Bayer: 'Biologische middelen alleen effectief met chemie'

Wijsmuller legt uit dat een mix van type producten nodig zijn om grote stappen te kunnen zetten in duurzaamheid. 'In het Europese traject zijn de afgelopen drie jaar ongeveer 100 chemische actieve stoffen beoordeeld, maar 25 procent heeft de beoordeling doorstaan. Als je die lijn doorzet naar de komende jaren, moeten tot eind 2025 zo'n 230 actieve stoffen worden beoordeeld, plus nog 20 nieuwe. Dat betekent dat we eind 2025 van 280 chemische actieve stoffen teruggaan naar 130, een reductie van meer dan 50 procent. Anticiperen daarop is niet alleen lastig voor bedrijven als Bayer, maar ook voor de boer om de oogst goed te kunnen beschermen.'

De Bayer-manager constateert een langzame verschuiving van chemie naar biologie. 'Er zijn nu 170 actieve stoffen van biologische herkomst, eind 2025 ligt dat getal tussen de 180 en 200. Tegen die tijd omvat het aanbod aan gewasbeschermingsmiddelen merendeels biologisch actieve stoffen. Maar het gebruik bestaat vooral uit chemische', denkt Wijsmuller. 'In Europa gaan we te hard terug in mogelijkheden. Door het missen van chemie wordt de effectiviteit van biologische middelen minder.'

Programmaleider circulaire economie Jelmer Vierstra van milieuorganisatie Natuur & Milieu stelde eerder in het webinar dat de industrie onvoldoende inspeelt op de inzet van biologische middelen. Wijsmuller is het daar niet mee eens. 'Tussen 2010 en 2012 zijn onder meer door Bayer bedrijven overgenomen die zich bezighielden met biologische middelen. Toen zagen we de druk op chemie al toenemen en zagen we de mogelijkheid om spuitschema's met biologie te verduurzamen.'

Ontwikkelingen in biologie duren langer dan bij chemie, legt Wijsmuller uit. 'Je hebt elk seizoen maar één kans om te testen, daarna moet je wachten tot het volgende jaar. Ook zie je met de biologische middelen dat meer factoren van invloed zijn op de effectiviteit, zoals het weer. Om middelen goed te kunnen testen heb je meerdere ervaringen nodig.'

Tijdens het webinar stelde een deelnemer de vraag of de buitenteelt van fruit nog wel toekomst heeft na 2030. 'Ja, want ik ga toch uit van de innovatiekracht vanuit de sector', antwoordde Wijsmuller met enige twijfel in haar stem. 'In de fruitteelt liggen wel uitdagingen door het brede spectrum aan ziekten en plagen. Daarnaast zijn fruitteelten meerjarig. Als er in een seizoen wat misgaat, heeft dat invloed op het jaar erop. Ook in deze sector gaan actieve stoffen wegvallen. Daarom hoop ik dat vanuit genetica snel resistente rassen komen, want innovatie zal vooral vanuit die hoek moeten komen.'

Krap aanbod

Het krappe aanbod van gewasbeschermingsmiddelen ervaart akkerbouwer Joris Baecke ook. Hij was als voorzitter van de LTO-werkgroep Plantgezondheid aanwezig bij het webinar. 'De keuze in de hoofdteelten was altijd voldoende, waardoor je aan resistentiemanagement kon doen. Dat wordt steeds lastiger. Dit jaar was dat goed te zien aan de hoge schimmeldruk. Het doet pijn aan je ogen als de schade in het gewas zo goed waarneembaar is. Naar mijn idee wordt te lichtzinnig gedacht over voedselzekerheid.'

Tot slot wordt gevraagd aan Wijsmuller of het grote probleem is dat veel chemische middelen niet te vervangen zijn door biologische middelen. 'Klopt, chemie is over het algemeen robuuster en is dus niet een-op-een te vervangen door biologie, zover zijn we nog niet.'

Bij de boer-tot-bordstrategie is volgens Wijsmuller niet goed gekeken naar de totale impact. 'Als je tien keer moet spuiten met een biologisch middel of één keer met chemie, heeft ook dat een milieu-impact. Verder blijven kwaliteit en opbrengst belangrijk, want als je 50 procent moet weggooien schiet je ook niets op. Ik hoop dat er vanuit de technologie nog verbeteringen komen in de toepassingstechniek, vooral in de akkerbouwmatige teelten zijn er nog uitdagingen op dat vlak', concludeert ze.