Santinikwekerij Van Schie benut alle voordelen van milieuregistratie
Sierteeltkweker Richard van Schie in het Westlandse Monster heeft een aparte functie gecreëerd voor het registreren van gewasbescherming. Jelle van der Lans (23) houdt zich sinds maart van dit jaar bezig met het bijhouden van de gewasbeschermingregistratie en daarmee met het verkrijgen van het milieucertificaat. Hij werkt met het systeem van GreenlinQdata waarmee hij makkelijker en preciezer kan registreren.
Sierteeltkwekerij Van Schie teelt santini's in verschillende rassoorten en kleuren voor voornamelijk de export. De Monsterse boeketbloemen zijn voornamelijk terug te vinden in Duitse, Engelse, Franse en Russische boeketten. Een kleiner deel komt terecht in het Nederlandse boeket.
Van Schie kweekt de familie van de chrysant onder 3 hectare glas. 'In veertig vakken groeien en bloeien jaarrond zo'n twaalf soorten, waarvan 90 procent aan de klok wordt geveild', zegt Van der Lans, junior teelt in het bedrijf en verantwoordelijk voor de gewasbescherming.
Registreer letterlijk alles om tot een nauwkeurig beeld te komen
Verplichte registratie
Royal Flora Holland ziet milieuregistratie en -certificering als een belangrijke eerste stap om de sector verder te verduurzamen. Voor de kweker geen probleem, registeren deed hij al jaren. Sinds dit jaar registreert hij via het systeem van GreenlinQdata. Wie de middelen correct toepast en goed registreert, bewijst duurzaam te werken en krijgt daarvoor milieucertificaten uitgereikt.
Van der Lans is verantwoordelijk voor de registratie en toepassing van de gebruikte middelen, variërend van water tot en met chemische gewasbeschermers.
Groeifase en seizoen
'Eens per week bepaal ik met een adviseur hoe we het gewas gaan beschermen. Het gebruik van de middelen hangt af van de fase waarin de plantgroei zit, maar ook van bijvoorbeeld het seizoen dat invloed heeft op de groei. Met het systeem van GreenlinQdata kun je heel precies registreren wat je op welk moment gebruikt', legt Van der Lans uit.
Om tot een nauwkeurig beeld te komen van wat precies wordt gebruikt bij de teelt, registreert de gewasbeschermingsdeskundige alles. Letterlijk alles, want van de chemische gewasbeschermers houdt Van der Lans elk middel bij, net als de dosering ervan, in hoeveel vakken het is gebruikt en de hoeveelheid water die aan het middel is toegevoegd. De temperatuur van de dag, de weersomstandigheden – zonnig of bewolkt en dan ook hoe bewolkt, hoe was de wind – en het tijdstip van gebruik worden eveneens vermeld.
Roofmijten
Bij de biologische gewasbeschermers noteert Van der Lans welke biologie is ingezet. De hoeveelheid en wanneer wordt ook meegenomen in de registratie. 'We zetten bijvoorbeeld wekelijks 7,5 miljoen roofmijten uit tegen trips en 10 miljoen voermijten om de populatie op peil te houden. En dan nog eens 50.000 roofmijten tegen plagen.'
Ook voor de middelen die niet chemisch zijn maar ook niet biologisch houdt de gewasbeschermingsdeskundige een registratie aan en hij stelt cocktails samen. 'In het GreenlinQdata-systeem houd ik bij welke ingrediënten in een cocktail zitten en de dosering van elk middel. Ik gebruik zes tot acht middelen en ook water om een cocktail te maken.' Daarbij vermeldt Van der Lans ook in welke vakken de middelen zijn gebruikt.
Grovere weergave van verbruik
De precieze uitsplitsing van het middelengebruik verschilt daarin met andere registratiesystemen. Die vragen om het totaalverbruik van middelen in de gehele tuin en geven alleen een grove weergave van het middelenverbruik.
Het sierteeltbedrijf werkt zo duurzaam mogelijk, met zoveel mogelijk biologische en zo min mogelijk chemische middelen. Na het toepassen verwerkt Van der Lans de verbruiksgegevens direct in het GreenlinQdata-systeem.
'Zo kan ik ook niets vergeten. De weersomstandigheden bijvoorbeeld weet je na een week niet precies meer. Die kun je opzoeken, maar dat kost meer tijd', stelt Van der Lans. 'Doe je het direct, dan is het registreren geen moeite. Het is anders als je naast het registreren en uitvoeren ook andere taken hebt. Ik kan me voorstellen dat het dan veel is om te doen.' Voor de registratie heeft hij meestal een kwartier tot twintig minuten nodig.
Maandelijkse registratie
Naast de wekelijkse registratie is Van der Lans ook verantwoordelijk voor een maandelijkse. 'Die is wat groter en geeft bijvoorbeeld ook het verbruik van energie, water en meststoffen weer. Hoeveel gas verbruik je, hoeveel energie lever je terug aan de warmtekrachtkoppeling, hoeveel inkoop van energie, dat soort zaken. Ook geef je weer hoe je je cocktails toepast', vertelt hij. Alle zaken samen geven nauwkeurig aan hoe duurzaam het bedrijf werkt.
Hoewel de gewasbeschermingsdeskundige van Van Schie in het begin even aan het systeem moest wennen, zit hij er helemaal in en kost de maandelijkse registratie hem een half uur tot een uur.
Voorraad altijd paraat
Voordeel van het werken met het systeem van GreenlinQdata is volgens Van der Lans dat hij de voorraad van beschermingsmiddelen en meststoffen altijd paraat heeft. 'Zo weet ik precies wat ik moet bestellen. Daarnaast biedt het systeem een perfect verbruiksoverzicht.'
Maar het relevantste is volgens Van der Lans dat hij via het systeem makkelijk kan aantonen dat het bedrijf milieubewust en duurzaam werkt. 'En dat is belangrijk voor de verkoop', geeft de gewasbeschermingsexpert aan.
Verbeterpunten in beeld krijgen met benchmarkrapport
Het bijhouden van het middelenverbruik is onmisbaar voor iedere kweker die aan de eisen van een milieucertificaat wil voldoen, is te lezen op greenlinqdata.nl. Verbruiksregistratie op papier bijhouden of in een Excel-bestand is niet betrouwbaar genoeg, fouten sluipen al gauw in de registratie. Ook is het niet gemakkelijk de gegevens in een oogopslag met elkaar te vergelijken. Om helder te krijgen wat voor verbetering vatbaar is, is volgens GreenlinQdata een benchmarkrapport nodig. GlobalGAP beschikt niet over een registratieprogramma en werkt daarom samen met GreenlinQdata. Voor GlobalGAP wordt gesproken over het IDA-certificaat. Dat is in drie stappen te behalen: de eerste is beschikken over digitale milieuregistratie. Stap twee is de inschrijving bij een van de auditors voor GlobalGAP. Wie aan alle eisen voldoet, zet stap drie: het ontvangen van het certificaat. Welk prijskaartje hangt eraan? De complete registratietool kost 349 euro per jaar voor leden van Royal FloraHolland. Daarnaast betaalt de gebruiker een afdracht aan GlobalGAP en de certificerende organisaties voor de jaarlijkse audit. De prijzen hangen meestal samen met de grootte van het bedrijf. Control Union, Ecas en SGS zijn de drie certificerende organisaties voor GlobalGAP.
Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner GreenlinQdata.
GreenlinQdata
In de agf- en sierteeltketen is een groeiende behoefte aan data. Schakels aan het eind van de keten zoals handelshuizen en retail willen de beschikking over...
Lees verder »