonnepanelen en elektrische auto’s was inzetten op innovatie geen probleem.’
Nationaal Melkveecongres
Jan Huitema is een van de sprekers op het Nationaal Melkveecongres 2024 op 26 november in Gorinchem. Onder de titel ‘De blik vooruit’ worden de aanwezigen meegenomen in de nieuwste ontwikkelingen in beleid en op de zuivelmarkt en hoe deze ontwikkelingen samenkomen op het boerenerf. Huitema gaat in op het Brusselse beleid. Verder zijn er inleidingen van Erwin Wunnekink (LTO), Marijn Dekkers (Rabobank), Jan Derck van Karnebeek (FrieslandCampina) en Gert van Duinkerken (Wageningen Livestock Research). Via nieuweoogstlive.nl kunt u zich alvast aanmelden voor het congres en het hele programma bekijken. RMV Gorinchem is dit jaar van 26 tot en met 28 november in Evenementenhal Gorinchem. De beurs is dagelijks geopend van 13 tot 22 uur. Kijk voor meer beursinformatie op de website en sociale media van RMV.Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner RMV
RMV
Rundvee & Mechanisatie Vakdagen 2023 RMV is dé beurs waar de koe, toekomst en innovaties centraal staan. Bij RMV vind je een breed aanbod aan...
Lees verder »