Pilot met vernatting levert hoopgevende nieuwe inzichten op

Het is bij de pilot met drukdrains in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gelukt om bodemdaling af te remmen met behoud van goed landbouwgebruik. Tijdens het symposium 'Uitzicht begint met inzicht' in Ameide zijn de belangrijkste lessen en resultaten gedeeld.

Pilot+met+vernatting+levert+hoopgevende+nieuwe+inzichten+op
© Koen van Wijk

In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zijn de afgelopen drie jaar nuttige lessen geleerd van de aanleg en het testen van drukdrainage in combinatie met een verhoogd slootwaterpeil. Dit gebeurde bij melkveehouders Kees Baas, Peter Heikoop, Jan den Besten en Matthias Verhoef. De duur en omvang van deze pilot waren beperkt en het verschil tussen de jaren en percelen bleek aanzienlijk. Toch zijn er duidelijke conclusies te trekken.

De bodemdaling wordt door vernatting met meer dan 50 procent geremd. De grasopbrengst op de proefpercelen is iets hoger, maar de kwaliteit iets minder. De waterinlaat heeft impact op de waterkwaliteit in de polders en de aanleg en het gebruik van het systeem met drukdrains vragen veel aandacht.

Het doel van de pilot was kennis vergaren over de werking en effecten van drukdrainage, oftewel een actief waterinfiltratiesysteem (Awis) in klei-op-veengrond. Gekeken is naar de bestaande landbouwpraktijk, bodembeweging en biodiversiteit. De gevolgen voor de watervraag en -kwaliteit zijn ook uitvoerig gemonitord.

In het project is gekozen voor een extreme lage vorm van drooglegging, tot 20 centimeter onder het maaiveld. Na het eerste seizoen bleek dit te veel gevraagd en is het peil iets aangepast naar greppelniveau.

Het is een techniek die veel zorg vraagt, van aanleg tot en met gebruik

Ge van den Eertwegh, adviseur bij hydrologisch adviesbureau KnowH2O

Matthias Verhoef, een van de melkveehouders die deelnam aan de pilot.
Matthias Verhoef, een van de melkveehouders die deelnam aan de pilot. © Koen van Wijk

Bij alle drie de deelnemers is op een proefperceel van enkele hectares een Awis aangelegd. Elke installatie bestaat uit verschillende componenten, zoals de drainagebuizen in het land, infiltratieputten en bijbehorende meet- en regelapparatuur. Iedere locatie heeft een zonnepaneel voor de elektrische bediening.

Bijzonder zijn de hoogwatersloten rond de proefpercelen om de effecten op de waterkwaliteit en biodiversiteit te kunnen meten. Voor het onderzoek is ook een 'bodemdalingsplot' geïnstalleerd op een van de percelen. Hiermee wordt de beweging van de veenbodem elk kwartier gemeten, net als de bodemdaling, -temperatuur en -vochtigheid.


Agrarisch gebruik

Een belangrijk onderdeel van de pilot is ontdekken hoe deze aanpak van bodemdaling samengaat met het agrarisch gebruik. 'Wij hebben daarom veel metingen gedaan aan de draagkracht van de zoden en de grasopbrengst en -kwaliteit. De ervaringen van de veehouders zijn ook vastgelegd', licht onderzoeker Karel van Houwelingen van Kennis Transfer Centrum Zegveld toe.

Van Houwelingen ziet opvallende verschillen in draagkracht. 'Aan de rand van de percelen, langs de greppels, was de draagkracht lager met veel meer vertrapping van de zoden. Anderzijds geeft een Awis in het midden van een perceel vrijwel geen risico.'

Een bijzonder resultaat is de hogere grasopbrengst op de proefpercelen. 'De geoogste drogestofopbrengst lag op elk perceel steeds zo'n 5 procent hoger. Dit is mooi, maar het heeft ons wel verbaasd. Je zou verwachten dat deze lager is omdat er ook minder mineralisatie via veenafbraak plaatsvindt, doordat de percelen natter blijven', stelt Van Houwelingen.


Lager ruweiwitgehalte in gras

Het ruweiwitgehalte lag in alle pilotjaren in het gras zo'n 10 procent lager. 'Dat heeft te maken met een lagere afbraak van de veengrond, waardoor minder stikstof vanuit de bodem wordt nageleverd', legt de onderzoeker uit. Mogelijk is hier ook de bodemtemperatuur van invloed, omdat de bodems van de vernatte proefpercelen langzamer opwarmen.

Voor de melkveehouders vraagt waterinfiltratie een extra inspanning en vooral meer planning. 'Dat geldt zeker voor beweiding. In een natte periode moeten ze soms kiezen voor uitstel. Het vraagt knowhow van de gebruikers om het systeem goed te benutten. Zo moeten ze ook in de gaten houden wanneer ze de pomp aan- of uitschakelen', schetst Van Houwelingen.

Het belangrijkste doel van het project is bodemdaling tegengaan door de veengrond te vernatten. Daarin blijkt het geïnstalleerde systeem met drukdrains effectief te zijn. 'De bodem van de proefpercelen daalde veel minder dan bij de referentiepercelen. Vooral in de warme, droge zomer van 2022 veerde de bodem daar heel ver omlaag, terwijl die op de proefpercelen op peil bleef', zegt Ge van den Eertwegh van hydrologisch adviesbureau KnowH2O.


Aanzienlijk verschil in bodemdaling

Dit bureau is verantwoordelijk voor het ontwerp van de Awis-installaties en begeleidde het gebruik ervan. Volgens Van den Eertwegh is het verschil in bodemdaling over de hele meetperiode gemiddeld met 9 millimeter aanzienlijk, met 17 millimeter op het referentieperceel versus 8 millimeter op het proefperceel. In de zomer van 2022 liep het verschil op tot zo'n 40 millimeter.

De hydrologisch adviseur benadrukt dat het bij dit soort systemen belangrijk is dat alles klopt en goed wordt uitgevoerd. 'Het is een techniek die veel zorg vraagt. Het hele traject, van aanleg van de installatie tot en met de bediening ervan, moet zorgvuldig gebeuren. Anders behaal je niet je beoogde effect.'

Namens waterschap Rivierenland heeft ecoloog Ronald Gylstra het onderzoek naar de waterkwaliteit verricht. 'Deze pilot is een experiment, maar wel een die wordt uitgevoerd in het landschap en niet in een laboratorium. Elk perceel heeft zijn eigenaardigheden en een andere bodemgesteldheid, elke polder is anders. Dat zie je terug in de meetresultaten', stelt hij.


Waterkwaliteit heeft te lijden

Voor de waterkwaliteit pakt de techniek van waterinfiltratie niet zo gunstig uit, omdat veel extra gebiedsvreemd water nodig om het gebied te vernatten. In 2022 en 2023 is, afhankelijk van de locatie, 120 tot 240 millimeter water ingebracht. 'Dat leidt tot een verhoging van het niveau van de meststoffen stikstof en fosfaat in het watersysteem. Ook blijkt het sulfaatgehalte te stijgen', aldus Gylstra.

Het verschilt volgens de ecoloog wel per grondsoort. 'Klei is minder gevoelig dan veen en op percelen met veel kweldruk is er minder risico op watervervuiling.' Op korte termijn is de verandering in waterkwaliteit niet duidelijk te zien, maar op lange termijn verwacht Gylstra wel een duidelijk zichtbaar negatief effect.


Effect op biodiversiteit

In de pilot was ook veel aandacht voor het effect van waterinfiltratie op de biodiversiteit. De projectleiding verwachtte een verandering in vegetatie op de nattere percelen en liet dat monitoren door adviesbureau Veenweide Natuur en Landschap.

Op verschillende momenten zijn weide- en watervogels, insecten en plantensoorten geteld en vergeleken. Bij de vogels en insecten zijn er volgens adviseur Richard Slagboom geen significante verschillen.

'Bij de vegetatie zagen we wel een toename van vochtminnende plantensoorten op de vernatte percelen. Op de drukdrainagepercelen is een toename van 2,6 plantensoorten waargenomen, tegenover een afname op de referentiepercelen.' Dit suggereert volgens Slagboom dat drukdrainage een rol speelt in de vegetatie in grasland, maar meer onderzoek is nodig voor een goed beeld.


Projectcoördinator Rolia Wiggelinkhuijsen: ‘Het is van belang dit project voort te zetten.’
Projectcoördinator Rolia Wiggelinkhuijsen: ‘Het is van belang dit project voort te zetten.’ © Koen van Wijk

Om de bodemdaling te remmen wil de provincie Zuid-Holland uiteindelijk zo'n 500 hectare landbouwgrond rond Brandwijk vernatten. Dit betreft het diepste deel van de Alblasserwaard. De kennis en ervaringen die in de huidige pilot zijn opgebouwd, kunnen als bouwsteen dienen voor de werkgroep die vernatting grootschalig moet realiseren, verwacht projectcoördinator Rolia Wiggelinkhuijsen van Blauwzaam.

'Daarom is het van belang het project met drukdrainage voort te zetten in de periode 2024-2028, om tot meer meetdata en onderzoeksresultaten te komen. Dit seizoen gaan de metingen in ieder geval door', laat Wiggelinkhuijsen weten.



Waterinfiltratietechniek bij drie melkveehouders uitvoerig getest

In de pilot 'Verminderen bodemdaling in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden' draaien sinds 2021 drie melkveehouderijen mee met elk één proeflocatie. Het gaat om één gangbaar en twee biologische bedrijven in Nieuwland, Brandwijk en Molenaarsgraaf. Bij elk proefperceel ligt ook een referentieperceel om de verschillen te monitoren. De inzet is om met inzet van waterinfiltratietechniek de bodemdaling te verminderen, broeikasgasuitstoot te beperken en waterkwaliteit en biodiversiteit te verbeteren. Zodanig dat de continuïteit van het melkveebedrijf niet in gevaar komt.

Het project is gefinancierd door de provincies Zuid-Holland en Utrecht, gemeenten Molenlanden en Vijfheerenlanden en deelnemende melkveehouders zelf. Het project is gecoördineerd door stichting Blauwzaam. De onderzoeken zijn uitgevoerd door Kennis Transfer Centrum Zegveld, waterschap Rivierenland, KnowH2o, Veenweide Natuur en Landschap en Blauwzaam. Op 15 mei is de pilot officieel afgesloten met het symposium 'Uitzicht begint met inzicht' in Ameide.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer