Plan voor beperking geitenhouderijen in Weststellingwerf blijft in stand

De geitenhouderij aan de Hoofdweg mag wel uitbreiden, tegen de zin van de bezwaarmakers. 'Je zet de voordeur op slot en de achterdeur open. Dan haal je de bescherming van de volksgezondheid onderuit', stelde hun advocaat eerder tijdens een zitting bij de Raad van State.

Met de uitzondering op de regel wordt volgens de advocaat het doel van het bestemmingsplan ongedaan gemaakt. Het plan bevat een algemeen verbod op de uitbreiding van bestaande geitenhouderijen en de vestiging van nieuwe geitenbedrijven in het hele gemeentelijke gebied van Weststellingwerf. Met dit plan wordt volgens de gemeente geanticipeerd op het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar de oorzaken van verhoogde gezondheidsrisico's rond deze bedrijven.

Maar de gemeente heeft in dit plan een uitzondering gemaakt voor twee bedrijven, waaronder die aan de Hoofdweg in Oldeholtpade. Voor die geitenhouderijen was namelijk al een vergunningaanvraag ingediend voordat het bestemmingsplan werd vastgesteld.

Volgens de gemeente draait het om de rechtszekerheid voor vergunningaanvragers. Als die een vergunning aanvragen wanneer een verbod nog niet geldt, mag de aanvraag niet buiten behandeling worden gelaten. De Raad van State oordeelt dat de uitzondering daarom terecht is gemaakt.

Verder vindt de Raad van State niet dat de uitzondering het doel van het bestemmingsplan aantast. Daarin is de bescherming van de gezondheid van omwonenden van geitenhouderijen al meegenomen. De twee uitgezonderde bedrijven kunnen ook alleen een vergunning krijgen als uit onderzoek blijkt dat gezondheidsschade valt uit te sluiten.