Aanscherping emissies RAV-systemen melkvee en volièrestallen

Dat stellen landbouwminister Piet Adema en staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de twee bewindslieden blijkt dat emissiearme vloeren voor melkveestallen die voor 2021 een emissiefactor voor ammoniak kregen, in de praktijk geen significante emissiereductie geven.

Heijnen houdt de emissiefactoren voor staltechnieken voor melkvee van voor 2021 opnieuw tegen het licht. Daarbij kijkt ze ook naar nieuwere technieken die op hetzelfde werkingsprincipe zijn gebaseerd. Ook wordt in overleg met de veehouderijsector en fabrikanten gekeken of aanpassingen aan bestaande vloeren en het gebruik ervan alsnog kunnen leiden tot een emissiereducerende werking. Verder wordt naar andere manieren gekeken om te komen tot een betrouwbare emissiereductie.

Geen impact bestaande vergunningen

Volgens Adema en Heijnen heeft het bijstellen van de emissiefactoren geen impact op al afgegeven milieuvergunningen voor melkveestallen met emissiearme vloeren.

Voor volièrestallen vindt in de komende twee jaar verder meetonderzoek plaats. Dit onderzoek zou eigenlijk begin 2021 starten, maar liep vertraging op door de coronacrisis en vogelgriep. Omdat het onwenselijk is om de komende twee jaar gebruik te maken van de oude emissiefactoren, wil Heijnen de emissiefactoren voor nieuw te bouwen stallen met een factor 3 verhogen. Die factor komt overeen met inschattingen door Wageningen University & Research. Het ontwerp van deze ministeriële regeling wordt nog voor een openbare consultatie voorgelegd.

Andere staltechniek

Deze verhoging betekent in de praktijk dat er ook een andere staltechniek moet worden toegepast, die de ammoniakuitstoot verder reduceert. Een optie is het type met de laagste emissiefactor in combinatie met een strooiselschuif. Ook hier houden bestaande volièrestallen de emissiefactor die is toegekend.

De emissiefactoren van de overige emissiearme pluimveestallen en varkensstallen worden nog niet aangepast. Hier wordt in overleg met de sector, fabrikanten en toezichthouders gekeken of de technieken een verder reducerend effect kunnen bereiken. Voor technieken waarbij dit niet lukt, wordt het reële rendement als emissiefactor vastgesteld.

Doelvoorschriften

Verder wordt gewerkt aan een nieuw systeem op basis van doelvoorschriften in combinatie met bedrijfsspecifiek gemeten emissies en het versnellen van innovatie. Hiervoor wordt dit najaar het Regieorgaan Versnellen innovatie emissiereductie duurzame veehouderij in het leven geroepen. Doel is onder meer om de ontwikkeling van doorbraakinnovaties in de veehouderij aan te jagen. Deze innovaties moeten technisch, juridisch, economisch en maatschappelijk werken, met oog voor dierenwelzijn en gericht op een brongerichte aanpak.

Ook heeft dit regieorgaan een adviserende rol als het gaat om de ontwikkeling van een regelgeving- en toetsingssysteem voor de doelsturing en de borging van het continu meten van de werkelijke emissies.

De ervaringen vanuit het regieorgaan worden ook meegenomen in het nog te ontwikkelen robuust systeem van stalbeoordeling, dat geschikt is voor de milieuvergunning en een basis biedt voor de natuurvergunning.