Zoeken naar stabiele aardappelrassen met lage input

Het demoveld met 32 robuuste rassen bij biologisch akkerbouwbedrijf Erf in het Flevolandse Zeewolde ligt er eind juli veel beter bij dan vorig jaar. 'Nu is er bovengronds geen vlekje phytophthora te vinden', verklaart Roy Michielsen, medewerker van Erf en een van de coördinatoren van het demoveld. 'Het betekent dat het gewas langer kan doorgroeien en dat we mooie opbrengsten mogen verwachten.'

Onlangs organiseerden telersvereniging Bdeko, ketenorganisatie Bionext en Erf een rondgang langs het demoveld dat voorheen onderdeel was van het convenant 'Versnelde transitie naar robuuste aardappelen'. Dat convenant had een looptijd van 2017 tot eind 2020. Naast het bekijken van de rassen met een toelichting van de bijbehorende kweekbedrijven, werd ook gesproken over een nieuw convenant.

Verwerkte aardappelen zijn uitdaging

Maaike Raaijmakers van Bionext was betrokken bij het tot stand komen van deze ketenovereenkomst en vertelt dat het de bedoeling is dat er een vervolg komt. 'Het streven is dat uiteindelijk het volledige biologische aardappelareaal wordt geteeld met robuuste rassen. Voor het Nederlandse tafelsegment hebben we deze doelstelling bijna bereikt. Maar het is nog een uitdaging om dit ook voor de verwerkte aardappelen voor elkaar te krijgen en ook voor de bio-aardappelen die bestemd zijn voor export.'

Raaijmakers legt uit dat hierover afspraken moeten worden gemaakt met de afnemers. 'Wij willen met de retail en horecagroothandel in gesprek om te zorgen dat er ook voor biologisch verwerkte aardappelproducten alleen nog robuuste rassen worden gebruikt. Verder zien we dat in het buitenland voor dit initiatief meer belangstelling is en dat van daaruit de vraag naar robuuste aardappelen toeneemt. Dat is gunstig voor onze biotelers.'

Wispelturige markt

Namens de verwerkende industrie vertelt Leo van Marion van McCain over de inspanningen om robuuste aardappelen te gebruiken als grondstof. Volgens de agronoom startte de fritesfabrikant vijftien jaar geleden al met de verwerking van het phytophthoraresistente ras Sarpo Mira voor de productie van biologische frites. 'Dat is helaas geen succes geworden omdat de markt voor biofrites erg wispelturig blijkt.'

Juist ook voor de gangbare teelt en afzet ziet Van Marion veel toekomst voor robuuste rassen voor verwerkers. 'In onze beleving zijn rassen robuust als ze stabiel presteren in opbrengst en kwaliteit met zo min mogelijk input van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dit is wat ons betreft een goede basis voor regeneratieve landbouw en daarmee een duurzaam beheer van een gezonde bodem. We zijn in Europa al druk bezig met het beproeven van rassen waarvan de kwekers het vertrouwen hebben dat ze een robuust karakter hebben.'