Alblasserwaard als proeftuin voor vernatting
Veenweideboeren zoeken het randje op in een kleine maar veelzijdige proef om bodemdaling tegen te gaan. Provincie Zuid-Holland startte deze proef samen met drie melkveehouders in de Alblasserwaard.
Geen enkel veenweidegebied ontkomt aan bodemdaling en CO2-uitstoot. De huidige drooglegging komt daardoor steeds meer in de knel. De rijksoverheid dringt aan op vernatting, maar hoe is dat te combineren met landbouw?
Ook in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt gekeken naar de mogelijkheden van vernatting. Dit gebeurt in een proef met een actief waterinfiltratiesysteem (Awis) en verhoging van het slootpeil. In dit project zoeken drie melkveehouders het randje op met een grondwaterpeil van 25 centimeter onder het maaiveld.
Afbreekbare biodrains
Naast deze beperkte drooglegging is het ook om andere redenen een bijzonder project. Zo zijn er afbreekbare biodrains de grond ingegaan en wordt er realtime gemeten naar onder meer bodemdaling.
We schuren aan tegen de uiterste grens van het landbouwgebruik
Een van de deelnemende boeren is Mattias Verhoef in Brandwijk, een biologisch melkveehouder met negentig koeien. 'Met een grondwaterpeil van 25 à 30 centimeter onder het maaiveld willen we maximaal vernatten. We schuren aan tegen de uiterste grens van het landbouwgebruik', zegt hij. Bij Verhoef is dat haalbaar, omdat hij het perceel beweidt bij een vrij hoge grasstand.
'Dit geeft geen voordelen als extra groeidagen of hogere grasopbrengst. Maar ik vind het belangrijk om te ontdekken hoe het systeem kan helpen tegen bodemdaling en bij het bevorderen van de biodiversiteit. Daarom doe ik mee', licht de biologisch melkveehouder toe.
Zijn pilotperceel is 3,4 hectare groot. Achteraan staat de pompput van het Awis, inclusief zonnepaneel. Bijzonder is de hoogwatersloot rond het perceel. Deze moet bijdragen aan de hogere grondwaterstand en aan meer biodiversiteit. Dit project wordt gefinancierd door provincies Zuid-Holland en Utrecht en uitgevoerd door bureau Blauwzaam.
Draagkracht
De proef moet specifieke kennis opleveren, zegt projectleider Rolia Wiggelinkhuijsen van Blauwzaam. 'Informatie over vernatten in dit gebied was er nog niet, terwijl de bodem hier wat afwijkt vanwege een flinke kleilaag op het veen. Waar die laag dik genoeg is, heb je voldoende draagkracht om het hele veenpakket te vernatten.'
Om de bodemdaling te remmen, wil provincie Zuid-Holland 500 hectare landbouwgrond rond Brandwijk vernatten. 'Dat is het diepste deel van de polder. Het is de vraag hoe je het daar goed organiseert en welke grondwaterstand haalbaar is', licht Wiggelinkhuijsen toe.
Bodemdalingsplot
De projectleider denkt aan een werkgroep voor de afstemming. 'In deze kleinschalige pilot wordt intensief gemeten en onderzoek gedaan. De kennis en ervaring die we nu opbouwen, is straks bruikbaar. Een mooi onderdeel in dit project is de bodemdalingsplot, een kostbare installatie met daarop een vaste meetinstallatie en sensoren.'
De plot is geïnstalleerd op een van de proefpercelen en staat gezekerd op de diepgelegen zandlaag. Zo zijn betrouwbare metingen van de bewegende veenbodem mogelijk. De realtime meetresultaten kunnen in grafieken worden uitgelezen.
'We meten hier de bodemdaling, bodemtemperatuur en bodemvochtigheid', legt Wiggelinkhuijsen uit. Ze verwacht dat deze manier van meten wordt opgeschaald, als het project wordt verlengd.
Neveneffecten
Aan waterinfiltratie kleven ook nadelen. Daarover moet dit project meer duidelijkheid verschaffen. Zichtbare neveneffecten zijn de extra watervraag, het verlies van buffercapaciteit bij hevige regenval en mogelijke achteruitgang van de waterkwaliteit bij verkeerd gebruik.
Verhoef merkt dat aan zijn land. 'Zodra er een bui valt, ben je meteen je buffer kwijt. Ik ben dan aangewezen op natuurlijke afwatering en kan dus bij nat weer minder goed beweiden. Zeker in de herfst speelt dat op.' Verder ziet hij dat het systeem in de zomer veel water vraagt. 'Op zonnige warme dagen is de verdamping 4 millimeter. Dat wordt er dus telkens bijgepompt.'
Waterschap Rivierenland
Waterschap Rivierenland, vanaf het begin betrokken bij de pilot, ziet die effecten ook. 'Deze punten vragen extra aandacht, zeker als provincie Zuid-Holland de vernatting op grote schaal uitrolt. Dat staat vanaf volgend jaar gepland in dit gebied', zegt senior beleidsadviseur Ton van der Putten.
Het waterschap is daarbij geen initiatiefnemer, maar heeft een adviserende en faciliterende rol. 'Vernatten schuurt wel met onze kerntaken bescherming tegen wateroverlast en zorgen voor voldoende schoon water. Dus wij willen duidelijke randvoorwaarden stellen', licht Van der Putten toe.
Knelpunt
Zo is de consequentie dat je waterbergend vermogen verliest bij hevige neerslag een knelpunt, stelt de beleidsadviseur. 'Daarom hebben we polders gezocht waar de risico's beperkt zijn. Ook onderzoeken we nog of extra compenserende waterberging nodig is.'
Verder zijn er zorgen over de in- en uitlaat van water uit de drains. 'Als boeren het Awis gebruiken om water af te voeren, dan kan dat leiden tot uitspoeling van meststoffen. Dat zijn ongewenste gevolgen waar we serieus naar moeten kijken', vindt Van der Putten.
Richtlijn
De beleidsadviseur pleit voor een richtlijn voor beheer en onderhoud van waterinfiltratiesystemen, waar boeren mee uit de voeten kunnen. 'Uitrol van vernatting in de veenweiden is onomkeerbaar. Daarvoor heeft de landbouw een verdienmodel nodig. Gelukkig zien we dat techniek helpt tegen droogteschade in droge zomers. Dat is motiverend.'
Actief waterinfiltratiesysteem kan alleen met subsidie uit
In de pilot Alblasserwaard draaien sinds 2021 drie melkveehouders – één gangbaar, twee biologisch – mee met elk een proeflocatie in Nieuwland, Brandwijk en Molenaarsgraaf. Bij ieder proefperceel ligt ook een referentieperceel. Uit de ervaringen in 2021 en 2022 blijkt dat de nattere pilotpercelen geen hogere grasopbrengst geven. De meerwaarde is te beperkt om daar een actief waterinfiltratiesysteem mee te bekostigen. Zo blijft het een niet-productieve maatregel die alleen met extra subsidie uit kan. Voor beweiding is aanpassing nodig omdat de holle percelen in het midden te nat worden, zodat ze hier worden vertrapt door het vee. Bij vernatting heeft een melkveehouder dus meer land nodig. Vernatting als verdienmodel kan alleen als deze groene en blauwe diensten ook worden vergoed, is de conclusie. Anderzijds lijkt er wel winst op te treden voor de bodemdaling. Metingen van de bodembeweging in de proefjaren 2021 en 2022 laten zien dat de bodemdaling in de pilotpercelen bijna de helft lager was dan op de referentiepercelen. De daling lijkt teruggebracht van 38 millimeter naar 20 millimeter in deze periode, concludeert projectleider Rolia Wiggelinkhuijsen met enig voorbehoud. Zij schat de reductie van bodemdaling van 40 tot 50 procent. Door het verhoogde slootwaterpeil ontstaan langs de sloten bij de proefpercelen natuurvriendelijke oevers. Het effect van vernatting op de biodiversiteit wordt ook gemonitord, maar geeft nog geen eenduidig beeld. Dat vraagt om een langere meetreeks. Officieel is 2023 het laatste projectjaar, maar de intenties zijn om verder te gaan.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Iseki SXG15H
2009, P.O.A.
-
Massey Ferguson 7722-S
2019, € 87.500
-
Lely Splendimo 360M (1000rpm)
2018, P.O.A.
-
T7.200 Auto Command CVT
Gebruikt, € 69.750
Vacatures
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %