LTO: kabinetsaanpak krapte arbeidsmarkt geen oplossing

Om de krapte aan te pakken, zet het kabinet in op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid.

Van werkgevers wordt gevraagd het werk anders in te richten, in te zetten op innovatie en betere arbeidsvoorwaarden te bieden. Tegelijkertijd kunnen werkgevers zich richten op onderbenutte deeltijders of misschien helemaal anders te werven. Ook kan samenwerking tussen sectoren een uitkomst bieden, denkt de minister.

Onvoldoende resultaat

LTO Nederland vindt de stappen onvoldoende. 'LTO Nederland waardeert de aandacht die het kabinet heeft voor de problemen op de arbeidsmarkt. Maar zoals minister Van Gennip zelf aangeeft, gaan de acties de urgente problemen niet oplossen. Het lijken vooral theoretische verkenningen van wat de overheid op het terrein van de arbeidsmarkt kan doen. Daarom is er meer nodig', vindt Eric Douma, portefeuillehouder Ondernemerschap en Onderwijs bij LTO Nederland.

Ondanks die inzet is er onvoldoende aanbod om de vraag naar gekwalificeerd personeel op te vangen, vindt Douma. 'Een aantal seizoensgebonden sectoren is in hoge mate afhankelijk van werknemers van buiten Nederland. Bij voorkeur mensen van binnen de EU, maar als die er niet zijn, moeten we ook kijken naar landen daarbuiten. Het kabinet houdt de deur voorlopig dicht met verwijzing naar het grote aantal mensen dat nog steeds aan de kant staat.'

Bijverdiengrenzen

Om het aanbod van gekwalificeerd personeel te verruimen, zouden volgens LTO Nederland de mensen die aan de kant staan, van alle kanten gestimuleerd moeten worden om onderdeel te worden van de arbeidsmarkt. Het verruimen van de bijverdiengrenzen voor mensen met een bijstandsuitkering is daarvoor een goede eerste stap. Maar ook veel meer inzet van gemeenten gericht op activering van uitkering naar werk is nodig.

Daarnaast vindt LTO Nederland internationale werknemers onmisbaar, zeker voor het seizoenswerk waarvoor onvoldoende Nederlandse werknemers zijn te vinden. Het kabinet moet daarom niet alleen op kenniswerk voor arbeidsmigratie focussen, maar ook vakmensen voor seizoenswerk in de land- en tuinbouw waarderen.