Duitsland krijgt groen licht voor 'dierenwelzijnsmiljard'

In Duitsland wordt gesproken over het 'dierenwelzijnsmiljard'. Het is een belangrijke wens van de Duitse landbouwminister Cem Özdemir om het dierenwelzijn in de varkenshouderij te verbeteren.

Voor de eerste regeling heeft de regering in Berlijn een bedrag van 675 miljoen euro gereserveerd. De subsidie is bedoeld voor nieuwbouw en aanpassing van stallen. Door stallen te moderniseren kan ook het dierenwelzijn worden verbeterd, is de gedachte. Varkenshouders die investeren in zaken als koeling, minder dieren per vierkante meter, een uitloop naar buiten of het terugdringen van emissies, komen in aanmerking voor een bedrag ter waarde van maximaal 60 procent van de investeringskosten. Deze regeling loopt tot eind 2030.

Met de andere regeling voor veehouderijbedrijven is 325 miljoen euro gemoeid. Hiermee worden kleinere maatregelen ondersteund, meer gericht op management en kleinere aanpassingen in de stal. Veehouders die het dierenwelzijn vergroten door bijvoorbeeld extra ruwvoer te geven, natuurlijk strooisel in de stal te gebruiken of extra ventilatie of koeling aan te brengen, komen voor deze subsidie in aanmerking. Bij deze regeling wordt 80 procent van het investeringsbedrag vergoed door de overheid. De regeling loopt tot eind 2031.

Strenge voorwaarden

Er gelden wel zeer strenge voorwaarden om mee te kunnen doen aan de regelingen. De stallen moeten gaan voldoen aan hoge dierenwelzijnsstandaarden. Het gaat om varkensstallen met een open zijwand (Frischluftstall) en buitenuitloop. De regeling is ook beschikbaar voor biologische varkenshouderijen. Bij 70 procent van de varkens moeten intacte krulstaarten zijn en er geldt een norm van 2 grootvee-eenheden (GVE) per hectare. De GVE-norm ligt in Duitsland overigens een stuk lager dan in Nederland. Een vleesvarken geldt in Duitsland als 0,13 GVE. In een Frischluftstallmoeten dieren tot 120 kilo over 1,3 m2 ruimte kunnen beschikken.

Volgens de Europese Commissie passen de maatregelen goed bij Europees beleid als de Green Deal, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de boer-tot-bordstrategie. Naar het oordeel van de commissie is het effect van de regelingen op de onderlinge concurrentie beperkt.